Hoofdstuk 3

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De volgende dag is Charlotte vroeg wakker.

Ze loopt naar het huisje van haar oma en klopt op de deur.

'Kom maar binnen!', roept de stem van haar oma.

Charlotte ziet haar oma aan de tafel zitten dus neemt ze naast haar plaats.

'Hallo lieverd', glimlacht haar oma blij.

'Hallo oma.'

'Waarom kom je op bezoek?', vraagt haar oma nieuwsgierig.

'Ik wou eigenlijk vragen of je iets over weerwolven weet.'

Haar oma knikt en denkt even na.

'Weerwolven zijn mensen die in een wolf kunnen veranderen. In verhalen zeggen ze dat weerwolven gevaarlijke moordlustige dieren zijn, maar dat zijn ze niet allemaal.'

Hoe weet je dat dan oma? Heb je al eens een weerwolf tegen gekomen?', vraagt Charlotte nieuwsgierig.

Haar oma lacht om haar nieuwsgierigheid.

'Ja ik heb al eens een weerwolf tegen gekomen.'

Charlotte haar ogen worden groot en kijkt haar oma nieuwsgierig aan.

'Toen ik net als jou 15 jaar was geloofde ik in weerwolven. Iedereen lachte mij uit en zei dat ik veel te veel fantasie had. Op een dag had ik er genoeg van en liep weg. Ik kwam ergens in het bos een paar kleine huisjes tegen waar mensen woonde. De mensen keken mij verbaasd aan, maar ik negeerde hun. Toen ik door liep zag ik een heel groot huis, ze noemen het een
pack-huis. Toen pas kreeg ik het door, al die mensen die hier woonde waren weerwolven.'

Charlotte kijkt haar oma met open mond aan.

'Wat gebeurde er daarna?'

'Er kwam een donker bruine wolf naar mij toe. Hij liep achter een boom en kwam terug als mens. Hij was geschrokken toen hij mij zag, omdat ik een mens was. Maar daarna liet hij mij alles zien. Hij en ik waren beste vrienden geworden. Maar toen dacht ik aan mijn familie. Ik zei tegen hem dat ik terug naar mijn familie moest. Hij vondt het jammer maar begreep het wel. Ik beloofde hem dat ik ooit terug ging komen.'

Charlotte haar oma slikt.

'Ik mocht niet meer weg gaan, omdat iedereen bang was dat ik daarna nooit meer terug ging komen. Ik heb hem nooit meer gezien, ik weet niet eens of hij nog leeft.'

Er rollen langzaam een paar tranen over haar wangen.

'Ik mis hem zo hard.'

'Ssst oma het komt wel goed', probeert Charlotte haar te troosten.

'Charlotte wil je voor mij even een kopje thee maken?', vraagt haar oma die haar tranen weg veegt.

Charlotte knikt en loopt naar de keuken waar ze de waterkoker op zet en even wacht.

Als haar thee klaar is geeft ze het aan haar oma.

'Dankje lieverd', zegt haar oma die haar een slappe glimlach geeft.

'Oma?', vraagt Charlotte zachtjes.

'Ja, wat is er lieverd?'

'Hoe noemde die donker bruine wolf?'

'Hij noemde David.'

Charlotte knikt.

'Ik beloof je dat ik hem ga proberen te zoeken speciaal voor jou oma.'

'Ik hou van je, je bent het enigste maar beste klein kind dat ik heb.'

'Ik hou ook van jou oma.'

Charlotte zegt na een uurtje gedag tegen haar oma en loopt dan de deur uit.

Misschien is het beste als ze het eerst tegen Sam verteld, omdat hij haar helpt de zwarte wolf te gaan zoeken.

Charlotte knikt en loopt naar Sam zijn huis waar ze op de deur klopt.

Een vrouw van ongeveer veertig jaar doet de deur open.

'Hallo Charlotte, je bent hier zeker voor Sam?'

Charlotte knikt en loopt met de moeder van Sam de woonkamer in.

'Ga maar naar boven, Sam zit in zijn kamer.'

Charlotte knikt en loopt de trap op richting de kamer van Sam.

Ze klopt op de deur en wacht tot hij zegt dat ze binnen mag komen.

'Mam laat me met rust!', roept Sam geïrriteerd.

Charlotte lacht en doet de deur open.

'Hallo Sam', lacht Charlotte.

'Mam ik zei laat me met rust!'

Sam draait zich om en kijkt Charlotte geschrokken aan.

'Ow jij bent het.'

'Ben je niet blij om mij te zien?'

'Jawel maar...'

'Nee, oke ik ga dan wel weg hoor.'

Charlotte wilt weg gaan maar Sam trekt haar naast hem op bed.

'Nee blijf alsjeblieft! Ik had gewoon even ruzie met mijn moeder, maar wat is er? Waarom ben je hier?'

'Ik ben net bij mijn oma langs geweest en ze heeft me iets belangrijks verteld dat jij misschien ook wel wilt weten.'

'Over weerwolven?', vraagt Sam nieuwsgierig.

Charlotte knikt. 'Dus wil je het weten?'

Sam knikt en kijkt Charlotte aandachtig aan.

'Toen mijn oma net als mij 15 jaar was geloofde ze in weerwolven. Iedereen lachte haar uit en zei dat ze veel te veel fantasie had. Op een dag had ze er genoeg van en liep weg. Ze kwam ergens in het bos een paar kleine huisjes tegen waar mensen woonden. De Mensen keken haar verbaasd aan maar ze negeerde hun. Toen ze door liep zag ze een groot huis, ze noemen het een
pack-huis. Toen pas kreeg ze het door, al die mensen die hier woonden waren weerwolven.'

'Er kwam een donkerbruine wolf naar haar toe. Hij liep naar een boom en kwam als mens terug. Hij was eerst geschrokken omdat ze en mens was, maar liet haar daarna alles zien. Hij en mijn oma waren beste vrienden geworden.'

'Maar toen dacht oma aan haar familie. Ze zei tegen hem dat ze terug naar haar familie moest. Hij vondt het jammer maar begreep het wel. Ze beloofde hem dat ze ooit nog terug ging komen. Maar toen ze terug bij haar familie was mocht ze niet meer weggaan, omdat ze bang waren dat ze dan niet meer terug ging komen. Ze heeft hem nooit meer gezien. Ze weet niet eens of hij nog leeft. Ze mist hem echt heel erg.'

Sam kijkt met grote ogen naar Charlotte.

'Wow, dat is echt kei erg voor haar. Hoe noemde die donker bruine wolf?'

'Hij noemde David.'

Sam knikt en kijkt Charlotte afwachtend aan.

Charlotte zucht en rolt met haar ogen. 'Ik heb mijn oma beloofd hem te proberen te gaan zoeken, help je mee?'

Sam knikt. 'Natuurlijk help ik mee, kom we gaan voort zoeken.'

Samen met Sam loopt Charlotte door het bos.

'Charlotte zou die zwarte wolf David kennen?', vraagt Sam die Charlotte nieuwsgierig aankijkt.

'Ik weet het echt niet, Sam. Maar het zou wel makkelijker zijn om hem dan te vinden.'

Sam knikt begrijpend.

'Kom we gaan voort zoeken', zegt Charlotte die Sam mee trekt.

Na een uur hebben ze nog steeds geen spoor van de zwarte wolf gevonden.

Sam gaat uitgeput op de grond liggen.

'Charlotte ik kan echt niet meer, gaan we niet gewoon terug naar huis?', zeurt Sam moe.

Charlotte zucht en schudt haar hoofd. 'Sam, we moeten echt voort zoeken.'

Sam staat zuchtend op. 'Charlotte we kunnen morgen toch voort zoeken?', blijft hij zeurend vragen, maar Charlotte schudt haar hoofd weer.

'Sam, morgen kan ik niet. Ik moet voor de eerste keer met mijn vader gaan jagen.'

Charlotte slikt haar tranen weg. Ze wilt echt geen dier vermoorden, dat vindt ze veel te zielig.

'Ow ja dat was ik vergeten, sorry Charlotte. Maar gaat het wel?'

Charlotte schudt haar hoofd. 'Ik moet een dier vermoorden, dat is zo zielig.'

Er rolt een traan over Charlotte haar wang, maar die veegt ze snel weg.

Sam ziet het en trekt haar snel in een knuffel.

'Ssst het komt wel goed', probeerd Sam haar gerust te stellen, maar ze schudt haar hoofd.

'Charlotte, als we nu samen naar jou huis gaan kan ik aan jou vader vragen of ik mee mag. Ik heb vorige week voor de eerste keer gejaagd, dan kan ik je helpen. Zou je dat dan leuker vinden?'

Charlotte knikt en geeft Sam een knuffel. 'Dankje Sam.'

Samen met Sam loopt ze richting haar huis.

Ze gaat zenuwachtig voor de deur staan Zou Sam mee mogen van haar vader?

Sam klopt op de deur die Charlotte haar moeder open doet.

'Hallo Charlotte en Sam, kom binnen', zegt de moeder van Charlotte glimlachend.

'Waar is de vader van Charlotte?', vraagt Sam die terug glimlacht.

'Hij zit in de woonkamer.'

Sam en Charlotte knikken en lopen naar de woonkamer waar ze de vader van Charlotte in de zetel zien zitten.

Ze nemen plaats naast hem en wachten tot hij hun aankijkt.

'Hallo meneer ik wou vragen of-', zegt Sam maar wordt onder broken door de vader van Charlotte.

'Je mag mij James noemen hoor, en sorry dat ik je onderbreek dat is heel ombeleefd van mij', zegt de vader van Charlotte glimlachend.

Sam knikt. 'Oke James, zou ik misschien morgen mee mogen om Charlotte te helpen met jagen?'

De vader van Charlotte denkt na maar knikt dan toch.

'Ja is goed, Sam. Ik zie je morgen om 11 uur hier'

'Dat is goed bedankt.'

Sam geeft Charlotte nog een knuffel en loopt dan weg om naar zijn eigen huis te gaan.

En nu hopen dat alles goed komt!

De volgende dag gaat Charlotte samen met Sam en haar vader jagen.

'Oke Charlotte, jij mag kiezen hoe je een dier wilt doden. Je kan tussen een geweer, mes en pijl en boog kiezen', zegt haar vader die zijn dochter trots aankijkt.

Charlotte kijkt angstig van het geweer naar het mes en dan naar de pijl en boog.

Wat zal ze kiezen?

Na een tijdje kiest ze dan toch maar voor de pijl en boog.

Met trillende handjes pakt Charlotte de boog en de koker met de pijlen in vast.

'Oke Charlotte probeer eerst naar die plastic pop daar te schieten', zegt haar vader die naar de pop wijst.

Sam gaat naast Charlotte staan en helpt haar de boog goed vast te houden.

Na een paar keer mis geschoten te hebben lukt het haar eindelijk.

'Wow hij zit mooi in het midden', roept Sam trots.

Er verschijnt een kleine glimlach op Charlotte haar mond, maar die is zo snel als die kwam al weer weg.

'Oke Charlotte ik heb daar juist een kude herten gezien, dood er één en neem hem terug mee naar hier', zegt haar vader die naar rechts wijst.

Charlotte slikt. 'Vader, ik wil geen dieren vermoorden.'

'Je moet wel, Charlotte. Iedereen van de familie deed het dus jij ook.'

'Maar..'

'Niks maar! We hebben het er straks wel over.'

Charlotte schudt haar hoofd en gooit de pijl en boog op de grond.

'Vader, ik wil dit niet doen! Oke iedereen van de familie deed het, maar ik ga het niet doen! Ik ga de eerste van de familie zijn die geen jager wordt of je het nu goed vindt of niet!'

Charlotte kijkt nog een laatste keer naar haar vader en loopt dan weg.

Ze loopt naar het huis van haar oma en klopt op de deur.

Haar oma opent de deur en kijkt haar verward aan. 'Hallo lieverd, waarom kom je op bezoek? Ging jij niet met je vader voor de eerste keer jagen?'

Charlotte knikt. 'Ik vertel het sebiet, mag ik binnen komen?'

De oma van Charlotte knikt en laat haar binnen.

Samen gaan aan tafel zitten.

'Vertel me alles maar, lieverd.'

Charlotte knikt en begint te vertellen.

'Ik ging samen met mijn vader en Sam jagen. Ik mocht tussen een geweer, mes en pijl en boog kiezen. Ik koos voor de pijl en boog en moest op een plastic pop oefenen. Toen de pijl na een tijdje mooi in het midden was moest ik een hert gaan doden, maar dat wou ik niet. Ik zei tegen mijn vader dat ik geen jager wil zijn. Hij werd boos en zei dat iedereen van de familie een jager is en was. Toen zei ik dat ik dan de eerste van de familie ging zijn die geen jager wordt. En toen ben ik weg gelopen richting jou huis. En nu ben ik hier.'

Haar oma knikt. 'Ik wou vroeger ook geen dieren vermoorden.'

'Wat heb je dan gedaan?'

'Ik wou dat mijn ouders een keer trots op mij gingen zijn dus heb ik een dier vermoord.'

'Werd je daarna jager?'

Haar oma houdt haar schouders op. 'Soms moest ik een hert gaan doden en meenemen, maar ik wou geen dieren doden dus kocht ik ze bij een vriend.'

Charlotte kijkt haar oma met grote ogen aan. 'Ben je ooit betrapt geweest?'

Haar oma schudt haar hoofd. 'Maar als je echt geen jager wilt zijn moeten je ouders dat begrijpen.'

Charlotte knikt. 'Wat moet ik dan doen?'

'Ga met ze erover praten, ze zullen je wel begrijpen.'

'Dankje oma, je bent de beste.'

'Dat wist ik al, lieverd. Dat wist ik al.'

Wow 2115 woorden cool! Schrijf in de reacties wat je al van dit boek vindt. En stemmen zijn ook altijd welkom.😁😁😁

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro