Hoofdstuk 12-family

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

-Caspian

Ik ren zo snel als ik kan naar beneden. Ik doe niks anders meer, alleen rennen en bidden. Dat is alles wat ik doe, hopen dar Aslan komt, om Susan te helpen. Alweer. De deuren naar de binnenplaats staan al open en de warme zomerwind komt me tegemoet, ook al is het nog vroeg. "Peter!" schreeuw ik. De mensen die zich op het binnenplein verzameld hebben en Peter welkom schreeuwen, stappen voor mij opzij. Peter springt van Efrul en ik ren op hem af, ik sla mijn armen om hem heen. Ik ben nog nooit zo blij geweest Peter te zien. Hij lacht en klopt op mijn rug. "Susan?" fluistert hij in mijn oor. Ik duw me van hem af en bekijk hem; zijn ogen zijn van dichtbij rood van de tranen. "Ze leeft" fluister ik terug. Op Peters mond verschijnt een glimlach. "Kom" zeg ik. We lopen rustig naar binnen, statig. Sommige mensen kijken me verbaasd aan, maar dat snap ik want ik draag mijn kroon niet. En ik heb de hele nacht bij Susan gewaakt, dus ik zie er niet zo fris uit. We lopen snel de trap op, over de gang naar mijn en Suus de kamer. "Niet schrikken" zeg ik tegen Peter als we voor de deur staan. Zijn ogen worden groot. Ik open zachtjes de deur en laat Peter erin. Dan ga ik en doe de deur op slot. Als ik me omdraai naar Peter zie ik dat de tranen vrij over zijn wangen rollen. "Wat is er gebeurt?" zegt hij zacht maar tot met krachtige stem. "Hades" zeg ik.

-Peter

Mijn kleine zusje. Wat is er met je gebeurt? Je bent zo mager en bleek. De tranen stromen over mijn wangen, woede zwelt in me op als Caspian Hades zegt. "Vertel het me Caspian" zeg ik. Caspian gaat op de rand van het bed naast Susan zitten en pakt haar slappe hand. Traviq-die ik nu pas opmerk- komt ook wat dichterbij staan. "Hades zei toch dat hij haar koningin zou maken? Dat ze zijn troonopvolger zou baren? Dat is hem gelukt" zegt Caspian boos. Mijn adem stokt in mijn keel, het lijkt alsof alle lucht weggeslagen wordt. "Ze werd toen jullie weg waren ziek. Het was het wezen. Dokter Cornelius en ik vonden een oude voorspelling. Er stond dat het zijn weg uit haar zou eten. Daardoor is ze zo mager en bleek. Dokter Cornelius heeft gisteravond een operatie bij haar gedaan, om het wezen eruit te halen. Toen hij dat deed stond ik op het punt het te doden. Maar het bewoog razendsnel en sprong uit het raam, en verdween in het bos"
"Hoe zag het eruit?" vraagt Traviq. "Het was wit en had scherpe tanden in de hoeken van zijn mond. Het was een baby maar ook weer niet. Het leek op een duivel zonder hoornes. Het is een vies wezen" Caspian zijn stem trilt van woede. Hij staat op en kust Suus haar hand, dan loopt hij weg. Traviq loopt ook richting de deur. "Ik laat jullie wel alleen" Ik knik en ga naast Susan op een stoel zitten en pak haar hand. "Hee Suus" zeg ik zacht en kijk of ze beweegt. Niks. "Het was jammer dat je niet mee was. Het was fijn" Ik kijk naar haar, haat borstkast gaat op en neer maar verder ziet ze er dood uit. Ik sta op en loop naar de gang en sluit de deur achter me. Ik loop naar de troonzaal, Caspian is daar al en heeft zijn kroon weer op. Ik ga op mijn troon zitten. Aan de geschrokken gezichten van de ministers te zien heeft hij ze het al verteld. "Daarom stel ik voor jacht op het wezen te maken. Het moet dood!" zegt Caspian boos. Buiten hoor ik geschreeuw en gejuig. Dan stormen Edmund en Lucy de troonzaal in. Caspian kijkt verbaasd, net als ik. Ze zouden op z'n minst nog twee dagen weg zijn. "Edmund! Lucy!" roept Caspian en staat op. Lucy vliegt hem om de hals. "Hoe snel zijn jullie hier gekomen?"vraag ik lachend. Edmund grijst. "Vader hielp ons, hij liet een sterke wind komen" Ik zucht. Ed ziet hoe mijn gezichtsuitdrukking veranderd. "Leeft ze nog?" vraagt hij snel. Ik knik. "Ja maar het gaat steeds slechter met haar" Ik vertel Lucy en Ed hetzelfde als wat Caspian mij vertelde. "Maar als het wezen uit haar is? Hoe kan het dan slechter met haar gaan?" vraagt Ed. "Omdat" zegt Caspian. "Hij zich van binnenuit een weg naar buiten baanden, waarschijnlijk is zijn haar ribben gekneusd op gebroken en heeft bloedingen, ik denk ook dat het haar binnenin heeft bevroren"
"En mijn sap van de vuurbloem?" vraagt Lucy. "Eerlijk gezegd denk ik dat dat niet zal helpen maar je mag het proberen" zegt Caspian. Meteen rent Lucy weg. "Ed, ga haar achterna" zeg ik en Edmund snelt achter Lucy aan.

"Vader help ons! Alstublieft, we kunnen de witte heks niet alleen aan Vader. Help ons!" bid ik.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro