Caspian

Ik ren de trap op met mijn hand in die van Suus. ze giechelt zenuwachtig. Ik trek haar mee een kamer in. Niet onze kamer, dan weten ze zeker wat we aan het doen zijn. Ik doe de deur in het slot en loop de kamer door om te kijken als er iemand is. Er is niemand, mooi! Er staat een bed en een stoel, voor de rest staat er niks in de kamer. Ik draai me weer om naar Susan. Ze lacht en ik lach terug. Ik trek haar weer tegen me aan en ze kreunt in mijn oor. Mijn mond vindt de hare en mijn tong tikt tegen haar lippen aan. Ze opent haar mond en onze tongen draaien om elkaar heen. Al zoenend trek ik haar mee naar het bed. Ik ga liggen met mijn benen nog over de rand van het bed. Susan ligt op me en ik rol over zodat Susan onderop ligt. Ik onderbreek de zoen en grijns naar haar. Mijn hand glijdt onder haar jurk naar boven. Suus slaakt een gilletje en ik druk mijn lippen weer op die van haar.

Susan

Hijgend kruip ik dichter tegen Caspian aan. Zijn naakte lichaam is warm tegen het mijne. Ik voel een kus op mijn haar. "Ik hou van je Susan" zegt Caspian hees. Ik duw me op mijn ellebogen omhoog en kus Caspian. "Ik hou meer van jouw" zeg ik. Caspian geeft me nog een snelle kus en slaat dan de deken van zich af. Ik giechel. "Hoelang zijn we weggeweest?" vraagt Caspian als hij zijn ondergoed weer aandoet. Mijn ogen dwalen naar beneden. Ik hoor Caspian lachen en hij loopt naar het bed. Ik schud mijn hoofd en kijk weer naar Caspian. Die staat over me heen gebogen. "Misschien vanavond weer" zegt hij grijnzend terwijl hij me zoent. Mijn handen vinden zijn haren en ik trek zachtjes. Caspian gaat dieper in op de zoen en ik laat me niet tegenhouden. Maar Caspian trekt terug en geeft me dan nog een kus op mijn hoofd. Ik kijk naar buiten, de zon staat laag aan de hemel en het lijkt alsof de lucht brandt. "Het was laat in middag toen ik wakker werd en jij terug kwam. En nu is het bijna donker, ik denk twee uur dat we zijn weggeweest" zeg ik en ik kijk Caspian aan. Die staat met een grijns voor het bed, met mijn kleren in zijn handen. "Ik verzin wel iets" zegt hij terwijl hij de kleren naar me toegooit. Ik knik en glij onder de dekens in mijn ondergoed. Dan mijn korset en dan mijn jurk. Caspian pakt mijn kroon van het nachtkastje en zet hem op mijn hoofd. Mijn schoenen liggen door de kamer en Caspian raapt ze op. "Ik ga alvast. Ik zeg dat we zijn gaan rijden ofzo" Hij blijft lachen. "Maar dan moet je wel eerst die grijns van je gezicht halen" zeg ik en gooi een kussen naar hem. "Ik ben gelukkig, daar is niks mis mee" zegt hij schouderophalend. Ik glimlach naar hem en hij doet de deur van het slot. "Tot zo!" Zegt hij en doet de deur open, loopt de gang in en de deur valt weer dicht. Ik blijf nog even nagenieten en dan doe ik mijn schoenen aan, stap uit bed, en doe de deur open. Ik kijk naar links en dan rechts om te kijken als er iemand loopt. Niemand. Ik doe snel de deur dicht en loop naar beneden.