deel 2

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng


De opname begon te spelen en Eva kroop meteen in elkaar. Ze zag Wolfs, gebroken aan de tafel zitten, meer een hoopje ellende dan iets anders. Recht tegenover hem zaten Mechels en Romeo.

De opname begon op het moment dat Wolfs vertelde over het dilemma waar hij door Bols werd voor gesteld. Hij jankte tussendoor als een klein kind, maar herpakte telkens zichzelf om door te praten.
'Eva had al voorgesteld om mee te gaan met Bols, ze ging zich opofferen, voor mij, voor Fleur. Ik wou het niet. Dit mocht niet! Dit kon niet! Ik wou haar bij mij. God mag weten wat die gek met haar van plan was. Het moeten vreselijke dingen geweest zijn, ik moest bijna kotsen bij het idee dat hij... '. Wolfs stopte zijn zin. Hij was duidelijk niet in staat om aan welk vervolg dan ook te denken. 'Bols weigerde,' ging hij verder 'en dat was in eerste instantie een opluchting. Maar toen stelde hij mij opnieuw voor de keuze. En deze keer stelde hij het nog scherper voor, om Eva nog meer leed aan te doen. Deze keer benoemde hij het ook echt. Hij pijnigde Eva met de vraag: 'beteken jij evenveel voor hem als hij voor jou?' Ik wou 'ja' schreeuwen, maar toen begon hij af te tellen. Ik moest kiezen wie hij zou neerschieten. Ik stelde nog voor om mijn eigen leven op te offeren, maar ook dat weigerde Bols meteen. Er knakte iets in mij. Als je een onmogelijke keuze moet maken, moet kiezen tussen twee mensen waar je zoveel van houdt, niet meer of niet minder van de ene als van de andere, dan doet je hoofd rare trucs met jou. Opeens werd ik rationeel. Ik zag voor mij het moment dat ik in de Ardennen Eva ging bevrijden uit dat huis van Bols. Ik had toen een pistool op hem gericht, maar hij had er ook één tegen Eva haar slaap gedrukt. Toen reageerde ik als een rechercheur en ik nam een gok, een berekende gok, maar een goede gok. Ik riep dat hij Eva nooit zou vermoorden, want dat je niet iemand vermoord van wie je houdt. In een fractie van een seconde zag ik het beeld van zijn gezicht toen voor mij. Het was maar heel even geweest, maar het was duidelijk: het was het gezicht van iemand die blufte en ontmaskerd werd. Toen was de waarheid geweest: hij had Eva niet kunnen doodschieten. Daarna dacht ik opeens aan het berichtje op Eva haar mobiel op de dag van de aanslag. Het was een waarschuwing geweest, voor haar. Eva en ik waren het er eerder die dag nog over eens geworden dat dit van Bols moest geweest zijn. Ik had nog geopperd dat hij Eva wou beschermen. Dat hij haar kost wat kost in leven wou houden.'
Al deze woorden leken er in één adem uit te rollen. Wolfs ademde diep in, net zo hard als Eva nu haar adem net inhield. Ja, daar hebben ze het inderdaad over gehad. Zou hij daarom... ?
Wolfs dacht even na, zuchtte en ging verder.
'Opeens besloot ik dat ik het moest proberen. Ik moest proberen hen allebei te redden. Fleur had hier helemaal niets mee te maken, dus ik kon haar toch niet laten opdraaien voor dit alles? Dus ik koos voor Eva. Of eerder: ik gokte op Eva. In de hoop dat ik mezelf alles niet had ingebeeld en mijn veronderstelling juist was. En natuurlijk in de hoop dat Fleur een kans had om dit te overleven. Als wist ik dat die klein was.' Dit laatste fluisterde hij bijna, alsof hij dit niet meer durfde uitspreken. Had ze überhaupt wel een kans gehad?
'Ik was er eigenlijk opeens ook van overtuigd dat ikzelf zou worden neergeschoten, dat dit Bols' ultieme doel was. Mij eerst voor Eva laten kiezen en als die vernedering voor haar nog niet voldoende was, moest ze mij ook nog eens zien sterven. En al was dit vreselijk voor haar geweest, ik kon mijn eigen leven toch niet redden op de kap van dat van mijn dochter? Eva is een sterke vrouw, zij zou dat wel te boven komen'. Wolfs begon zacht te huilen. 'Ik vroeg aan Eva om mij te vergeven, niet omdat ik dacht dat zij ging sterven, maar in de volle veronderstelling dat zij haar leven moest verderzetten zonder ooit de waarheid achter mijn keuze te weten.'
Dus toch. Eva slikte en vocht tegen haar verdriet, tegen haar woede. Ze keek Mechels angstig aan, hopend dat deze marteling snel zou stoppen.
'Maar nu ben ik alles kwijt. Mijn dochter en mijn partner, mijn geliefde, mijn alles. Ik heb hen allebei verraden.' sloot Wolfs af.
Mechels sloot de laptop en richtte haar aandacht op Eva, die totaal verbijsterd voor zich uit zat te staren.
'Je verdiende de waarheid, Eva' zei ze zacht.
'Hier heb je jouw sleutel' ging Mechels verder en schoof deze richting Eva 'je kan hem gewoon meenemen, maar ik wil dat je weet dat Wolfs nog steeds hiernaast zit en geen idee heeft dat ik jou deze opname laat zien.'

Ze wees naar de tussendeur die de twee verhoorkamers met elkaar verbond. Eva reageerde niet.
'Eva, het is geen kwestie van dat jij hem nodig hebt of hij jou nodig heeft. Jullie hebben elkaar nodig. Het is geen kwestie meer van wat ik erover zou zeggen, van wat wel of niet tegen de regels is. Geef Bols zijn zin niet. Laat Fleur niet voor niets gestorven zijn.'
Met deze woorden stond Mechels op en sloot de deur naar de kantoorruimte achter zich.
Hoelang Eva daar zo zat, besefte ze na een tijdje niet eens meer. Plots was ze opgestaan, had ze de sleutel in haar hand en opende ze met een ruk de deur van de grote verhoorruimte.

Daar zat hij dan. Een vreselijke aanblik. Zij had haar kille pokerface op, terwijl ze vanbinnen kapot ging aan een mengeling van boosheid, verdriet en telleurstelling. Hij keek haar aan met een verschrikte blik, die alleen maar angst en wanhoop uitstraalde.
Zo zaten ze een tijdje tegenover elkaar. Zij bleef proberen hem als het even kon nog meer angst aan te jagen. Hij probeerde enkel maar haar woede in kaart te brengen, hopend dat hij tenminste nog iets van zijn waardigheid kon behouden. Ook al begreep hij haar woede beter dan wie ook, toch was hij wel diegene die zijn dochter net had verloren.
'Wel, kan je het tegen mij ook zeggen.' beet ze uiteindelijk van zich af.
'Of kan je die onzin alleen uitkramen tegen andere collega's?'
Wolfs keek haar verbaasd aan 'Euhm... waarover heb je het?' stotterde hij.
'Nou, jouw geweldig plan om zowel mij als jouw dochter eventjes te redden. Of kan meneer de grote held het zich opeens niet meer herinneren?'. Eva schrok zelf van het venijn waarmee ze deze woorden uitsprak, maar liet niets merken. Hij mag best wel wat zweten... .
'Heb jij staan luisteren naar mijn verklaring?' riep hij verontwaardigd.
'Nee! Erger! Ik heb er van Mechels naar moeten kijken!' snauwde ze hem af.
'Wàt?' viel Wolfs compleet uit de lucht.
'En? Wel? Kan je dat alles ook in mijn gezicht zeggen?' bleef ze hem treiteren.
'Euhm, ja natuurlijk.' schudde Wolfs verward zijn hoofd. Hij wist op slag niet meer waar hij naar moest kijken. Niet in haar ogen, hield hij zichzelf voor. Wat er ook gebeurde, niet in haar ogen kijken. Zij mocht zijn pijn niet zien. Het zou haar te hard kwetsen en dat zou haar nog gefrustreerder maken. Dan was ze pas echt onberekenbaar, wist hij.
Hij begon zacht 'Eef...'
'Zo niet' schreeuwde ze hard en ze sloeg met haar vuist op tafel.
'In mijn ogen kijken, vuile verrader! En wees maar zeker dat ik elke leugen van jou er zo uithaal!' Wolfs kromp in elkaar, maar deed dan toch maar wat ze vroeg.
'Eef,...' vervolgde hij zacht 'ik heb voor jou gekozen omdat ik dacht, ervan overtuigd was dat Bols jou niet ging vermoorden. Ik weet het, het was een gok, maar ik moest iets doen. Die laatste seconde voor het schot heb ik gehoopt, gebeden dat ik juist zat. Ik dacht zeker dat hij mij ging vermoorden, dat jij en Fleur op zijn minst een kans hadden om te overleven. Gelukkig, gelukkig, oh Eva, ik kan niet zeggen hoe gelukkig ik ben dat ik tenminste met mijn eerste veronderstelling juist zat! Ik hou zo waanzinnig veel van jou, Eef! Maar net zo blij als ik ben dat jij nog leeft, zoveel verdriet heb ik over de dood van Fleur. Ik had nu in het mortuarium moeten liggen, in plaats van Fleur. Dat was juist geweest, Eef. Ik had je verraden, dus ik had dat verdiend. ' zei hij nu vol emotie terwijl de tranen over zijn wangen liepen.
Eva kon alleen maar ijzig kalm naar die blauwe ogen kijken. Die blauwe ogen waar ze zo van hield, maar die ze nu ook zo haatte. Moest ze hem haten? Misschien niet, maar ze deed het toch. Moest ze nu niet gewoon van hem houden? Was dat niet juist, na deze bekentenis? Ze wou het niet, nooit meer, maar ergens diep vanbinnen deed ze het toch. Maar zoals altijd stak ze dat gevoel vlug weer weg. Ze wist opeens niets meer, laat staan dat ze nog iets voelde. Eventjes keek ze naar de sleutel in haar hand. Zou ze hem toch nog een kans... ? Nee! Ze schudde het idee van haar af en richtte haar blik terug naar hem. Hij had gezien waar zij naar keek, wist wat ze dacht en wist dat dit te diep zat bij haar.
'Eva,' ging Wolfs na een lange stilte toch verder 'ik begrijp het. En het is OK. Ik weet dat je niet meer weet wat je moet geloven en ik hoop ook helemaal niet dat je mij gelooft. Er is eigenlijk nog maar één ding dat ik echt wil.' Hij stopte even om haar de kans te geven te reageren. Dat deed ze natuurlijk niet.
'Bols en ik hebben jou allebei vernederd en gekwetst, van jouw waardigheid niks heel gelaten. Dat besef ik. Ik vraag je geen gratie, zelfs geen vergiffenis meer. Ik zou zo graag willen dat je mij kon geloven, mij kon vergeven, maar dat is niet wat ik vraag. Ik wil je wel het volgende vragen: alsjeblieft, vergeet mij, vergeet Bols, vergeet de vernedering. Ga verder met jouw leven, Eva. Zoek iemand, word gelukkig! Ik weet dat je het kunt, ik geloof meer dan ooit in jou. '
Wolfs keek zo zacht naar haar, zo ingetogen, zo puur. Dit was er teveel aan. Nu gaat hij mij ook nog als slachtoffer behandelen!

Ze stond nijdig op van haar stoel, smeed de deur naar de kantoorruimte open en keek meteen in de verbaasde maar hoopvolle ogen van Mechels en Marion, die gespannen tegen haar bureau aanleunden. 'Nou je zin...' beet ze naar Mechels.'Eva, ik meen het' was Wolfs inmiddels uit de verhoorkamer gestrompeld 'je kunt dit, ook al weet je dat ik van je hou en ook al weet je diep vanbinnen dat je ook van mij houdt, je kunt mij vergeten. Doe dat dan! Maak me in je hoofd tot een nog vreselijker monster dan datgene dat ik al ben, maar word in godsnaam gelukkig!' Eva draaide zich uitzinnig van hem weg en beende richting de uitgang. Wolfs verslagen achterlatend. Net toen Mechels de moed bij elkaar nam om Wolfs met troostende woorden aan te spreken, stormde Eva het kantoorgebouw terug binnen. Haar ogen spuwde vuur richting het drietal aan haar bureau. Ze hield halt naast de koffers van Wolfs en schreeuwde met alle frustraties die ze had 'Godverdomme Wolfs, het is altijd, maar dan ook altijd hetzelfde met jou. Jij verkloot het, en ik moet het oplossen door gewoon maar alles te vergeten en gelukkig te worden.' Er viel een stilte.

Opeens begon Eva hoofdschuddend, maar met de wanhoop in haar ogen te lachen. 'Daar ga jij deze keer niet mee wegkomen hoor.' zei ze met die akelige lach op haar gezicht. Wolfs hield zijn adem in. Wat was Eva van plan?

Opeens uit het niets keek ze hem terug aan met die ijzige, onpeilbare blik. Ze sloeg met haar vuist hard op het bureau. De knokels van haar vingers waren wit van de woede en van de kracht die ze op haar hand zette. Opeens plooide ze haar vuist open op tafel, met de palm van haar hand naar onder gericht. Er was een rinkelend geluid te horen. Ze nam haar hand van de tafel en daar, tussen zijn koffers, lag zijn huissleutel. Totaal van de kaart geveegd door wat hij zag, keek hij haar angstig aan.

'Jij gaat mee naar huis!' beval ze kort 'Nù!'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro