deel 27

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng



Deze keer was het Eva die de bestemming van de dag koos. Zonder aarzelen had ze Wolfs richting de Mont-Saint-Michel gestuurd. Oorspronkelijk was het een soort schiereiland dat je alleen maar bij laag water via een smalle zandstrook kon bereiken. Bij hoogwater spoelde ook deze zandstrook onder en was het een eiland op zich. Tegenwoordig kan je het eiland wel altijd bereiken via een brug. Heel het eiland oogt als een versterkte middeleeuwse burcht, met helemaal boven op de top van de rots de beroemde abdij, die machtig boven de zee uitsteekt. Alle auto's en motors worden van het schiereiland geschuwd, dus ook de motor van Wolfs moest een plekje vinden op de parkeerplaats nabij de kust. Van daaruit stapten ze samen op de pendelbus, die hen via de smalle brug het water overbracht. Eva had liever te voet gegaan, maar ze had Wolfs echt niet kunnen overhalen om bij dit weer ook nog een fikse wandeling te maken. Het regende al de hele dag pijpenstelen en als het aan Wolfs had gelegen, lagen ze nu nog lekker warm in bed.
'Pfff... hier komt onweer van.' zuchtte Wolfs terwijl hij vanuit de bus de dreigende wolken in het oog hield.
'En is de stoere meneer Wolfs dan bang van wat donder en bliksem?' grijnsde Eva spottend.
'Lach maar ja, maar niet zeuren als we vast zitten op dat eiland hoor. Ik heb gelezen dat die pendeldienst bij felle storm ook niet meer rijdt. En ik ga bij onweer echt niet te voet over die lange brug!'
Eva haalde gelaten haar schouders op. Zo'n vaart zou het toch niet lopen, wel?

Een paar uren later zat Eva in één van de vele middeleeuwse zalen van de voormalige abdij van de Mont Saint Michel. Het was een zaal in Romaanse stijl, de ramen waren klein en overal stonden er dikke zuilen die het bakstenen gewelf moest ondersteunen. Ze zat op één van de vele stenen bankjes die bij de kleine ramen waren uitgehouwen. Ze keek uit over de bliksem die bij elke slag dichter en dichter naar de rots toereikte. De donder was overweldigend. Elke knal deed de abdij op zijn grondvesten daveren. Of zo voelde het althans, volgens Eva. Ik daver de laatste weken ook op mijn grondvesten. Een half uur geleden was ze er nog van overtuigd geweest dat dit een kleine regenbui was, maar nu zaten ze in het oog van wat een heuse storm leek. Net zoals ik mij de laatste weken voel. Ze kon zichzelf wel voor kop slaan dat ze Wolfs hier mee had heen gesleurd. Maar hier in deze schuilplaats zaten ze veilig, althans, dat was wat één van de plaatselijke gidsen hen had verteld. Wolfs zat schuin tegenover haar op een ander stenen bankje. Hij had zijn voeten nonchalant naast haar op de bank gezet en klakte ongeduldig met zijn tong tegen zijn gehemelte.
Eva liet een zucht van irritatie en fluisterde: 'OK, je had gelijk. We hadden hier niet moeten komen met dit weer.'
Wolfs toverde een kleine maar triomfantelijke glimlach op zijn lippen, maar zei zacht 'Het is goed zo. We geraken hier echt nog wel weg, hoor. En moest dat nou niet zo zijn, dan zitten we hier tenminste samen opgesloten. Eerlijkgezegd denk ik dat we al erger hebben meegemaakt, toch?'
Wolfs knipoogde ondeugend terwijl Eva glimlachend haar hoofd schudde en haar blik weer op de regen liet vallen.
Enkele minuten bleef het stil tussen de twee. Wolfs leek naar buiten te kijken, maar eigenlijk was hij in zijn ooghoeken ook zijn partner in het oog aan het houden. Zeker de laatste ogenblikken was alles aan haar aanblik meer gespannen. Ze was niet echt van houding veranderd of had geen andere gezichtsuitdrukking, maar er was een zekere somberheid over haar gekomen. Al was somberheid ook niet meteen het juiste woord. Was ze nu niet eerder zenuwachtig? Maar waarvoor?
'Waar denk je aan?' vroeg hij zacht.
Eva keek op en lachte verlegen. 'Frank.'
Ze zag hoe Wolfs moest slikken, maar daarna toch met een zachte blik in zijn ogen naar haar knikte.
'Ik moet gewoon de laatste tijd meer aan hem denken.' vervolgde ze zacht. Wolfs bleef zwijgen. Hij besefte dat Eva besloten had om dit moeilijke onderwerp nu echt aan te snijden.
'Dat begrijp ik, maar nu wil je het ook echt over Frank hebben, toch?' gokte hij.
Eva knikte verlegen.
'Ik wil dat je begrijpt waarom ik toen voor hem koos.' zei ze zacht.
Wolfs haalde zijn schouders op en vervolgde voorzichtig: 'Ik moet het niet weten, hoor. Of ja, ik bedoel: als het nog moeilijk voor je is, begrijp ik dat en ik kan best met je verder zonder dat ik het weet.'
Eva schudde nu heftig met haar hoofd. 'Maar ik kan het niet.' zei ze kordaat.
'Goed, als je er echt klaar voor bent... '
'Je moet begrijpen Wolfs, waarom ik Frank zo leuk vond. Waarom ik van hem hield. Het kan pijn doen dat ik jou dit vertel, maar het moet.' waarschuwde Eva haar partner.
Wolfs slikte omdat het nu opeens zo serieus klonk, maar knikte uiteindelijk zodat Eva zou verder praten.
'Ik heb Frank ontmoet net nadat ik mijn vader bij de politie had verraden in die drugsdeal. Mijn vader kwam, door mijn toedoen, in de gevangenis terecht. Ik werd opeens overstelpt met grote verantwoordelijkheden. Ik moest opeens de rekeningen en vooral veel schulden betalen en stond er alleen voor met Maurice. Niet dat ik daarvoor veel hulp kreeg van mijn vader bij de opvoeding van mijn broer. Maar nu ik eindelijk van die rotzak verlost was, wou ik ook echt wel dat het goed zou komen met Maurice. Ik zette alles op alles om hem op het rechte pad te houden, maar dat leek mij alleen gewoon niet te lukken. Toen Frank in ons leven kwam, hielp hij me. Zowel financieel als met Maurice. Hij haalde een last van mijn schouders. Ik wist toen niet waarom hij het deed, maar hij hielp me met huisvesting, betalen van rekeningen en hield een oogje in het zeil bij Maurice als ik het even te druk had met mijn politiestudies. Hij was de eerste persoon in mijn leven die me echt steunde. Hij stelde eigenlijk bijna geen vragen over het verleden. Gaandeweg vertelde ik hem uiteraard wel wat, maar hij hielp me gewoon. Zonder iets terug te verlangen. Nou ja... na een tijdje gaf hij toe dat hij verliefd op me was en hoewel ik nooit begrepen heb hoe dat nou kon, gaf het me een goed gevoel. Ik was mij ondertussen onbewust ook aan hem gaan hechten en begon ook van hem te houden. Ik dacht toen echt dat ik verliefd op hem was! Het was het meest warme gevoel dat ik ooit bij iemand had gehad. Dus dat moest het wel zijn, dacht ik. Dat moest verliefdheid zijn.'
Wolfs knikte begrijpend en keek haar zacht aan. Enerzijds deed dit inderdaad pijn. Het besef dat HIJ er toen gewoon nog niet voor haar was geweest. Hij had op al die momenten in haar leven ook hemel en aarde willen verzetten om haar te helpen. Hij had haar toen ook al onvoorwaardelijk willen steunen. Maar anderzijds gaf het hem ook een warm gevoel te horen hoe Eva toen voor de eerste keer iemand vertrouwde. Het gevoel had dat iemand om haar gaf. Dat moest voor haar echt zo bijzonder geweest zijn en alleen al daarvoor zou hij Frank eeuwig dankbaar blijven. Eva keek even twijfelend naar de grond, maar ging toen toch verder.
'Maar toen kwam jij, Wolfs. Alles ging zo ontzettend goed met me en toen kwam jij. Hoe ontzettend hard ik mij er ook tegen verzette, eigenlijk was ik al meteen stapelgek op jou. En ik weet nog steeds niet waarom! Bij Frank wist ik waarom. Frank was lief, betrouwbaar, ook wel wat voorspelbaar, maar hij zorgde zo goed voor mij. Frank had me geholpen. Frank nam mijn zorgen weg, loste zomaar voor me mijn problemen op. Ik kon op hem rekenen. Hij was een beetje de vader die ik nooit had gehad. Maar wat moest ik met jou? Jij kwam mijn leven binnen als een arrogante, zelfvoldane vreemdeling en zette zowat heel mijn wereld op zijn kop. En toch kon ik jou niet meer uit mijn hoofd krijgen. En toch leek ik steeds meer naar jouw aanwezigheid te verlangen. Ik wist echt niet wat ik ermee moest doen. Ik probeerde vooral niet te beseffen dat ik nu pas écht voor het eerst verliefd was. Ik probeer het eigenlijk nog steeds niet te beseffen.'
Eva lachte verlegen om haar laatste zin. Wolfs glimlachte zacht terug.
'Maar nadat we die keer samen hadden gevreeën ... . '
Eva slikte de brok uit haar keel, keek vechtend tegen de tranen naar het plafond en vervolgde 'toen besefte ik het plots wel. Ik hield van Frank. Echt zoveel, maar ook zo... zo gewoon... als een soort broer ofzo. En ja, Frank en ik hadden ook seks, maar nooit zo intens of zo intiem. Dat wou ik niet, gewoon omdat ik het ook niet nodig had. Omdat ik er niet naar verlangde. Hij bleek daar wel vrede mee te hebben. Ik hou nog steeds zo ontzettend veel van Frank, maar ik was niet verliefd. En ik hield niet van hem zoals ik van jou hou.'
'Maar toch trouwde je met hem...' vervolgde Wolfs zacht. Hij wou niet verwijtend overkomen, maar zo was het wel gegaan.
'Ja, en dat spijt mij ontzettend. Het besef dat ik voor jou meer voelde dan voor hem was teveel om dragen. Toen. Zelfs nu soms nog. Het haalde mijn zekerheid weg. Frank was veilig, vertrouwd, ik wist precies wat ik aan hem had. En ik wist vooral ook dat hij nooit echt de moeite zou doen om mijn diepste zielenroerselen bloot te leggen. Daar was ik blij om. Maar jij was heel anders. Jij kon zo door me heen kijken, prikte elke poging van me om mij sterker voor te doen dan ik was, zo door. Dat doe je nog steeds. De momenten met jou waren vergeleken bij die met Frank zo intens, zo puur, soms zo frustrerend, soms zo ontzettend heerlijk. En die nacht met jou was... zo duizelingwekkend mooi. Maar we waren partners, dus het kon niet. Bij Frank... het was makkelijk, ik moest er niet om strijden, moest er geen moeite voor doen en er al zeker niets voor opgeven. Bij jou was alles zo ingewikkeld. Toen Frank me ten huwelijk vroeg, moest ik kiezen... tussen... tussen... . Het spijt me, Wolfs. Ik maakte de verkeerde keuze.'
Eva keek beschaamd naar de grond. Ze had nooit verwacht, zelfs zonet nog niet, dat ze dit ging toegeven. Wolfs schudde met zijn hoofd. Hij schoof over de stenen bank één plaats dichter naar het raam, zodat hij recht tegenover Eva zat. Hij plantte zijn voeten aan weerszijde van de hare en boog zich naar voren, terwijl hij zijn beide handen zachtjes op haar bovenbenen liet rusten.
'Nee, Eef, het was gewoon de meest logische keuze. Nu je mij het verhaal vertelt en zeker na alles wat je de laatste dagen met me hebt gedeeld, begrijp ik jouw keuze meer dan ooit. Echt, het was toen een keuze met je verstand, maar het was wel de meest logische en de meest veilige keuze. En misschien ook wel gewoon de beste beslissing die je toen kon maken. Ik weet niet of het de verkeerde keuze was, Eef. Dat zullen we nooit weten. De kans om daarachter te komen is jou gewoon bruusk en op een vreselijke manier ontnomen door de moord op Frank. Misschien waren jullie wel gewoon héél gelukkig geworden samen.'
Eva keek verbaasd in de ogen van Wolfs. Deze reactie had ze niet verwacht.
'Toen vond je nochtans dat mijn huwelijk gedoemd was om te mislukken... .' bracht ze hem verwijtend in herinnering.
'Je geloofde niet in mijn huwelijk met Frank, maar toch had je de moed niet om te blijven. Je hebt me toen duidelijk genoeg laten weten dat je dacht dat ik al snel spijt ging krijgen van mijn besluit. En ondanks die overtuiging, ging je mij toch in de steek laten.' vervolgde ze. Ze merkte nu pas hoe boos ze daar nog steeds over was. Dat was de eerste keer dat hij me zou verlaten... .
Wolfs merkte haar boosheid op en kon er niets tegenin brengen. Ze heeft gelijk. Ik was egoïstisch en liep weer weg voor de problemen.

De tranen sprongen in zijn ogen toen hij terugdacht aan hoe moeilijk het toen voor hem was. Eva wende haar blik van hem af. Wolfs zag hoe moeilijk zij het vond om hem te zien huilen. Ze heeft gelijk, maar ze moet mijn deel van het verhaal ook kennen.
'Eva ... het is zo gegaan. Dat is waar. En je hebt alle redenen om daarover boos te zijn. Maar vergeet niet dat jij niet de enige was die toen in de war was. Jij was niet de enige die niet wist hoe je met je gevoelens moest omgaan. Ik wist het verdomme ook niet!'
Wolfs pauzeerde even om zijn eigen heftige emoties weg te slikken, maar sprak toen vastberaden verder.
'Tot dan toe was het leven op liefdesvlak voor mij redelijk makkelijk geweest. Ik was een levensgenieter, een eeuwige vrijgezel. Ik hield alleen maar rekening met mezelf. Ik kon vrouwen aardig vinden, leuk vinden. Ik kon het gevoel hebben dat er een klik was met een bepaalde vrouw. Die had ik dan graag een tijdje bij me, maar ik bleef altijd het gevoel hebben dat die bepaalde klik ook wel weer voorbij zou gaan. Ik kon met vrouwen naar bed gaan, maar vond  het daarna ook niet erg als zij dan toch hun geluk elders gingen beproeven. Ik kende geen jaloezie, geen verlangen naar standvastigheid, naar onvoorwaardelijke liefde. Ik was er zelfs rotsvast van overtuigd dat zoiets helemaal niet bestond!'
Wolfs bleef Eva aanstaren in de hoop dat ze haar blik terug op hem zou richten,maar dat bleek niet het geval te zijn. Ze bleef koppig naar de grond staren. En hij wou haar ook niet dwingen om hem aan te kijken. Hij besloot dan maar verder te gaan met zijn verhaal.
'Toen, Eva, na onze eerste ontmoeting, onze eerste zaak, onze eerste ruzie,onze eerste kus, en die keer dat we samen vreeën, toen... ik wist het niet meer. Ik was zo in de war. Dat was me nog nooit overkomen. Geen enkele vrouw had mij ooit zover gekregen. Maar jij, jij deed het zomaar,alsof het niets was. Elke dag, elk uur,elke seconde weer blies je mij gewoon van mijn sokken.'
Geschrokken door zijn laatste woorden keek Eva op in zijn ogen, terwijl Wolfs hakkelend verder ging.
'Dus alsjeblieft Eva, vergeef me het feit dat ik zo'n ongelofelijk egoïstische klootzak was. Sorry Eef, maar opeens kon ik het echt niet. Ik weet het, het ging in tegen alles waar ik tot dan toe op liefdesvlak voor had gestaan. En toch kon ik jou niet uit mijn gedachten krijgen. En toch kon ik jou gewoon niet loslaten. Het was ook voor mij zo beangstigend. Ook ik was voor het eerst echt verliefd. En dat was niet alles: ik hield ook nog eens echt van jou! Ik wist  niet waar dat alles ineens vandaan kwam, maar het was gewoon zo. Ik wou je je geluk niet ontnemen, maar ik kon niet toekijken hoe iemand anders jou gelukkig maakte. Opeens had ik het gevoel dat IK daar had moeten staan, samen met jou aan dat altaar. Ik in plaats van Frank. Voor het eerst in mijn leven voelde ik de drang om mij te binden, om onvoorwaardelijk van iemand te houden, om voor heel mijn leven bij één persoon te blijven. Ik kon het nog niet aan mezelf toegeven, maar toch had ik jou met gemak hetzelfde willen beloven dan Frank jou toen heeft beloofd. De situatie was zo absurd! De moment dat ik eindelijk besefte wat ik echt wou, waar het echt om draait in het leven, trouwt mijn alles, mijn grote liefde gewoonweg met mijn beste vriend. Ik kon niet blijven, Eef, ik kon niet doen alsof ik er niet aan kapot ging. Ik kon nooit meer echt gelukkig worden. Maar ik heb altijd vurig gehoopt dat jij dat wel werd.'
Net zoals de regen buiten met bakken uit de lucht viel, hielden de twee rechercheurs het binnen ook niet meer droog. Snikkend zaten ze tegenover elkaar. Hun blik nog steeds gevangen door elkaars ogen. Wolfs reikte naar Eva haar hand. Zachtjes werd die in de zijne gelegd. Hij gaf haar een kort kneepje en fluisterde: 'Frank was zo'n goede man voor jou, Eef. Je verdiende het en hoe boos ik ook leek, eigenlijk hoopte ik alleen maar voor jou dat je de beste beslissing had genomen.'
Eva knikte kort. Ze had toch nog één vraag.
'Toen Frank stierf... je bleef... voor mij.'
Wolfs knikte nadenkend en Eva ging verder.
'Maar je hebt nooit echt geprobeerd om... waarom heb je nooit gezegd dat je meer wou?'
'Eva... Frank was net dood! Daarvoor had ik echt wel teveel respect voor hem... maar vooral voor jou. En later durfde ik niet meer. Ik had alles wat ik eigenlijk wou. Jou altijd bij mij. Dat durfde ik echt niet op het spel te zetten. En ik dacht dat we het er eigenlijk stilzwijgend wel over eens waren dat het goed was zo. Dat jij niet meer wilde. Dat we liever voor altijd partners en huisgenoten waren. Zo moesten we elkaar nooit missen. Dat we het zo lieten, om niet uit elkaar te moeten.'
Eva knikte, trok haar handen uit die van hem en droogde haar tranen.
'Ja,' zei ze fluisterend 'dat hadden we inderdaad misschien stilzwijgend wel zo afgesproken...'
Ze stopte haar zin, maar Wolfs voelde dat ze nog wat wou zeggen.
'Maar...' polste hij.
'Maar ik weet niet of ik mij nu nog aan die afspraak kan en wil houden.'
Wolfs knikte en een kleine glimlach verscheen om zijn lippen. Ook Eva glimlachte zacht, maar opeens verstarde haar blik. Ze kwam opeens tot een bepaald besef. Iets wat Wolfs zonet had gezegd. Ze keek hem strak aan,alleen de twinkelingen in haar ogen verraadde haar hoop dat ze het toch echt goed had gehoord.
'Wat zei je nou net? Had je me toen hetzelfde willen beloven? Hetzelfde als Frank? Bedoelde je...? Zou je echt... met mij willen trouwen?' zei ze verbaasd,terwijl haar ogen groot werden van verbazing.
De ogen van Wolfs begonnen te twinkelen, zijn hoofd liep rood aan. Eventjes hield hij zijn adem in om zo zijn zenuwen en de kriebels in zijn buik te kunnen bedwingen. Uiteindelijk kon hij zich niet meer bedwingen en zenuwachtig begon hij te lachen terwijl Eva hem nog steeds stomverbaasd aankeek.
'Nou ja, Eva, ja...' schudde hij beschaamd zijn hoofd '...als jij dat op een dag écht zou willen, zou dat voor mij alvast geen probleem zijn... .'
Jeetje, wat viel haar kwartje laat!
Eva schoot in de lach en hield nog steeds ongelovig haar hand voor haar mond.
Wolfs hief meteen protesterend zijn handen in de lucht en riep lachend:
'Maar hé, juffrouw Van Dongen, je gaat toch echt moeten wachten tot ik het jou op een dag netjes en officieel vraag!'
Eva trok speels haar wenkbrauwen op en keek hem uitdagend aan.
'Oh, maar IK kan wachten hoor...' zei ze met gespeelde kalmte in haar stem. Gedreven door een diep verlangen bracht ze haar hoofd heel dicht bij dat van Wolfs en fluisterde uitdagend tegen zijn lippen:
'maar hoe weet jij zo zeker dat ik 'JA' zal zeggen?'    

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro