Gegrepen

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Nog een splintertje, en dan is ze af. Als deze viool, mijn eerste viool niet perfect wordt, dan was ik beter geen vioolbouwer geworden.
Maar ze wordt perfect. Ik voel het. Ik wil dat ze zó perfect is dat er hordes journalisten zich voor mijn deur verdringen. Zó perfect dat ik ze niet voor al het geld van de wereld wil verkopen, maar ze houd om er zelf op te spelen. Een oneindig veel beter instrument dan mijn huidige 'goedkope' viool.

De viool is af. En ze is nog perfecter dan ik me had voorgesteld. Ik kan het niet laten om mijn handen over het gladde hout te laten glijden. Ik bevlek de perfectie met mijn imperfectie. Uiteindelijk zwicht ik voor haar lokroep. Ik pak mijn vertrouwde strijkstok in mijn rechterhand en mijn ultieme creatie in mijn linker. Terwijl ik haar onder mijn kin plaats, voel ik me volmaakt gelukkig.
Maar zodra mijn eerste noot klinkt, valt al dat geluk in het niet. Dacht ik zo-even niet gelukkiger te kunnen zijn, dit gevoel van euforie overstijgt alles.
Zonder ook maar één noot vals te spelen, snel ik van de lage sol drie octaven hoger en weer terug, en dat in vijf seconden. Dingen die me vroeger nooit lukten of pas na maandenlang zwoegen, gaan me nu moeiteloos af. Ik speel het vioolconcerto van Tchaikovsky, gevolgd door een van de capriccio' s van Paganini en een vioolsonate van Mozart. En alles is perfect, tot in de puntjes verzorgd. Nee, het is méér dan perfect. Zelfs niet de beste violist ter wereld zou het me nadoen.
Ik speel uren aan een stuk. Het vioolconcerto van Beethoven, dat beroemde van Mendelssohn, de vioolsolo uit Scheherazade, een sonate van Prokofiev; het ene na het andere werk vloeit uit mijn vingers, uit mijn viool. Het heerlijke gevoel zindert in mij. Niet ik, een onbekende violist en vioolbouwer, speel, maar een engel, God. Wie anders zou deze prachtige muziek kunnen voortbrengen? Nee, dat kan ik niet zijn.
Wanneer de middag verstrijkt, overwint mijn honger naar enkele stevige boterhammen mijn honger naar klanken. Maar als ik wil stoppen met spelen, merk ik dat dat niet lukt. Mijn vingers blijven bewegen, mijn strijkstok blijft strijken. Ontzet ren ik naar de deur van mijn huis en roep luidkeels: "Help!"
Er komt geen reactie.
Wat had je dan gedacht? verwijt ik mezelf.
Omdat ik geen andere mogelijkheid zie, zet ik me met mijn rug schrap tegen de muur achter mij en begin verwoed tegen het slot van de deur te trappen. Ondertussen speel ik nog steeds verder.
Eindelijk springt het slot open. Begeleid door de prachtige klanken van Brahms' vioolconcerto, ren ik de straat op.
Iedereen staart me aan.
"Help!" schreeuw ik. "Help me, alstublieft!"
Ik loop verder, terwijl ik nog steeds om hulp roep. Het is een tegenstrijdig gevoel, dat nu van me bezit heeft: ik ben in paniek, ontzet, vol afschuw, maar ook zijn er die rijke klanken, die onveranderde euforie, die prachtige melodieën en onvervalst geluk. Ik voel me verscheurd en geradbraakt.
"Help me!! Ik kan niet meer stoppen met spelen!" Hijgend hap ik naar adem. Al de mensen binnen gehoorsafstand zijn te verbijsterd om te reageren en te zeer in de ban van de onmenselijke muziek die ik veroorzaak.
"Heelp!! Heeeelp!!!!" Uitgeput sta ik stil. Maar niemand helpt me.
Ik ga weer verder. Ik ben nauwelijks nog in staat om te bewegen. Toch doe ik het, in de hoop dat iemand me verlost.

Ik raak verblind door mijn wanhooptranen en struikel. Die val is mijn redding. Tijdens mijn duik verpletter ik mijn viool. De muziek houdt op. Ík houd op. Huilend om de vernietiging van mijn prachtige, vervloekte levenswerk, en ook van angst, blijf ik zwemmend tussen stukjes hout op de grond liggen.

Ik heb wat ik wilde. Mijn roem verspreidt zich over de hele wereld. Hordes journalisten verdringen zich voor mijn deur. Allemaal omwille van mijn perfecte viool. Mijn té perfecte viool. Zó fantastisch dat ik niet kon ophouden met spelen en alles beter klonk dan het ooit had geklonken. Maar als ze té perfect was, dan was ze misschien toch geen goddelijke schepping. Ze is 'té', hoe kan ze dan ooit volmaakt zijn?
Hoe kan perfectie ooit voortkomen uit imperfectie?
Het grootste bewijs van míjn gebreken is wel, dat ik iets perfects wilde creëren. Ach, hoogmoed komt voor de val. Mijn viool is vernietigd en iets perfects zal ik nooit meer creëren. Ik weet niet of ik ooit nog iets zal maken.

Voor mij liggen mijn oude viool en mijn strijkstok. Ze zijn niet perfect, maar goed genoeg, goed genoeg voor mij.
Ik pak ze vast en begin te spelen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro