42. Brandende woestijn

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Brandende woestijn

Het geweld werd minder. Randy had tijd om op adem te komen terwijl hij herlaadde. Hij haalde een nieuw magazijn uit zijn jas. Luke vulde de raketwerper. Het was rustig voor een moment. Ze konden ademhalen. De geur van verbranding en de dood hing om Kamp Gordon. Het was een nachtmerrie van elk bataljon om vast te zitten in een strijd zonder de mogelijkheid om versterking te roepen. Het was een hel. Het was de brandende woestijn die hen in hun greep had.

'Mag ik aan die kant? Ik kan ze vanaf hier niet raken met de P-40.' Zei Randy. Luke knikte, de raketwerper had een groter bereik, kon ze vanaf Randy zijn plek wel raken.

Ze wisselden van plek, Randy liet zich naast Luke zakken. Had vanaf hier beter zicht op de mannen die probeerden het kamp te bereiken.

'Wat een chaos, komt er nog versterking?' vroeg Randy. Luke knikte terwijl hij door zijn vizier keek. Randy schoot, ving de klappen van de terugslag op met zijn lichaam.

'Er is luchtsteun vanuit Kabul onderweg. Ze zijn er met een half uur.' Zei Luke terwijl een raket de lucht in schoot. Hij verschool zich dieper achter de zandzakken, stopte met vuren.

'Wat doe je?' vroeg Randy.

'Mijn porto is gesneuveld denk ik.' Zei Luke, 'en mijn ammo is bijna op.' Randy bromde een onverstaanbaar antwoord terwijl hij de vijand uit probeerde te schakelen. Hij wierp zo nu en dan een blik op Luke die probeerde contact te maken op de plaats waar hij net had gezeten.

Het gesis wat Randy uit duizenden zal herkennen deed hem opschrikken. Mortier. Hij schreeuwde dat ze dekking moesten zoeken. Hij keek Luke aan, één seconde waarin hun blikken elkaar kruisten. Ze wisten het. De plotselinge aanval van een uiteenspattende metaalexplosie vond plaats, verwoestte de schuilplaats van zandzakken. Het was kokende lucht wat zich door alles heen raspte wat menselijk was. Het was de dood die hen verwelkomde.

De granaatscherven schoten overal heen. Randy werd omvergeblazen, belande op zijn rug tussen het puin. Alles bewoog om hem heen, hij voelde een brandende pijn in zijn gezicht. De lucht was helder, strakblauw. Blauwer dan hij zich kon herinneren. Alles piepte, alles suisde. Hij klemde zijn handen om zijn oren terwijl hij omhoog krabbelde. Waar was Luke, schoot er door hem heen. Randy zat op zijn knieën, haalde diep adem. Voor zich vond hij zijn helm, zette hem weer op zijn hoofd en kroop op zijn knieën terug. Hij liet zich terugglijden naar het gat waar ze eerder zaten. Hij riep Luke zijn naam, zonder dat hij zichzelf hoorde. In de vergane schuilplaats was niets meer te zien. Geen raketwerper, geen P-40, geen zandzakken. Enkel zand en stof.

'Luke!' schreeuwde Randy. Zijn stem scheurde door de lucht, rauw en hard. Randy begon te graven, hij moest hier ergens zijn. Zijn handen groeven in het mulle zand. Tranen sprongen in zijn ogen toen hij hem zag. Begraven onder het mulle zand. Hij trok hem uit de grond. Zijn lichaam was verkrampt. Hij zat onder het bloed. Hij leek niet meer op zichzelf.

'Luke!' schreeuwde hij hartverscheurend. Hij trok hem naar zich toe, hield zijn hoofd op zijn schoot. Randy rilde toen hij zijn hand optilde om zijn gezicht te strelen.

Zijn gezicht. De helft was verdwenen, weggevaagd. Het was niets anders dan een wazige vlek. Bloed overal. Zijn huid was weg. Randy kon hem haast niet herkennen. Zijn neus was weg, zijn oog was weg, zijn kaak was weg. Alles was weg. Veranderd in een vlezig geheel.
Randy schreeuwde een loze kreet in de lucht. Er moest iemand zijn die hem kon helpen. Hij probeerde de radio van Luke, die niet werkte. Zelf had hij geen radio. Er was niemand die hem boven het geluid van de oorlog uit kon horen.

Randy haalde diep adem, vermande zich. Hij boog zich over Luke heen. Pakte zijn arm vast, controleerde zijn pols. Hij had een pols, zwak en onregelmatig. Maar hij leefde nog. Hij tilde hem op, hing hem over zijn schouder. Voorzichtig stond hij op, keek om zich heen en begon te rennen. Zoals hij eerder had gedaan. Zoals hij Luke eerder had gered. Maar toen had hij hem nog kunnen herkennen. Toen had hij gezegd dat het goed kwam en had daar vertrouwen in. Nu was hij enkel een schaduw van zichzelf geweest en Randy had het haast niet aangekund om naar hem te kijken. Randy vond zijn weg tussen het puin en brandende stapels. Hij rende door het slagveld. Het leek uren te duren voor hij bij de bunker kwam. Hij rende de smalle hal naar binnen.

'Help! Schreeuwde hij, de commandant rende naar Randy toe, 'help hem, zijn gezicht is helemaal weg. Overal is bloed, hij leeft nog. Jullie moeten hem redden.' Ratelde Randy. Een hospik legde een hand op zijn schouder. Hield Luke vast terwijl Randy hem van zijn schouder liet zakken. Hij nam hem mee, gaf hem een plaats op de grond van de bunker.

'Laten we ook even naar jou kijken.' Zei een hospik die naast hem was komen staan, Randy fronste en schudde zijn hoofd.

'Laat me, ik heb wel wat anders te doen.' Zei hij nors. De hospik keek hem streng aan.

'Er steekt een scherf van bijna vijf centimeter uit je wang.'

Randy zei niets, hij voelde het niet, hij wilde het niet voelen. De ijzeren smaak in zijn mond had hij genegeerd. Hij liep achter de hospik aan, haalde zijn hand door zijn haar en zag nog hoe de mannen zich om Luke bekommerden.

Hij kon niet bevatten wat er gebeurde om hem heen. De betonnen muren trilden van het geweld. Het leven om hem heen bewoog terwijl hij stil stond.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro