45. Lichtpuntje

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Lichtpuntje

Hij liep strompelend door de zaal, zei geen woord. Verdrongen in de krochten van zijn hart sleepte hij het schuldgevoel mee.

'Je moet niet lopen.' Zei een man. Randy liep door. Verwelkomde de nacht en haalde diep adem. Hij keek naar de sterren. Stak een sigaret op. Hij bad dat de nacht hem op zal slokken, hem hiervandaan kon halen. Hij rookte, en rookte, en rookte. Zijn lichaam was koud, de nachten in de bergen waren koud. Kouder dan ze in Kamp Gordon waren geweest. In zijn ooghoeken zag hij iemand naar hem toe lopen. Hij schoot omhoog, trok zijn revolver en schudde zijn hoofd. Hij richtte op de man. De man gooide zijn handen in de lucht.

'Adams, rustig. Hier heb je een jas, de nachten zijn veel te koud om in een T-shirtje buiten te zitten.' Randy sloeg zijn ogen neer, liet zijn revolver zakken. Hij haalde diep adem, tranen schoten in zijn ogen. Hij liet zich zakken in het zand.

'Trek hem aan, ik wil niet dat je ziek wordt. Hoe gaat het met je?' vroeg de man.

Randy haalde zijn schouders op. De man legde de jas over zijn schouders.

'Als je terug bent moet je naar die enkel laten kijken, het zag er lelijk uit.' zei hij.

Randy gaf geen antwoord, stak een nieuwe sigaret op, bood de man ook een aan.

'Dankjewel.' Zei de man, hij ging naast Randy zitten, 'wat is je hele naam?' vroeg hij.

'Randy Adams.' Zei hij, hij was Randy Adams, de klootzak die het leven van zijn beste vriend had afgenomen.

'Randy, je had er niets aan kunnen doen. Soms is het oneerlijk en alles wat je ziet lijkt zo onwerkelijk dat je erover droomt. Maar je moet me geloven als ik zeg dat het beter wordt.'

Randy haalde diep adem, keek de man aan. Tranen sprongen in zijn ogen, hij liet zijn sigaret vallen en snikte. Hij wilde niet huilen. Niet in de nacht, niet voor deze man die al dagen over hem waakte. De man legde zijn hand op zijn schouder, kneep erin. En dat was genoeg om zijn hart te doen barsten. Hij huilde, liet zichzelf in de armen van de man vallen. Hij huilde zijn hart uit. Liet alles los. Het was het breekpunt wat hij nodig leek te hebben. Dit was wat hij nodig had. Misschien was het de nacht geweest, misschien de woorden van de man. Of het was dat het nu te lang duurde. De stilte, de pijn. Dit was het moment waarop hij brak. En hij wist niet of hij ooit nog geheeld kon worden.

De mannen uit Kamp Gordon zouden naar huis gaan, niemand was opgelucht. Niemand was blij. Hoe moesten ze ooit terugkomen. Er zal een vliegtuig vol gebroken mannen landden in Amerika en niemand zal een plek voor hen hebben. Geen mens zou weten wat ze met hen moesten doen. Over twee dagen zouden ze vliegen. Randy was na zijn uitbarsting weer terug in zichzelf gekeerd. De hospik die hem had getroost had krukken naast zijn bed gezet. Wanneer hij wilde roken, hoefde hij zichzelf geen pijn meer te doen om op zijn enkel te staan.

Randy had hem een kleine glimlach geschonken en dankbaar geweest. Toch was de pijn het enige wat hij nog kende. De gedachte aan terugkeren lag te gevoelig om over na te denken. Hij was nog niet klaar, toch was er besloten dat het voorbij was. In de laatste nacht in de bergen, strompelde hij weer naar buiten. Hij liet zijn ogen in het donker staren, zag Luke voor zich en wilde dat hij met hem kon ruilen.

Hij was een soldaat, de strijd was over. Hij kon zijn wapens neerleggen, ze konden de hoornen laten klinken. Het was gedaan, hij kon niet meer. Zijn tranen waren op, hij keek enkel nog naar de duisternis van de nacht. En hij voelde hoe het doordrong tot in zijn ziel, de leegte, stilte. Er was niets meer. En er was niets meer van hem over. Met die ene seconde was hij alles verloren, was hij Luke verloren en daarbij zichzelf.
Hij haalde de foto uit zijn jaszak, keek naar de mensen op de foto. Een ander leven. Alice, Luke en hij. Hij leek niet op zichzelf, hij herkende zichzelf amper. Toch was hij dat, sterk en vrij. Hij was een soldaat. En ergens in het moment dat de foto verlichtte in het maanlicht, zag hij een lichtpuntje wat hem aan zichzelf deed denken. Hij wist niet hoe hij er moest komen. Alleen dat hij er over een paar dagen zal zijn. Hij zal haar hart breken, haar pure hart. Hij zal het leven wat haar zo dierbaar is versplinteren. Ze zal het hem kwalijk nemen. En toch was zij dat lichtpuntje. Zij was degene naar wie hij kon terugkeren als de man die hij was. Hij was een soldaat en hij zal niet opgeven. Hij zal zichzelf niet verliezen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro