Hoofdstuk 6 - The legend

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Susan

Vermoeid open ik mijn ogen. Caspian? Ik beweeg heen en weer en gooi mijn benen over de rand van het bed. Mijn kamerjas ligt over het voeteind van het bed heen. Ik pak hem en trek hem aan. Als ik opsta wankel ik maar ik loop door. Het moet over zijn met dat slappe gedoe! Ik ga aan mijn bureau zitten en pak een stuk papier en pen en inkt.

Lieve Peter, Edmund en Lucy.
Ik begin maar meteen. Er gebeuren hier dingen. Dorpen worden bevroren en overal ligt weer sneeuw en ijs, terwijl het zomer is! Ik hoor jullie al denken: Hades is terug! Maar Caspian verzekerde me dat Aslan hem een nieuw leven gegeven heeft. Dus hij kan het niet zijn en Jadis ook niet want ze is dood. Peter jij doodde haar met Aslan, je zag haar sterven. En Edmund jij hebt met Hades gevochten!
Ik ben bang. Ik was van angst flauw gevallen toen ik het hoorde. Ik ben zwakker geworden, ik weet niet wat het met me is. Ik begin om het kleinste beetje te huilen...
Ik hou jullie op de hoogte!
Ik mis jullie.

Liefs, Jullie zus Susan.

Ik vouw de brief op en doe het in een envelop. Dan druk ik mijn stempel erop en verzegel de brief. Dan sta ik op en loop naar beneden. Maar daar wordt ik aangehouden door een dienstmeisje. "Majesteit! Wat doet u uit bed! U moet rusten!" zegt ze en gaat voor me staan. Ik grijns schaapachtig. "Ik wilde deze brief.." begin ik. Dan duw ik de brief in haar handen. Deze brief is belangrijk en moet via de postuil naar de Dagenraad gevlogen worden. Hij is aan koning Peter gericht" zeg ik snel en gebiedend. Het meisje knikt en snelt weg naar de postkamer. Duizeligheid komt in me op en er verschijnen vlekken voor mijn ogen. Wat gebeurd er met me!? Ik laat me in een fluwelen stoel zakken die tegen een muur staat en sluit mijn ogen. Met mijn handen masseer ik mijn slapen.
Dan wordt er een deur opengegooid. "Brand!" schreeuw iemand. "Het dorp brandt!" Mijn ogen vliegen open. De jongen rent al schreeuwend door het paleis. Ik sta op en knipper de vlekken weg daarna ren ik naar buiten, de rook en de warmte tegemoet.

Caspian

Onderste plank, gouden lijst. Onderste plank, gouden lijst. Ik loop met grote passen naar de bibliotheek. Door de ramen heen zie ik de zon zakken. Ik moet opschieten. Ik gooi de deuren van de bibliotheek open en ze klappen tegen de muur aan. Ik loop door de rijen kasten heen door naar achter, en daar verscholen tussen een zuil en een boekenkast staat hij. De boekenkast die dokter Cornelius bedoelde. Een boekenkast omringt door een goudenlijst. Ik laat mezelf voor de kast op mijn knieën vallen. Allemaal oude boeken uit vroegere tijden. Ik haal één voor één de boeken eruit en stapel ze op de grond. De stapel wordt hoog maar dan. Achterin de boekenkast, verfrommeld tegen het hout ligt een stuk gelig papier. Voorzichtig haal ik het eruit en bekijk het; Her gevecht tussen goed en kwaad. Ik stop het papier in mijn zak en doe snel de andere boeken weer op hun plek. Dan sta ik op en loop de bieb uit, net op tijd want de zon is onder en het duister verschijnt.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro