Hoofdstuk 1

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Susan

Ik hoor mijn voetstappen galmen door de lange gang. Lucy zit me lachend achterna. "Susan! Nee! Niet die!" gilt ze. Ik kijk al rennend om mijn schouder. "Jammer Luus!" Roep ik en hou de gouden ketting plagerig omhoog. Lucy stopt opeens en gilt:"Susan kijk uit!" Ik probeer te remmen maar glij door recht tegen een harnas aan. Hij valt om als een domino steen en neemt de andere drie mee in zijn val. Door heel de hal klinkt het kletterende geluid van vallende harnassen. Versuft lig ik op de grond. Voor mijn ogen verschijnen zwarte vlekjes maar ik knipper ze weg. "Lucy?" Caspian komt de gang in gerend. "Wat is er ge-Susan!" roept hij en rent naar me toe en trekt me omhoog. "Gaat het? heb je ergens pijn?" Mijn rug. "N-nee het gaat" zeg ik en glimlach naar hem. "Wat deden jullie eigenlijk?" vraagt hij nog steeds bezorgd. "Susan wil een ketting niet geven die ik graag mee wil nemen op reis" zegt Lucy met een pruillip. "Ow kom op Luus, het was een grapje" zeg ik en geef de gouden ketting aan haar. Lucy lacht als ik hem haar geef. "Dankje Suus!" en ze gaat op haar tenen staan om me op de wang te kussen. "We vertrekken over een half uur" zegt ze terwijl ze achteruit weg loopt. "Ik weet het, dan zullen we bij de kade zijn" zeg ik en Lucy draai zich om en rent weg. "Ze heeft er zin in he" zegt Caspian. "Ja ze verlangt ernaar om naar Calormen te gaan. Maar de zee trekt haar ook, net als jij" zeg ik tegen Caspian en geef hem een snelle kus. Hij heeft nog steeds zijn handen om mijn middel geslagen. "Zullen we een stukje door de bossen gaan rijden?"vraagt hij dan lachend. "Verander je van onderwerp?" Hij grijnst. Hij buigt zich naar me toe. "Ik denk eraan dat we straks alleen zullen zijn. Een maand lang" fluistert hij in mijn oor en ik voel dat mijn wangen rood worden. Caspian pakt mijn hand en trekt me mee. "Kom we gaan rijden, het is zomer!" Zegt hij terwijl hij me meetrekt naar de stallen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro