Zaynn pakt mijn hand vast en trekt mij uit de kooi. Samen rennen we achter de anderen aan die om de beurt in het water springen. Ik haal diep adem en spring ook het water in. We zwemmen achter Jesy en Sarah naar weet ik veel waar. Het ziet er allemaal heel wonderbaarlijk uit maar hun schijnen de weg hier te weten.

Net als ik voel dat ik bijna geen lucht meer in mijn longen heb zijn er de grot uit en kunnen we omhoog zwrmmen. Het licht bij het wateroppervlak word steeds groter en mijn hoofd komt boven water. Meteen vul ik mijn longen vol met lucht. Even doe ik mijn ogen genietend dicht van de ontspanning die door mijn lichaam suist maar dan open ik mijn ogen. We zijn in het meer naast zweinstein. Ik dacht dat we in het kasteel van die zwadderraar waren. Zo te zien ben ik niet de enige die verbaast is over de uitkomst.

"We zouden bij die van moeten uitkomen." Hoor ik Jesy verbaast zeggen. Zonder dat iemand antwoord zwemmen we naar de oever van het meer, in de hoop dat we niet door wierlingen of andere beesten worden teruggetrokken. Uitgeput laat ik mij op de oever vallen en ik haal nog een aantal keer die adem voor dat ik opsta, en in de richting van het kasteel loop.

"Kunnen we wel zo ma het kasteel terug inlopen?" Vraagt Jade en ik draai mij weer om. "Er zullen vast mensen bij de poort staan en zich afvragen waar we zo nat vandaan komen."

"Je hebt een punt." Geef ik toe. "Maar hoe komen we anders naar binnen?" Ik zie Louis iets tegen Leigh fluisteren. Leigh knikt blij als Louis is uitgepraat en draait zich weer om naar ons.

"Louis heeft een geweldig idee!" Ze geeft Louis een por in zijn zij als ze merkt dat hij naar haar staart in plaats van het plan aan het uitleggen is.

"We kunnen wel een paar bezems lenen slash stelen bij het zwerkbal veld en zo via de uilentoren naar binnen vliegen, aangezien die ramen daar toch altijd openstaan." Blij stemmen we er allemaal mee in en we gaan op weg naar het zwerkbal veld.

-

En na ongeveer een half uur hebben we het voor elkaar gekregen om de bezems buiten te brengen zonder door Hagrid gesnapt te worden die Muil aan het uitlaten was langs het zwerkbal veld. Nu zit ik met Sarah op een bezem en vliegen we richting de uilentoren. Het begint intussen al te schemeren en dat betekent dat we snel naar de kamers moeten gaan want anders worden we misschien gesnapt omdat we 's nachts door de gangen lopen en dat willen we liever niet. Een paar meter verderop zie ik dat Louis en Leigh al veilig zijn geland dus weet ik dat ik mij nu moet klaarmaken. Ik kan op zich wel vliegen maar ik ben super slecht in landen. Ik ben een keer in een boom verstrikt geraakt dus dat is de reden dat ik geen zwerkbal speel.

Voorzichtig laat ik mijn bezem een beetje dalen en probeer niet te slingeren zodat Sarah er niet afvalt. Ik vlieg, op één redelijk snel tempo, door twee pilaren heen en suis recht op een grote berg hooi af. Snel spring ik van de bezem en dat zie ik Sarah ook doen zodat we niet tegen de muur aan crashen. Het volgende moment land ik in een berg hooi en ligt en een kapotte bezem tussen mij en Sarah in.