34. Verhoor

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng




vrijdag 9 november, 9u37

Eva kon het nog steeds niet geloven.  Alles wat de laatste dagen en uren had plaatsgevonden, bleef zich als een film voor haar ogen herhalen.  En het slingerde haar gehele gevoelsleven van het ene uiterste in het andere.  Van pure vertedering tot de grootste walging.  Natuurlijk was alles begonnen in de ene nacht.  Die ene nacht, twee dagen geleden.  De nacht waar haar hele lichaam, haar hele ziel al jaren naar leek te hunkeren, bleek nu haar grootste fout te zijn.  En toch kon Eva alleen maar smachtend terugblikken naar die wonderlijke nacht.  Alles aan hen was toen zo naakt geweest.  Zo kwetsbaar.   Zo innig.  Zo broos.  En Eva had zich in al die broosheid, al die naaktheid, al die innige tederheid zo ontzettend met hem verbonden gevoeld.  Ze had hém zo dichtbij gevoeld.  Naast haar, op haar, onder haar, in haar, hij was overal geweest.  Hij was weggezonken in haar.  En zij in hem.  En wat er nu ook allemaal op handen mocht zijn, ze weigerde elke kostbare seconde van die nacht de geschiedenis te laten ingaan als een vuile leugen of een smerig spel.  Maar ze kon niet ontkennen dat het toen begonnen was.  En dat ze het op dat moment ergens in haar achterhoofd nog had beseft ook. Donderdagmorgen was er nog geen vuiltje aan de lucht geweest.  Eva had zelfs niet eens het gevoel gehad dat wat er die nacht was gebeurd, een grote vergissing was geweest.  In tegendeel.  Het ontbijt was begonnen met het afschuwelijk verwennen van hun pleegkind.  Amber had niet eens over de stapel croissants en broodjes kunnen kijken die Wolfs haar met een brede glimlach had voorgeschoteld.  Hij had Eva en Amber de mooiste vrouwen ter wereld genoemd en er lachend aan toegevoegd welke eer het voor hem was om hun slaaf te mogen zijn.  Amber had hem daarop getrakteerd op enkele zweepslagen met haar serviet en Wolf had zich lachend aan zijn jongste meesteres overgegeven.  Eva had de uitzonderlijke scène gefilmd, terwijl de andere twee giechelden alsof ze beiden twaalf jaar waren.  En toen ze Amber naar school hadden gebracht, verlegde Wolfs zijn onverdeelde aandacht naar Eva.  Vanaf dat moment was donderdag 8 november gevuld met steelse blikken, dubbelzinnige maar desalniettemin opwindende opmerkingen, kleine attenties en elektrisch geladen strelingen.  En toen dat patroon zich 's avonds aan de keukentafel verderzette, ging de deurbel en werd alles anders.
Hans Verbeek en drie van collega's van de politie kwamen de Ponti binnen.  Op de voet gevolgd door Mechels.  De mededeling was koel en afstandelijk geweest.  Er was klacht ingediend tegen Wolfs.  En de aanklacht ging om een zedendelict.  De Rijksrecherche was op de hoogte gebracht.  En Pleegzorg ook.  Amber moest haar tijdelijk pleeggezin zo snel mogelijk verlaten.  Hoe zeer Hans Verbeek het ook betreurde, de aanklacht kwam uit een zeer betrouwbare bron en men kon geen enkel risico nemen.  Zeker niet als het om een minderjarig meisje ging. En zo zag Eva de gelukkigste dag van haar leven veranderen in een nachtmerrie.  Haar pleegdochter werd vroegtijdig van haar afgepakt.  Haar partner werd meegenomen.  En zij bleef alleen achter.

En nu stond ze hier, terwijl dit eigenlijk niet mocht.  Maar Mechels had over haar hart gestreken en naar de andere kant gekeken toen Eva het observatielokaal naast dat van de verhoorkamer binnenging.  Naast haar stond Marion en beiden stonden ze gespannen door de geblindeerde ruit naar het verhoor van de Rijksrecherche te kijken.
'Dus meneer Wolfs.' herhaalde één van de rechercheurs 'U blijft erbij dat mevrouw Dekker u heeft verleid.  U bent met haar mee naar huis gegaan, maar volgens u was dat omdat ze u chanteerde. Desondanks hebt u met haar gezoend, u hebt haar ook uitgekleed en aangeraakt, maar dat was geheel met haar toestemming?'
'Precies.  Geheel met haar toestemming en ook geheel tegen mijn eigen wil!  En dat is precies waar het schoentje wringt, want ik heb uiteindelijk geweigerd met haar naar bed te gaan.  En daarvoor wil ze nu wraak. ' antwoordde Wolfs terwijl hij zenuwachtig aan zijn vingernagels frunnikte.
'Ze dreigde mij en mijn partner af te keuren als pleegouders als ik niet met haar naar bed ging.  En ik was er niet fier op , maar ik dacht dat ik geen andere keuze had, dus ging ik met haar mee naar haar huis.  Maar na wat zoenen heb ik gezegd dat ik het niet wou.  Dat ik het niet kon.  Omdat ik mij vreselijk schuldig voelde.  Omdat ik het niet kon maken tegenover mijn partner.'
'Voor de goede orde: u bedoelt uw werkpartner, toch?'
'Ja, nou ja... ik bedoel inderdaad Eva.  Dat is duidelijk, toch?'
'Niet echt, meneer Wolfs.  Als ze uw werkpartner is, waarom kan u het dan niet maken om met een andere vrouw naar bed te gaan?  Tenzij mevrouw van Dongen meer voor u is dan een werkpartner natuurlijk... .'
'We hebben geen relatie, als het dat is wat u bedoeld.'
'Dat hoop ik voor u, meneer.  Moest dat wel zo zijn, hebt u nog een groter probleem, lijkt mij.  Dan bent u hoe dan ook uw baan kwijt en mag u ook nog eens aan haar gaan uitleggen dat u haar bedroog.'
'Eva weet dat ik nooit iemand zou aanranden!'
'Nou dan is zij alvast goedgeloviger dan wij.'
'Jullie hebben toch geen bewijzen? Het is toch Celia's woord tegen het mijne?'
'Dat klopt, maar u hebt ook geen bewijzen die u vrijpleiten.  En dan is de verdenking van een zedendelict op zijn zachts gezegd redelijk nefast voor uw verdere carrière.  Evenals voor uw kandidatuur als pleegouder.'
Eva's maag kromp bij elkaar.  Ze zag hoe deze woorden dezelfde uitwerking hadden op haar partner.  Wolfs liet zijn wanhopig schuddende hoofd in zijn handen zakken en maakte een luide maar nog steeds gesmoorde kreet. 
Opeens hief hij zijn hoofd opnieuw omhoog.
'Ik heb wel een bewijs!  Of tenminste: een getuige.  Er was een ober in dat restaurant.  Die moet het gehoord hebben.'
'Wat? Wat zou die gehoord hebben?'
In het naburige kamertje hapte Eva naar lucht.  Onbewust zette ze een stap dichter naar het glas tot haar neus er zowat tegen plakte.
'Hoe Celia mij bedreigde.' hakkelde Wolfs.
'Ja, die ober moet gehoord hebben hoe Celia zei dat Eva enkel maar haar pleegkind kreeg op voorwaarde dat ik met haar naar bed ging.  Die ober heeft het gehoord.  Hij voelde zich ongemakkelijk.  Nog net niet zo ongemakkelijk als ik mij voelde.  Maar hij heeft het gehoord!  Zoek die verdomde ober!'
'Nou, dat zullen we zeker doen, meneer Wolfs.  Kan u toevallig ook nog een beschrijving geven of zien alle obers er plots hetzelfde uit?'
Gefrustreerd door de beledigende toon van zijn ondervragers, sloeg Wolfs met één vuist hard op de tafel, maar dacht toen toch na.  Héél nauwkeurig was zijn beschrijving niet, maar hoeveel obers konden er op één avond in één bepaald restaurant werken?  Met een beetje goede wil, was het een eitje om de juiste ober te vinden.  En de getuigenis van die ober moest voldoende zijn. Het moest.

Toen het verhoor was afgelopen, bleef Eva voor zich uit staren.  Met het beeld van een lege verhoorlokaal voor haar, deed ze een wanhopige poging om haar gedachten te ordenen.  Net alsof die nog lang niet geordend waren.  Maar waarom deden geordende gedachten dan zo verdraaid veel pijn?
'Eva,' zei Marion zachtjes 'Ik heb de verklaring van Celia opgenomen.  Samen met Mechels.  Dat spijt me, maar het moest.'
Eva knikte dat het goed was.
'En je eerdere gevoel over haar... dat was juist, volgens mij.  Die Celia maakte een ontzettend gehaaide indruk, Eva.  Alsof ze het op voorhand allemaal zo had gepland... .'
Opnieuw knikte Eva.  Machinaal.  Zonder emotie.  Alsof ze een robot was.
'En toch... geloof je hem niet?' fluisterde Marion naast haar. Zachtjes maakte Marion's hand contact met de slanke, in elkaar gezakte schouder van Eva.
'Jawel. Ik geloof hem wel.' zuchtte Eva bijna onhoorbaar.
'Maar toch doet het pijn?'
Eva knikte opnieuw.
'Want Amber is weg?  De kans op een pleegkind is weg?'
'Mijn werkpartner is weg... .' vulde Eva fluisterend aan.
Marion knikte meelevend en gaf Eva een laatste bemoedigend kneepje in haar schouder.  Ze had het gevoel dat ze Eva nu maar beter even met rust kon laten.  Dus traag en voorzichtig liep ze richting de deur.
'En ik voel mij gebruikt.' zei Eva opeens kordaat.  Marion had net de deurknop vast, maar verstijft door de kille bekentenis van haar vriendin, draaide ze zich terug om.
'Hoe bedoel je?'
Eva draaide zich met een ruk naar Marion en met vuurspuwende ogen verloor ze zich in haar tirade: 'Omdat ik het vroeg en hij me niets heeft gezegd.  Omdat hij helemaal verwilderd thuiskwam.   Omdat zijn haren een zooitje waren, omdat zijn hemd uit zijn broek hing, omdat zijn riem niet eens goed vast was!  Omdat hij opeens voor me stond.  In mijn slaapkamer!  En hij godverdomme niets gezegd heeft!  Bij me in bed kruipen.  Dat kon hij.  Mompelen dat ze een heks was.  Dat kon hij.  Zich zo dicht tegen me aan verschuilen, zich haast in mij verstoppen.  Dat kon hij.  Met zijn grote, stijve lul een beetje tegen mijn heup aan komen schuren, dat kon hij!  Hij had verdomme een boom van een erectie, Marion!  En toen ... en toen... toen...'
Eva voelde zichzelf draaien en hapte naar lucht.  De wereld tolde om haar heen.  Gelukkig werd ze snel door de armen van Marion vastgegrepen.  Ze liet zich tegen haar vriendin aanvallen, maar bleef als een soort gestoorde grammofoonplaat snikken: 'En toen... toen...'
Marion knikte en streelde Eva sussend door haar haar.
'En toen hebben jullie gevreeën.  Ssstt... Eef... rustig nou maar.  Ik weet het en ik begrijp het.  Wees nou maar stil.'
Marion bleef Eva wiegen tot deze rustig werd.  Uiteindelijk hield het gesnik op en klonk er opnieuw een kleine, gebroken, krakerige stem: 'Het was fout, Marion!  Het had nooit mogen gebeuren!  Hij heeft me alleen maar gebruikt als lustobject.  Om zijn verlangen te bevredigen.  Het betekende niets.  Hij had met Celia moeten vrijen, niet met mij.  Dat was fout!'
Marion schudde heftig haar hoofd, nam wat afstand en keek haar gebroken vriendin vol medelijden aan.  Toen legde ze zachtjes haar handen rond de betraande wangen van Eva en fluisterde: 'Dat is niet waar, Eva.  Dat hij met Celia zou hebben gevreeën: dat zou fout geweest zijn.  Dat mocht niet gebeuren.  En dat ís ook níet gebeurd.  Dat moet je geloven!  Hij heeft jou niet gebruikt, Eva.  Celia heeft hém gebruikt.  En  jij hebt hem hiervan gered.  Alleen jij kon hem hiervan redden.  Hij zocht troost bij jou, geen lust.  Maar natuurlijk vond hij die wel.  Omdat hij van je houdt.  Omdat jij de enige bent van wie hij houdt.  Daarom kwam hij als een gek naar je toe.  Daarom kroop hij tegen je aan.  Daarom wou hij zo graag met je vrijen.  Dat is de waarheid en alleen dat, Eva.  Geloof mij nou.  Geloof hem nou.  Geloof je eigen liefde nou.'
En weer knikte Eva zacht.  Hopend dat ze dat alles kon.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro