Hoofdstuk 27-kisses

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Susan

De volgende ochtend lijk alsof alles niet gebeurd is. Iedereen is vrolijk aan het werk. Caspian ligt nog te slapen. Ik lag naast hem, opgerold als een bal, tegen zijn zij aan te slapen. Ik ben uit bed geglipt en ben in een stoel voor het raam gaan zitten. De zon schijnt in mijn gezicht. Ik doe mijn ogen dicht en zucht. Rust. Ik hoor Caspian gapen, en draai me achterom in mijn stoel. Caspian rekt zich uit. "Goedemorgen lief!" zeg ik vrolijk. Caspian kijkt heel even verbaasd en lacht dan terug. "Goedemorgen Suus!" Hij staat op en loopt naar mijn stoel. Hij gaat voor me staan en buigt zich naar me toe. Zijn ogen boren zich in de mijne. "Hoe voel je je?" Hij bedoelt alsof ik nog nachtmerries heb gehad. "Goed, ik heb heerlijk geslapen!" Caspian grijnst. "Mooi" en zijn lippen raken de mijne. Hij drukt zijn lippen stevig op die van mij en met zijn rechterhand pakt hij mijn hoofd. Ik lach in onze zoen. Ik open mijn mond een klein beetje maar net als Caspian verder wil gaan wordt er op de deur geklopt. Snel trekt Caspian terug en grijnst schaapachtig. Ik voel mijn wangen rood worden. Caspian streelt met zijn linkerhand mijn wang. "Binnen!" roept hij. Ik blijf Caspian aankijken en zie hoe zijn gezicht betrekt. "Majesteit" hoor ik een schraperige stem zeggen en hoest. "Ja, wat is er?" zegt Caspian met donderende stem. Zijn ogen fonkelen en zijn donkerder geworden. "De konvooi met de wapens is overvallen" Nu trekt Caspian wit weg. Ik kijk achterom. In de deuropening staat een jongen van Ed zijn leeftijd, zijn harnas is kapot-er zitten krassen op- en zijn helm staat scheef op zijn hoofd. Ook heeft hij een wond achter zijn oor. "Bedankt voor de informatie soldaat!" zegt Caspian. "Ga je nu maar melden bij de ziekenboeg" De jongen maakt een buigen. "Ja majesteit" en doet de deur weer dicht. Ik ga snel staan maar klamp me meteen aan Caspian vast. Duizelig. Caspian kijkt bezorgt maar ik verman me, lach en zoen hem. Ik bijt speels op mijn lip als ik terugtrek. "Vanavond" fluister ik Caspian in zijn oor wat me een ruige zoen opleverd. Ik kus hem nog een keer en loop dan snel naar de badkamer. Want als het nog langer had geduurd had ik hem niet meer tegengehouden. Dienstmeisjes hebben al een bad voor me laten voorlopen. Ik trek mijn nachtjapon over mijn hoofd en doe mijn ondergoed uit. En laat me dan in het bad zakken. Het water is heerlijk warm en ik dompel mijn hoofd onder. Met mijn adem ingehouden blaas ik bellen uit onder water. Als ik bovenkom veeg ik met mijn hand de haren voor mijn gezicht weg. Ik leg mijn hoofd op de rand van de badkuip en al snel val ik in slaap.

"Suus!" Ik schrik wakker van Lucy. Ze staat naast het bad. Ik ril want her water is intussen koud geworden. "Heb je je wel gewassen?" vraagt Lucy. Ik lach. "Nee, ik ben in slaap gevallen"
"Je hebt een uur geslapen, Peter dacht dat je was verdronken" grijnst Lucy. "Arme Peter" zeg ik plagerig en spat Lucy nat. Ze gilt en doet het terug. "Ik ben toch al nat!" roep ik en begin harder te spatten. Lucy houdt haar handen voor haar gezicht terwijl ze gilt. Opeens wordt ze naar achter getrokken door een bezorgde Peter. Hij staat met zijn zwaard in zijn hand en kijkt wild om zij heen. Ik ga snel op mijn knieën in het bad zitten en bedek mezelf. Het is dan wel mijn broer, maar wat alles wat ik heb meegemaakt ben ik al blij dat ik me durf te laten zien aan Caspian. "Peter" zeg ik terwijl ik een lach probeer te onderdrukken. "Wat is er?"
"Ik hoorde gegil" zegt hij. "Luan? Of was het Hades?!" Ik voel me verdrietig worden door zijn woorden. Hij is er elke dag mee bezig. "Nee Peter. Lucy maakte me wakker en-"
"Wakker" kapt Peter me af. "Ja, ik was in slaap gevallen maar-"
"Je had kunnen verdrinken Susan!" roept Peter en laat Lucy los. Hij stopt zijn zwaard weer in zijn schede en doet zijn kroon recht. "Peter, doe rustig. Alsjeblieft" zegt Lucy en pakt zijn arm. "We waren elkaar gewoon aan het plagen" Lucy kijkt me aan. "Ja, we spatten elkaar nat met het water" zeg ik en Peters blik wordt rustig. "Oh" zegt hij alleen. Lucy heeft hem een duwtje richting de deur. "Ga nu maar weer weg. Ik moet Susan haar haar wassen en als jij ondertussen vast naar de troonzaal gaat dan komen wij er ook zo aan" Peter knikt en loopt dan weg. Lucy doet de deur in het slot en blaast lucht uit. "Pff, hij is echt bezorgd!" Ik glimlach. "Ja, maar hij houdt van ons Luus"
"Dat weet ik" zegt ze terwijl ze zeep in haar handen smeert en het over mijn natte haar verdeelt. "Weet je nog de eerste keer, dat hij voor ons vocht. Toen werd hij geridderd als Peter, wolvendoder" Ik hoor Lucy achter me lachen. "Ja, hij had toen bijna in z'n broek geplaag van angst! Zei hij later"
"Aw" zeg ik en schiet in de lach. Lucy en ik lachen samen en vertellen elkaar meer verhalen. Lucy spoelt mijn haar uit en doet de deur weer van het slot. "Ik ga je badjas halen"
"Oké is goed, dankjewel!" zeg ik. Als ze weg is zeep ik snel mijn lichaam in. Na een minuutje is ze weer terug en ben ik klaar. Ik stap uit bad en trek de badjas aan. "Nu kan ik het wel alleen Luus. Ga maar vast naar de troonzaal"
"Maar ik wilde zo graag je haar doen. In die knot en dan daarom heen een vlecht!" Ik zucht. "Goed dan" en loop mijn kledingkast in. Ik doe schoon ondergoed aan en mijn blauw-groene jurk met goudenrandje. Ik doe mijn laarsjes aan en een paar gouden knopjes in mijn oren. Als ik de kamer weer binnen kom zo Lucy op mijn bed. "Mooie jurk!" Ik draai een rondje. "Dankjewel!" Ik ga op een stoel zitten voor Lucy en ze borstelt mijn haar door. Dan maakt ze een knot en van het overige haar een vlecht die ze om de knot heen doet en dan vastmaakt. Dan sta ik op en pak mijn kroon. Ik zet hem op mijn hoofd. Zo ik ben klaar. "We kunnen" zeg ik en open de deur naar de gang. Lucy en ik lopen snel de gang door naar beneden en stoppen voor de deur van de troonzaal. Er klinkt geschreeuw. Ik duw Lucy achter me en open de deur.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro