11. Herderin

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

zaterdag 7 oktober , 8u05

'Kom op slaapkop! Tijd om op te staan!' schreeuwde Eva lacherig terwijl ze de gordijnen met een ruk opzij schoof. Zonder op zijn antwoord te wachten, opende ze de ramen en liet de koude en vochtige herfstwind zijn slaapkamer binnen waaien.
'Hé! Wat is dit nou weer?' bromde er een schorre en verontwaardigde stem van onder de dekens.
'Dit, meneertje Wolfs, heet frisse lucht. Lijkt me hier best nodig! Jezus, man, het ruikt hier net alsof er hier een heel leger heeft liggen maffen!'
'Als jij mij nou gewoon met rust zou laten, dan heb je daar helemaal geen last van.' mompelde Wolfs boos terwijl hij zijn hoofd met zijn kussen probeerde te bedekken.
'Nee, Wolfs, je moet eruit! Kom op!'
Verbaasd schoof Wolfs zijn kussen van zijn hoofd en slaperig opende hij zijn ogen. Hij vond de strenge blik van zijn reeds aangeklede partner en zuchtte 'Jeetje Eef, hou op! Het is weekend. Ik heb geen enkele reden om zo vroeg uit mijn bed te komen.'
'Oh jawel, die heb je wel!' antwoordde Eva luchtig terwijl ze de dekens van haar partner af sloeg 'jij moet namelijk een ontbijtje voor me komen maken!'
'Eef, alsjeblieft zeg! Kan je dat nou nog steeds niet zelf?' mompelde Wolfs geïrriteerd terwijl hij de slaap uit zijn ogen wreef.
'Jawel, maar ik heb plannen voor vandaag. Wij gaan samen wat leuks doen, dus kom je nog of ga je hier een hele dag liggen stinken?'
Een beetje tegenstribbelend kwam Wolfs langzaam het bed uitgestapt. Eva bekeek het tafereel aandachtig. Langzaam verscheen er een glimlach om haar lippen en ze vergat even dat ze hier eigenlijk al lang niet meer moest staan. Ze liet haar ogen over zijn alleen in een boxershort gehulde lichaam glijden en beet verlangend op haar onderlip.
Wolfs merkte hoe haar ogen zijn lichaam scande en ongemakkelijk slofte hij naar de deur.
'Als ik hier geen hele morgen mag liggen stinken, mag jij hier ook geen hele morgen naar me staan te staren...' mompelde hij verlegen terwijl hij langs haar heen liep.

Ongeduldig tikte Eva met haar voet op de grond. Als de rit hiernaartoe al lang was geweest, was de wachtrij voor de kassa dat al helemaal.
'Eef, vertel nou. Wat doen we hier?' siste Wolfs in haar oor. Ze voelde hoe zijn adem zich langs haar oorlelletje verder in haar nek verspreidde en een onzichtbare rilling ging over haar ruggengraat.
Als hij nou ooit maar eens zou weten hoe ontzettend opwindend dit is.
In een poging haar verliefdheid te negeren, negeerde Eva natuurlijk ook Wolfs. Ze schoof verder door en stond eindelijk voor de kassa.
'Goedemorgen, twee kaartjes voor dit hier...' zei Eva met een gemaakte vriendelijkheid. Ze tikte met haar vinger op één van de afbeeldingen uit het programmaboekje van het museum.
'Goedemorgen mevrouw. En u wil kaartjes voor "dit hier"? Wat bedoelt u precies?' sprak de jonge medewerkster achter de kassa.
'Nou ja voor deze tentoonstelling.' zuchtte Eva ongeduldig terwijl ze nogmaals vaag met haar vinger op de brochure wees.
Wolfs keek over haar schouder naar haar vinger en lachte zacht. Met zijn ogen rollend schoot hij Eva ter hulp: 'Ze bedoelt: twee kaartjes voor de tentoonstelling over de werken van Matthijs Maris, alstublieft.'
'Ja, dat is hem! Die bedoel ik!' stotterde Eva er onhandig achteraan.
'Oh, juist ja, oké. Maar de tijdelijke exposities kan u gewoon bezichtigen als u het museum bezoekt. U betaalt dus een museumticket waarmee u ook gewoon de expositie van Maris kan bezoeken. Twee tickets, zei u? Dat is dan vijfendertig euro alstublieft.'
Een beetje rood van schaamte en wat onverstaanbaars mompelend, betaalde Eva met haar pinpas. Wolfs keek haar verliefd aan en zuchtte.
Ze zou eens moeten weten hoe ongelofelijk schattig ze soms is.

Het leek wel eeuwen geleden dat Wolfs nog in het Rijksmuseum van Amsterdam was geweest. Eerst nam hij Eva mee naar de permanente collectie die hij vroeger, toen hij nog hier woonde, wel regelmatiger kwam bekijken.
'Oh, Eef, wat is het heerlijk om hier terug te zijn. Dit is toch prachtig!' sprak hij bijna lyrisch terwijl hij met zijn armen naar alle kunstobjecten om hem heen gebaarde.
'Nou ja, prachtig? Pfff...' mompelde Eva die reeds vermoeid van het lange slenteren neerplofte op de zachte banken in de Nachtwachtzaal. Al haar mislukte pogingen om te doen alsof dit alles haar werkelijk interesseerde, maakte Wolfs aan het lachen. Vertederd door haar inspanningen ging hij naast haar zitten.
'Rembrandt is niet helemaal jouw ding, hé?' glimlachte hij zacht.
Eva haalde haar schouders op en mompelde: 'We waren hier voor die tijdelijke tentoonstelling van die Matthijs... Matthijs... ja, nou, hoe heet die nou weer?'
'Matthijs Maris' vulde Wolfs haar geamuseerd en met een brede grijns aan.
'Juist ja! Je zeurt al weken dat je het zo spijtig vindt dat je niet meer in Amsterdam woont omdat je die expositie zo graag wou bezoeken. En nu breng ik jou helemaal tot hier en nu zitten we onze tijd te verspillen door naar één of andere Rembrandt te kijken.' zei Eva op klagerige toon.
Overdreven verbaasd en semi-geschokt kronkelde Wolfs zijn wenkbrauwen in de vreemdste bochten.
'Eva van Dongen!' berispte hij haar terwijl hij waarschuwend zijn onderwijzend vingertje in de lucht stak. 'Dit is niet zomaar "één of ander Rembrandt"! Dit is zijn beroemdste werk: "De Nachtwacht". En zelfs dan nog! Onthoud goed: Rembrandt is nooit tijdsverspilling!'
Wolfs schoot in de lach door haar bijna angstige blik en Eva rolde vervolgens verveeld met haar ogen.
'Maar je hebt gelijk!' fluisterde Wolfs enthousiast. Hij trok haar bij haar pols omhoog en nam haar hand stevig vast.
'Kom op! We gaan die tentoonstelling van de werken van Maris zoeken! Oh, Eef, ik vind dit alles écht zo fantastisch!' lachte hij alsof hij een kleine jongen in een speeltuin was. Speels en dankbaar greep hij haar bij haar schouder beet. Hij duwde haar even héél stevig tegen zich aan en alsof hij eventjes alle controle verloor, kuste hij haar lang en hartstochtelijk vlak naast haar mond.
Met de tinteling van zijn lippen nog op haar wang, liet Eva zich gewillig door de sterke armen van Wolfs meevoeren. Weg van de Rembrandt, die ze nu opeens oprecht prachtig vond.

'Wolfs, dit is niets. Echt. Ik zie hier werkelijk niets in, man!' mompelde Eva. Voor haar hing een grote majestueuze lijst met daarin één van de beroemdste werken van Matthijs Maris.
' "The Shepherdess" ' mompelde Wolfs nadenkend terwijl hij zich naar de muur boog om de naam van het kunstwerk te kunnen lezen.
'Niets, Wolfs, ik zie er niets in.' fluisterde Eva geïrriteerd 'het is enkel een groot laken vol grijze, donkere en mistige vegen.  Een verspilling van verf, als je het mij vraagt.'
Wolfs keek haar even grijnzend aan en zachtjes werd ze bij haar heupen vastgegrepen. De handen van haar partner leidde haar voorzichtig een beetje naar links en lieten haar een kleine meter verder naar achter weer stilstaan. Zijn handen gleden even naar haar middel, terwijl zijn vingertoppen op haar heupen bleven rusten. Voorzichtig, maar nog steeds met zijn handen brandend om haar lichaam, zette hij een stapje opzij zodat hij nu schuin achter haar stond.
'Kijk goed.' fluisterde zijn warme adem in haar oor. Ze knikte even en slikte een plots opgekomen droogte uit haar keel weg. Daarna deed ze echt haar best om te doen wat hij haar vroeg. Maar omdat ze zich heel goed bewust was van het feit dat hij zich vooroverboog en dat zijn gezicht nu net naast dat van haar was, stokte haar adem telkens weer opnieuw in haar keel.
Concentreer je Eva. Concentreer!
De warmte van zijn handen om haar middel en de zwakke gewaarwording van zijn baardje dat soms schijnbaar toevallig over haar wang streek, maakte het haar niet makkelijk. Maar toch zag ze opeens uit het niets in het schilderij een vrouwelijk figuur opdoemen.
'Het is een vrouw.' fluisterde ze schor 'ergens in die mist en tussen al de grijze verflagen, zie je een vrouw. Kijk! Daar is haar hoofd... en daar zie je haar handen! Ze kijkt omhoog! Zie je haar lippen, Wolfs? Daar!'
In Eva's stem weerklonk meer en meer verbazing. Haar ogen werden groter en wijzend met haar vinger begon ze herkenbare contouren in het schilderij aan te duiden. Wolfs keek naar de verwondering in haar blik en een verliefde glimlach brak uit over zijn hele gezicht. Des te enthousiaster Eva werd, des te meer Wolfs zijn liefdevolle greep om haar heupen onbewust verstevigde. Opeens keek Eva opzij. Haar verwonderde blik vonden de met pretlichtjes gevulde ogen van Wolfs en haar tong werd opeens zo zwaar dat ze opslag niets meer wist uit te brengen.
Hij kijkt zo... zo... teder. Net of ik ben het mooiste wat hem kon overkomen. Hij kijkt zo verliefd. Nee, Eva, STOP! Je beeldt je dit in.
Maar het moment was te intens om de gedachten van haar af te schudden. Haar gedachten werden terug gekatapulteerd naar een moment van jaren geleden. Naar een moment in een loods op een luchthaven.  Samen kijkend naar een ander meesterwerk. Het moment dat ze dit voor het eerst voelde. Het moment dat ze zich voor het eerst had gevoeld zoals ze zich sindsdien in zijn buurt elke keer weer voelde. Het gevoel van een allesomvattende, vreselijk irritante en oh-zo-heerlijke gloed die sinds toen als een krankzinnige en huiveringwekkende koorts door haar aderen stroomde.
De koorts van verlangen. Het helemaal in de ban zijn. Gek zijn. Op hem. Van hem.
Niet meer in staat nog na te denken, kantelde ook Eva haar hoofd opzij en zachtjes liet ze haar slaap tegen die van hem zakken. Het prikkelend gevoel van zijn baardje plaagde opnieuw de huid van haar wang en even alles vergetend en genietend staarde ze naar het kunstwerk voor haar.
'Dit is net als bij die Brueghel. Toen... weet je nog?' Eva had het gemompeld nog voor ze het besefte.
'Ja.' zuchtte Wolfs verliefd 'Net als bij de Brueghel.'
Geschrokken door haar eigen uitspraak, zijn antwoord en de genegenheid die in zijn stem weerklonk, draaide Eva haar hoofd weer zijn kant op. Wanhopig van de liefde die ze voelde, haakte ze haar ogen in die van hem. Stilletjes en intens keken ze elkaar aan. Elk hopend dat de andere enkel maar door hun intense oogcontact zou voelen wat ze elkaar al zo lang zo graag wilden vertellen.

'Het was heerlijk toen, Eef.' fluisterde Wolfs. 'Zo dicht bij jou. Het was heerlijk. Net als nu.'

Eva glimlachte verlegen. Héél even wist ze het zeker.
Hij voelt hetzelfde.



A/N: Als het goed is, zouden jullie bovenaan het hoofdstuk (een stukje van)'The Sherpherdess' van Matthijs Maris moeten zien.
Sorry lieve mensen, ik kan het niet laten om de Nederlanders onder jullie te wijzen op jullie fantastisch cultureel erfgoed.  Dus gebruik ik het maar even als decor voor een beetje fleva.  Net als de scenarioschrijvers van Flikken Maastricht  in het eerste seizoen een Vlaams meesterwerk gebruikten bij het creëren van -naar mijn gevoel- nog steeds één van de meest geslaagde flevamomentjes.  

Maar de vraag blijft natuurlijk: wanneer gaat Eva de moed vinden om Wolfs te zeggen dat ze een pleegkind wil?   Of misschien kan Wolfs zich wel niet langer bedwingen en confronteert hij haar met zijn ontdekking?  
Wat denken jullie?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro