Hoofdstuk 5- not what it looks like

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Susan

Ik wordt met een barstende hoofdpijn wakker. Ik knipper met mijn ogen. Iemand strijkt haar uit mijn gezicht. Caspian. Hij zit op een stoel naast mijn bed en kijkt me bezorgd aan. "Susan" fluistert hij. Ik slik, mijn mond voelt droog. Wat is er gebeurd? "Caspian" Mijn stem kraakt. "Hij-Hij is terug" zeg ik zachtjes en mijn stem breekt. "Sst, nee Suus" zegt Caspian en komt op de rand van het bed zitten. "Dat kan niet! Aslan heeft hem ergens heengestuurd waar hij overnieuw kon beginnen" Ik knipper en de tranen stromen uit mijn ogen. "Maar de bevroren huizen dan? En het ijs? Het is zomer!" Snik ik. Caspian slaat zijn armen om me heen en tilt me op zijn schoot. Ik laat mijn hoofd tegen zijn borstkast rusten terwijl ik geluidloos huil. "Susan" zegt Caspian. Ik kan aan zijn stem horen dat hij het ook niet meer weet. Mijn blik dwaalt door mijn kamer. Één van de gordijnen waait opzij door de wind uit het open raam. Er valt iets uit de lucht. Sneeuw? Ik worstel me uit Caspian zijn armen die me met een verbaasde blik aan kijkt. Als ik opsta wordt ik meteen duizelig en de hoofdpijn wordt erger. Maar ik ren naar het open raam en geef een schrale gil. Mijn handen vliegen naar mijn mond. Tranen van angst stromen over mijn wangen en nek. De ene kant van de tuin is bedekt met een laagje sneeuw en aan de andere kant is het nog steeds zomer. "Caspian" zeg ik hees. Mijn benen zijn slap en mijn lichaam is zwaar. Ik zak op mijn knieën en sla mijn handen voor mijn gezicht. Ik hoor een zachte bons naast me en dan twee armen om me heen. "Ik weet het Suus" zegt Caspian in mijn oor. "Ik zal je beschermen! Ik zweer bij Aslan zijn manen!"

Caspian

De vrouw in mijn armen probeerde zich sterk te houden maar breekt. Het is te veel. En ik kan niks doen om haar beter te laten voelen! Ik kan haar alleen troosten en vasthouden. Ik tik haar van de grond en leg haar in het bed. Ik trek de deken tot haar kin. "Probeer wat te slapen Suus" zeg ik en kus haar teder. Ik loop weer naar het open raam en sluit het, het gordijn trek ik dicht. Dan loop ik snel de kamer uit. Ik moet dokter Cornelius spreken, hij weet van de oude tijden af. Ik loop naar zijn studeerkamer en kom zonder te kloppen binnen. Dokter Cornelius is met een vergrootglas een dik boek aan het bekijken. Ik schraap luid mijn keel. Verschrikt kijkt dokter Cornelius op. "Ah! Caspian!" zegt hij vrolijk. Dan buigt hij snel. "Mijn koning, vergeef me. Ik vergeet het altijd" Lachend loop ik naar hem toe en pak zijn handen. "Ik weet het dokter en u mag me Caspian noemen. U heeft mij zoveel geleerd!" Dokter Cornelius lacht. "Maar waar kan ik je mee helpen mijn k-Caspian?" "De sneeuw" zeg ik ernstig. Dokter Cornelius knikt en laat zich neervallen in een grote stoel vol kussens. "Aha" zegt hij alleen maar. "Is Hades terug?" vraag ik. "Aslan zei dat hij hem een nieuw leven gegeven had, hij kan toch niet terug zijn!?" Dokter Cornelius staat moeilijk op uit zijn stoel. "Ik was net iets aan het onderzoeken. In een oud boek" Hij loopt naar de tafel toe en wenkt me. Ik ga naast hem staan en hij wijst een tekening aan van twee leeuwen; een zwarte en een gouden. "Volgens dit boek dat stamt uit de tijd van de eerste koningen" zegt Dokter Cornelius en pakt zijn vergrootglas. "Waren er twee leeuwen. Elkaar tegenpolen. Een goede en een slechte en-" "En de goede is Aslan" zeg ik. Dokter Cornelius knikt en houdt zijn vergrootglas boven de gouden leeuw. "Maar wat ik wilde zeggen was dat Aslan deze wereld geschapen heeft maar voordat hij de dieren en de faunen en.." Hij gebaart met zijn handen. "Alle anderen dieren" Ik grinnik. "Maar voordat hij de dieren schiep was hij in gevecht met Jadis en de zwarte leeuw!" Nu houdt hij zijn vergrootglas boven de zwarte leeuw. "Maar waarom dan?"vraag ik. Teleurgesteld haalt Dokter Cornelius zijn schouders op. "Er ontbreekt een bladzijde, ik weet het niet" "Waar heb je het boek gevonden?" vraag ik snel. "In de bibliotheek, achterin, in de onderste plank" zegt dokter Cornelius. "De onderste plank van een boekenkast?" "Ja, met een gouden lijst er om heen, waarom vraag je dat?"
"Ik zal die bladzijde vinden!"

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro