deel 20

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng


Deeltje 20 = XL = hopelijk voor jullie ook Xleesplezier.
Sorry voor diegene die niet van extra personages houden... maar een nieuwsgierige en een tikkeltje bemoeizuchtige Belg moest er naar mijn gevoel ECHT in. ;-)

Albert Maertens zat in de kofferopening van zijn auto. Vanmorgen vroeg was hij thuis, in Brugge, vertrokken en hij was zonder te stoppen doorgereden naar zijn bestemming. Ondanks zijn 76-jarige leeftijd was deze man nog een actieve ouderling. Zeker sinds de dood van zijn vrouw, zo'n 3 jaar geleden. Hij miste haar nog elke dag. Rouwen om iemand van wie je houdt, stopt nooit echt. Daarom was hij ook hier. Peinzend over zijn redenen voor deze trip, at hij rustig zijn boterhammen met kaas op. Hij opende zijn flesje water en keek uit over de parking van de Duitse militaire begraafplaats.

Fronsend keek hij toe hoe een motor met een veel te hoge snelheid de parking opreed. Het stof vloog in het rond en alle omstaanders keken het tweetal op de motor argwanend aan. Albert keek meteen nieuwsgiering naar de nummerplaat. Nederlanders.
Alberts' nieuwsgierigheid werd nog groter toen hij een prachtige slanke vrouw met een bruine paardenstaart van de motor zag stappen.
Ook de bestuurder van de motor deed nu zijn helm af. Deze grijze man was wel wat ouder dan zijn reisgezel. Vader en dochter? Nee, daarvoor lijkt het leeftijdsverschil wat klein.
Toen de vrouw ook nog eens boos haar metgezel afsnauwde, groeide Alberts nieuwsgierigheid nog meer.

'Godverdomme, Wolfs, ze wil ons uit elkaar halen! En jij doet niet meer dan wat dreigen en haar toeroepen dat ze het niet moet durven?!' schreeuwde Eva boos.
'Ja, wat had ik dan moeten doen? Haar de waarheid vertellen? Dan moeten we zeker uit elkaar! Trouwens jij wist toch ook niet wat je moest zeggen of doen?!' kaatste Wolfs minstens even vinnig terug.
'Nee... nee... maar jij bent diegene die zo stom is geweest om eventjes voor héél het bureau te schreeuwen dat je van me houdt! En nu denkt ze natuurlijk dat we iets hebben... .'
'Ja, dat denkt ze, ja. En zit ze er dan zover naast?' snauwde Wolfs kwaad terwijl hij met zijn laarzen gefrustreerd tegen het grind stampte. Daarna keek hij haar strak aan en haalde uitdagend zijn wenkbrauwen omhoog.
'Natuurlijk zit ze ernaast! We hebben toch nog helemaal niets? Wel soms?'
'Nee, maar ik dacht toch echt wel...'
'Nee, Wolfs, nee...' onderbrak Eva hem abrupt 'ze mag ons niet uit elkaar halen! Ik wil geen andere partner! Jij had moeten zeggen dat je liefdesverklaring anders bedoeld was, dat het niet echt was, dat je geen relatie met me wil.'
'Maar dat is wel zo! En ik ga mijn woorden helemaal niet terugnemen! Ik ben het echt helemaal zat dat ik dat telkens moet blijven ontkennen.' schreeuwde Wolfs wanhopig.
Eva zuchtte diep omdat ze besefte dat het ook helemaal niet was wat zij wou. En eigenlijk was ze nu enkel boos op Mechels, niet op hem. Maar ze moest haar frustratie toch ergens kwijt... . Ze keek rond en zag nu pas op welke plek Wolfs gestopt was. Dit wekte meteen een nieuwe ergernis in haar op.
'Niet weer een begraafplaats hé!' riep ze boos uit.
'Dit is een Duitse begraafplaats, Eva...'
'Nou en? Amerikaans, Canadees, Brits,Duits... wat maakt het uit? Trouwens die Duitsers hebben de oorlog toch verloren? En ze hebben die Hitler toch zelf zijn gang laten gaan? Waarom moeten we dan plots medelijden met hen krijgen en hier stoppen?' snauwde ze Wolfs af.
'Eva, een beetje respect! Deze Duitse jongens hebben ook vreselijke en afschuwelijke dingen meegemaakt. Zij zijn evengoed het slachtoffer van die vreselijke oorlog. Daar hebben ze zelf echt niet voor gekozen, hoor. Of denk je dat ze hier voor hun plezier zo ver van huis zaten?' begon Wolfs zich nu ook boos te maken.

'Jij toch altijd met jouw geschiedkundig gezeik! Ik heb het er helemaal mee gehad, man!' riep Eva uit.

'Trouwens,' snauwde ze hem verder af 'jij bezoekt al die vreselijke begraafplaatsen alleen maar vanuit je eigen zelfmedelijden over de dood van Fleur. Je kan je niet voor eeuwig in een doodse en rouwende sfeer blijven wentelen, Wolfs'
'Wie blijft er zich hier in zelfmedelijden wentelen?' beet Wolfs nu woedend van zich af.

Eva schrok van zijn opmerking en ze voelde meteen de tranen achter haar netvlies brandden. Ze draaide haar gezicht weg van Wolfs, bang dat hij haar verdriet zou zien.

'En Van Dongen? Nu zeg je niets meer, hé?' riep Wolfs honend.

'Mooi,' vervolgde hij met een ijzige kalmte 'dan kan ik nu deze mooie begraafplaats bezoeken. Jij bekijkt het maar!'


Albert had, net als alle andere mensen op de parking, de hele ruzie met een groeiende verbazing beluisterd. Nu zag hij hoe de grijze man in het motorpak furieus de begraafplaats opliep. Zijn reisgenoot bleef stijf van woede achter. Ze uitte haar frustratie door met haar voet tegen de kiezels op de grond te trappen en begon daarna kwaad over de parking te ijsberen.
Albert zag hoe ze na een tijdje wel steeds trager begon te lopen om uiteindelijk toch halt te houden bij het informatiebord aan de ingang. Ze leek alles zorgvuldig te lezen en trok onbewust het elastiekje uit haar haren. Deze vielen los over haar schouders en schitterden in de zon.
Ik mag dan al wat ouder zijn, toch hou ik nog steeds van knappe vrouwen. En dit is een heel knappe vrouw.
De vrouw in kwestie liep nu toch door de ingangspoort de begraafplaats op. Gehaast door zijn nieuwsgierigheid, sloot Albert meteen zijn kofferbak en liep achter de vrouw aan. Toen hij de toegangspoort bereikte, zag hij hoe de vrouw zoekend met haar ogen haar reisgezel vond. Maar toen haar blik schijnbaar door die van de bewuste man werd gegrepen, draaide ze zich abrupt om en beende ze snel verder en verder van de grijze man weg.
Albert besloot om het opmerkelijke tweetal te laten voor wat ze waren. Hij draaide zich om en slenterde naar het graf dat hij zo graag wou bezoeken.

Eva liep twijfelend een nieuw gangpad in. Ondanks haar eerste reactie, viel een bezoek aan deze begraafplaats echt wel mee. Hier was alles minder netjes dan op zijn Amerikaanse tegenhanger. Het verdriet was minder kunstmatig, spontaner. Je merkte hier wel dat er mensen rouwden om hun overleden voorvaders. Er stonden hier en daar bloemen op de graven. In tegenstelling tot de Amerikaanse begraafplaats, waren de grafzerken hier geen opstaande schitterende witte kruisen. Nee, op het eerste zicht was dit zelfs een gewoon grasveld. Hier en daar stonden enkele grijze, stenen kruisen in groepjes van 5 opgesteld. De graven zelf waren enkel van een kleine vierkante grondplaat voorzien. Hierop werd eventueel de naam, de geboortedatum en de sterfdatum van de desbetreffende gesneuvelde soldaat vermeld. Het was ingetogen en bescheiden.
Hier voel ik mij veel beter op mijn gemak.
Eva liep traag door het gangpad, zodat ze de namen van de gesneuvelden kon lezen. Opeens hield ze halt. Er kwam meteen een brok in haar keel toen ze de voornaam van de soldaat las. Toen ze ook nog eens de datum van zijn overlijden zag, sprongen de eerste tranen in haar ogen.
"Frank". En die datum. Net dezelfde dag en dezelfde maand als onze huwelijksdatum. Hij is op net dezelfde dag gestorven als mijn man. Maar dan wel in 1944. Komaan, Eva, verman jezelf. Je moet je sterk houden.

Ze was zich bewust van het feit dat twee graven verder, op zo'n 4 meter van haar, een oude man stond. Dezelfde oude man die haar schijnbaar gevolgd was toen zij de begraafplaats opliep.
Albert was in gedachten verzonken bij zijn vader. Hij had niet meteen gemerkt dat de mysterieuze vrouw van zonet, nu opeens enkele meters verderop stond. Toch schrok hij op toen hij haar licht hoorde snikken. Ze stond twee graven verder aan de grond genageld. Albert keek voorzichtig opzij en zag vanuit zijn ooghoeken hoe de tranen in haar ogen glinsterden. De vrouw beet op haar lip en was duidelijk tegen haar tranen aan het vechten. Hij keek even naar het graf waar zij voor stond, maar kon er niet meteen op uitmaken waarom deze -op het eerste zicht- ijzersterke vrouw opeens zo geëmotioneerd was. De gesneuvelde was een Duitser. Zij is Nederlandse.
Opeens zag hij ook hoe de reisgezel van de vrouw steeds dichterbij kwam.
Oh nee, als dit maar niet uitdraait op weer zo'n gênante scène.
Albert zette zich al schrap om getuige te zijn van een nieuwe ruzie. Hij was er rotsvast van overtuigd dat de vrouw weer zou beginnen schreeuwen en dat ze dit ook deze keer weinig subtiel zou doen.
Maar hetgeen hij had verwacht bleef uit.

Wolfs had gezien hoe Eva versteend voor zich uit bleef staren. Vechtend tegen tranen. Een ongerust gevoel in zijn buik had zijn boosheid meteen aan de kant geschoven en hij liep naar haar toe. Zachtjes, zodat ze niet zou schrikken, ging hij achter haar staan en legde zijn handen om haar schouders.
Hij keek naar de grafsteen voor haar voeten en wist meteen waarom ze opeens zo verdrietig was.
Dit is echt wel een macaber toeval.
'Oh... Eef toch...' zuchtte hij. Hij voelde hoe zij haar hoofd tegen zijn borst liet vallen en sloeg meteen zijn armen stevig om haar heen.
De tranen liepen over haar wangen terwijl hij troostende kusjes op haar kruin drukte. Wolfs streek de rondvliegende lokken van Eva's haren steeds weer geduldig achter haar oren en wiegde haar zachtjes in zijn armen. Toen haar huilen overging in zacht snikken, legde hij zijn kin op haar schouder zodat ze samen, wang tegen wang, voor zich uit bleven kijken.
'Dank je.' mompelde ze uiteindelijk met een verlegen glimlach.
Wolfs gaf haar een kus op haar schouder en nog eentje in haar nek en knikte dat het goed was.
'Zou je me nog even alleen willen laten, Wolfs?' vroeg Eva verlegen.
Wolfs knikte begrijpend en zei zachtjes: 'Natuurlijk, neem maar alle tijd die je nodig hebt.'

Albert keek verbaasd toe hoe de man, die blijkbaar Wolfs heette, terug verder het domein opliep. Wat hij ook verwacht had dat er tussen die twee zou gebeuren, het was helemaal anders uitgedraaid.
Wat een bijzonder koppel! Of is het wel een koppel?
Zich totaal onbewust van zijn gedrag, bleef hij de mysterieuze vrouw naast hem aanstaren.
Hij merkte te laat op hoe ook zij zijn richting opkeek, waardoor zijn blik nu werd gegrepen door haar koele maar betraande ogen.
'Sorry' stamelde hij. 'Ik wou jullie niet afluisteren ofzo...'
Eva glimlachte verlegen. Oh nee, dat moest er nog bijkomen. Een Belg! Eentje die alles wat Wolfs en ik hebben gezegd kon verstaan.
Ze probeerde een kunstmatige glimlach op haar gezicht te toveren en haalde haar schouders op.
'Wij hadden maar niet zo'n scène moeten maken in het openbaar.' mompelde ze zacht.
De oude man glimlachte vriendelijk.
'Was het heftig, daarnet op de parking?' vroeg ze nu onzeker. Ze begon nu pas te beseffen dat ze
zonet op de parking misschien toch iets te fel uit de hoek was gekomen. De man zuchtte en keek verveeld.

'Het was... pittig,' probeerde hij het wat te verbloemen. 'maar of het echt heftig... té heftig was, kunnen alleen jullie twee zeggen. Alleen jullie weten hoe diep de frustraties zitten. Maar dat jullie frustraties snel wegebben is mij zonet ook wel duidelijk geworden.'

Eva glimlachte nu terwijl ze haar schouders optrok en haar hoofd onwillekeurig schudde.

Misschien moet ik mij toch maar even voorstellen?

'Eva Van Dongen, aangenaam' zei ze nu wat vrolijker terwijl ze naar de oude man toeliep en haar hand uitstak.

'Albert Maertens. Het genoegen is geheel aan mijn kant, juffrouw'

'En wat doet een gepensioneerde Belg hier moederziel alleen in Normandië?' probeerde Eva wat ongemakkelijk een gesprek aan te knopen.

De man lachte om haar gespeelde luchtigheid, maar besloot toch maar haar vraag te beantwoorden.

'Ik kom mijn vader bezoeken' zei hij met een niet te miskennen trots in zijn stem. Ter verduidelijking wees hij naar de grafsteen voor zijn voeten. Hierop stond de naam "Louis Maertens".

'Oh, ik dacht dat hier alleen maar Duitsers lagen.' zei Eva verbaasd.

'Ja en nee. Hier liggen alleen maar soldaten van het Duitse leger. Maar mijn vader was wel degelijk Belg.'

'Oh' zei Eva zacht. Ze durfde eigenlijk niet verder te vragen, maar haar nieuwsgierigheid won het uiteindelijk toch.

'Hoe komt hij dan in het Duitse leger?' vroeg ze een beetje bang voor zijn reactie.

'Dat is een lang verhaal, juffrouw.' zuchtte de man. Natuurlijk had hij die vraag wel verwacht. Eva knikte zodat hij zou begrijpen dat hij het haar niet moest vertellen, maar na enige tijd stilte begon hij toch aan het verhaal:

'Bij het begin van de oorlog waren mijn moeder en vader pas getrouwd. Mijn moeder was nog maar net zwanger van mij toen de Duitsers België binnenvielen en de bezetting begon. Jonge, krachtige mannen onder de bevolking werden gerekruteerd om voor het Duitse leger te gaan strijden. De legerofficieren kwamen gewoon je huis binnengewandeld en pikte er naar eigen goeddunken mannen uit. Eén van die mannen was mijn vader. Hij weigerde zijn medewerking, werd opgepakt en was bereid voor zijn land te sterven. Nog liever sterven dan zijn eigen volk en zijn eigen land te verraden. Op de dag van zijn executie werd hij echter voor een verschrikkelijke keuze gesteld: of hij zou uiteindelijk toch het Duitse leger versterken, of hij zou worden geëxecuteerd, maar wel samen met zijn zes maanden zwangere vrouw. Zijn liefde voor zijn volk en zijn land was groot, maar hij kon niet zijn vrouw en zeker niet zijn kind laten doodschieten. Dus hij ging in dienst bij het Duitse leger en werd naar Frankrijk gestuurd. Ver weg van zijn vrouw en kind. Enkele dagen voor de bevrijding is hij hier door een landmijn om het leven gekomen. Hij heeft zijn vrouw nooit meer gezien. En mij enkel op foto's.'

Eva keek hem met grote, betraande ogen aan. Ze slikte de brok uit haar keel en deed moeite om te praten.

'Wat verschrikkelijk.' zei ze met trillende stem.

'Ja, oorlog is verschrikkelijk, juffrouw.' bevestigde Albert mijmerend.

'Het spijt me zo, meneer.' zei Eva in een opwelling. Ze besefte dat de man haar eerdere uitlatingen over Duitse soldaten moest gehoord hebben en schaamde zich nu vreselijk. Albert glimlachte lief.

'Daar kan jij toch helemaal niets aan doen. Trouwens, ondanks de vreselijke situatie toen, blijf ik hem mijn hele leven zien als mijn grote held. Ik ben echt zo trots op hem.'
'Ja, dat begrijp ik, ja... jouw vader... ja... die van jou was een held.' knikte Eva bedroefd.
Ja... jij had een fantastische vader.

Fleur had een fantastische vader.

Ik heb niets.

Of toch? Wolfs?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro