deel 36

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng


Dag.
Dag Maria.
Dag mama.
Ik... ik weet niet of ik nog tegen jullie durf praten.  Het is te lang geleden.  Misschien dat ik het zelfs niet meer kan. Maar nu ik hier ben, moet ik het gewoon proberen.
Ik ben hier terug. Na al die jaren. Er is ondertussen zoveel gebeurd.
Ik heb het gedaan... waarover we laatst spraken... ik heb het gedaan. En ook al heb ik net op deze plek de moed gevonden, toch hoop ik, mama, dat je niet boos op me bent. Ik heb je nooit willen teleurstellen. Ik hoop dat ik je geen verdriet heb gedaan. Toen ik hier de beslissing nam, dacht ik dat jij het wou. Dat jij me zou helpen en mij en Maurice wou beschermen. Maar in al die jaren heb ik steeds meer het gevoel gekregen dat ik jou pijn heb gedaan. Dat er daarom allemaal vreselijke dingen gebeurden. Dat je Maurice bij me hebt weggehaald. Dat jij hebt gezorgd dat hij naar zorginstelling kon.  Dat hij weg kon, weg van mij.  Dat Frank werd vermoord.  Dat ik zwanger werd en daarna mijn kindje verloor.  Dat ik en Wolfs daarom nooit... .
Ik wou je nooit pijn doen, mama. Nooit. Sinds ik hier laatst was, staat mijn leven zo vaak op de rand van geluk. Maar ik kan er nooit over. Waarom niet, mama? Wat heb ik nou toch verkeerd gedaan?  Waarom kan ik het gewoon niet? Ik durf gewoon niet! Ken je Wolfs, mama?  Er is iets dat je moet weten. Ik hou echt van hem... .

Eva's gedachten stopten abrupt. Ze voelde een hand op haar schouder. Een vertrouwde hand. De hand kneep zachtjes. Er was geen twijfel mogelijk. Ze wist meteen wie nu achter haar op de grond neerhurkte.
'Hé' kwam er schor uit zijn mond.
Eva slikte haar emoties weg en fluisterde terug: 'Hé'.
'Mag ik?' vroeg hij zacht terwijl hij voorzichtig een teken gaf dat hij naast haar wou gaan zitten. Eva knikte zonder hem aan te kijken.
Ze had wel verwacht dat hij uiteindelijk achter haar aan zou komen. Eigenlijk had ze verwacht dat hij haar al lang zou hebben gevonden. Maar diep vanbinnen had ze gehoopt toch nog op deze plek te kunnen komen. Op dit uur. Ze had gehoopt hun ontmoeting te kunnen uitstellen tot het moment nadat ze hier, in het donker van de nacht, had gezeten. Alleen.
Nu zou ze toch alleen maar zijn verontwaardiging over haar heen krijgen. Hij zou haar uitlachen. Hij zou het nooit begrijpen.
Minutenlang bleef Wolfs naast Eva zitten. Zij was diep in gedachten verzonken, maar ook hij voelde niet meteen de drang om veel te zeggen. Sinds hij haar vanavond tijdens de kaarsjesprocessie had gevonden, was hij haar geen moment uit het oog verloren. Ze had met zoveel zorg de oudere, zieke dame teruggebracht naar diens logeerplek. Ze had zo rustig en sereen over het Heiligdom gewandeld. Ze had even aan de grot gezeten. De grot, de plek waar het hier om draaide. De plek, waar volgens het Katholieke geloof , Moeder Maria was verschenen. Hij had haar gevolgd en gezien hoe zij een kaarsje brandde. Toen het buiten helemaal donker werd, had hij haar hierheen zien komen. Ze had plaatsgenomen aan de andere kant van de rivier. Zo dicht mogelijk bij het water. Recht tegenover de grot. Van hieruit kon je de kaarsen in de grot zien branden. In de verte hoorde je nog de religieuze muziek van de laatste eredienst, maar deze werd zachtjes overstemd door het kabbelende water van de bergrivier. Het was hier donker. Alleen de kaarsen van de grot weerspiegelden in het water. Er was geen mens meer te zien. Het was rustig. Vredig.
Hij had het wel aangevoeld. Hij had gevoeld dat dit een belangrijk moment, een belangrijke  plaats voor haar was.  Hij dacht haar iets te zien fluisteren. Net alsof ze met iemand sprak.  Is dat nou bidden?
Toch had hij het niet kunnen laten. Hij had zo'n ontzettende drang gehad om hier deel van uit te maken. Om zich mee te laten nemen in haar beleving. Desnoods zelfs in haar geloof. Ondanks al zijn vooroordelen en zijn scherpe mening, had ook hij dit opeens ervaren als een mooie, wonderlijke plek. Haar zo te zien, was gewoon wonderlijk.

'Wanneer was je hier voor het laatst?' fluisterde hij zacht.
Eva schrok niet eens van zijn vraag. Hij kende haar door en door. Ze wist wel dat hij uiteindelijk de losse eindjes aan elkaar zou knopen en daaruit een conclusie zou trekken. En als hij een conclusie trok met betrekking tot haar, zat hij er zelden naast.
'Enkele dagen voordat ik mijn vader ging aangeven bij de politie.' zuchtte ze diep.
Wolfs knikte zachtjes. Eigenlijk had hij dit antwoord wel verwacht.
'Het was hier, toch? Het was hier dat je besloot dat het moest stoppen.'
'Ja. Hier heb ik beslist dat ik het moest doen. Voor mezelf. Voor Maurice.' glimlachte ze flauw.
'Hoe heb je deze plek ontdekt? Ik bedoel: Lourdes. Ik kan mij niet voorstellen dat je veel op reis ging. En met alle respect, maar dit is toch ook niet de doorsnee droombestemming van een tienermeisje.' werd Wolfs nu nieuwsgierig.
'Nee, dat klopt.' zei ze zacht glimlachend. 'Maar ik was tenminste wel eventjes weg van huis. Bij ons in de kerkgemeenschap werd er elk jaar een bedevaart naar Lourdes georganiseerd. Ze hadden een speciaal programma voor jongeren uit kwetsbare situaties. Jongeren die anders nooit een keertje weg konden. Het was een soort kamp. We sliepen hier wat verder op een camping. In tentjes. De pastoor had mijn vader weten te overtuigen mij en Maurice mee te sturen. Hij had tegen mijn vader gezegd dat die dan toch ook eens een weekje niet voor ons moest zorgen. Al wist de pastoor dat de werkelijke situatie eerder omgekeerd was, toch leek zijn smoes te werken. Dus mochten we mee. Het werd de enige week in het gehele jaar dat ik mij ergens veilig voelde. Eén week per jaar dat ik niet bang moest zijn. Na enkele jaren werd ik te oud voor het jongerenprogramma, maar ik wou niet thuisblijven. Toen werd ik ziekenhelpster. Je zal de ziekenhelpers hier ook al wel hebben zien lopen. Ze hebben zo'n witte uniformen aan. Dat heb ik nog eens enkele jaren gedaan. Tot ik op deze plek besloot mijn leven om te gooien. Hier verzamelde ik alle moed en ik maakte de beslissing. En een week later zat mijn vader voorgoed achter de tralies.'

Beiden bleven ze voor zich uit staren. Hun ogen gericht op het beeld van Maria in de grot.
'Jij zei laatst dat ik toen geen hulp had gehad. Dat ik het in mijn eentje deed. Maar dat is niet waar.' fluisterde ze na een tijdje. Vragend keek hij haar aan. Voor het eerst draaide ze haar hoofd eventjes zijn kant op. Ze zag hoe teder zijn blik stond, hoe begrijpend. Totaal anders dan dat ze verwacht had. Ze besloot verder te praten.
'Ik deed het met haar hulp.' fluisterde ze, terwijl ze haar ogen terug op de beeltenis van Maria richtte. Wolfs twijfelde aan de betekenis van Eva's woorden, maar knikte toch.
'Is zij... een soort vervanging van je moeder?' vroeg hij voorzichtig.
'Nee!' zie ze stellig. 'Zij is Maria, ook een moeder, maar niet mijn moeder. Dat weet ik ook wel. En of Maria dan écht heeft bestaan en hier werkelijk verschenen is of niet, laat mij overigens helemaal koud. Maar als ik hier zit... dan... dan... ach laat maar.'
'Nee, Eef, vertel...' moedigde hij haar aan. Hij schrok zelf van de schorheid in zijn stem.
Waarom grijpt alles wat Eva me vertelt zo ongelofelijk aan?
Eva keek verbaasd in zijn ogen en schudde haar hoofd.
'Het is stom. Je lacht me toch maar uit...' meende ze teleurgesteld.
'Nee, Eef, ik heb me vergist. Dit is niet stom. Vertel.'
'Maria geeft me een beeld van wat een moeder is. Van wat een moeder kan zijn. Haar armen open, lief, begrijpend. En hier op deze plek zijn zoveel mensen lief en zacht voor elkaar. Zorgzaam. Waarschijnlijk is het gewoon fantasie. Gewoon een stom verlangen van mij. Maar hier voel ik de liefde die ik hoop dat mijn moeder ooit voor mij voelde. Het lijkt soms of Lourdes een soort brug is naar mijn eigen moeder. Ook al ken ik mijn moeder eigenlijk helemaal niet en weet ik ook niets van haar, toch voelt het aan alsof ik haar hier wel ken. Of haar tenminste kan leren kennen. Met haar kan praten. Haar liefde kan voelen. Ik weet wel dat het niet zo is, maar toch voelt het zo. Het voelt alsof mama hier dicht bij me is.'
Eva keek beschaamd op. Ze was bang om hem in de ogen te kijken, maar ergens voelde ze ook de drang. Tegen alle verwachtingen in, stond Wolfs' blik nog even teder en liefdevol.
'Dom hé... .' zuchtte ze schouderophalend.
Wolfs bleef haar indringend aankijken. Plots maakte hij zijn ogen van haar los. Hij stond op. Voor eventjes sloeg de angst Eva om het hart. Zou hij het zo dom vinden dat hij opnieuw vertrekt?
Maar wat toen volgde, had ze niet verwacht. Ze zag hoe hij zijn benen aan weerszijde van de hare plaatste. Zachtjes ging hij dicht achter haar zitten. Ze voelde zijn borstkas tegen haar rug glijden en slikte toen ze zijn adem zachtjes in haar nek voelde. Voorzichtig liet Wolfs zijn handen over haar armen glijden. Zijn handen vonden die van haar en hij liet hun vingers meteen in elkaar haken. Heel voorzichtig sloeg hij hun armen om haar heen en drukte haar zo dicht mogelijk tegen zich aan. Zachtjes drukte hij een kus in haar hals en hij fluisterde dan in haar oor: 'Dat is helemaal niet dom.'
Eva sloot haar ogen en genoot. Een kleine glimlach kwam op haar lippen. Ze voelde zich opgelucht. Begrepen. Opeens hoorde ze opnieuw zijn gefluister.
'Eef... was je net met haar aan het praten? Met je mama?'
Geschrokken opende ze haar ogen.
Oh nee, misschien is dat voor hem wel een brug te ver. Hij zal denken dat ik gek ben!
Toch moest ze nu gewoon eerlijk zijn. Ze kon niet anders.
'Ja.' fluisterde ze vol schaamte.
'Oh nee, Eef!' zuchtte ook Wolfs schaamtevol.
'Sorry Wolfs...' stamelde ze, hopend dat hij haar niet gelijk naar het gekkenhuis zou voeren.
'Nee, nee, ik ben diegene die sorry moet zeggen. Sorry... ik had je niet mogen storen. Ik zag dat het moment belangrijk voor je was, maar toch heb ik er mezelf in opgedrongen. Had ik geweten dat je in gedachte bij je moeder was dan had ik jou echt niet gestoord.'
'Dus...' bracht ze verward uit 'je vindt het niet raar?'
'Nee, ik schrik er zelf ook van, maar nee, ik vind het niet raar. Eigenlijk vind ik het alleen maar mooi. Ontroerend.'
Eventjes bleef het stil tussen hen.
'Zal ik weggaan? Dat je nog wat tijd alleen met je moeder hebt?' vroeg Wolfs opeens.
'Hoeft niet' zei ze kleintjes 'jij mag alles horen wat ik haar wil zeggen.'
'Ik vind het echt geen moeite, hoor...' bracht hij ertegen in.
'Nee, blijf.' zei ze kortaf terwijl ze zijn armen nog steviger om haar heen trok.
'Nou goed dan, maar weet dat je je voor mij niet hoeft te schamen. Vertel haar wat je zou willen vertellen. Daarvoor ben je hier. Vertel het haar in gedachte, of fluisterend, of luidop. Het maakt mij niet uit. Ik vind dit echt niet dom.'
Ze draaide zich in zijn armen wat meer naar hem toe en keek op in zijn helderblauwe ogen.  Nog steeds onder de indruk van zijn tederheid, knikte ze als teken dat ze het begreep. Dat ze zich veilig voelde. Dat ze het aandurfde, ook al was dit zo intiem. Ook al legde ze hiermee haar gehele ziel bloot.  En zachtjes begon ze opnieuw tegen haar mama te fluisteren. Zo zacht dat Wolfs maar flarden verstond. Maar de flarden die hij verstond, maakte hem zo ontroerd. Zo ontroerd door de band tussen moeder en kind dat ook zijn gedachten automatisch uitgingen naar zijn kind. Fleur.
Ook hij voelde plots een aanwezigheid. De aanwezigheid van zijn dochter.
En ook hij begon zachtjes met zijn dochter te praten.

Ik hou van je, mama.
Ik hou van je, Fleur.
Duizelig van de emoties draaide Eva zich om. Zijn armen waren nog steeds stevig om haar heen geslagen. Beiden hadden net hun gesprek met hun overleden geliefden afgesloten.  Geschrokken door de intensiteit van dit moment keken ze elkaar aan. Heel voorzichtig bracht Wolfs één hand naar Eva's gezicht. Zachtjes liet hij deze over haar gezicht glijden. Zijn duim ging strelend over haar oogleden, naar haar neus, over haar wangen om uiteindelijk strelend haar mond te vinden.  Eva sloot haar ogen en genoot van zijn aanrakingen. Ze voelde hoe hij met de andere hand haar haren uit het elastiekje haalde en zijn hand vanuit haar haardos langzaam strelend over haar rug gleed. Zachtjes boog ze naar voor tot haar voorhoofd tegen dat van hem rustte. De vingers rond haar mond verplaatsten zich naar onder en liefdevol duwde hij haar kin naar boven. Ze opende haar ogen en keek hem aan. Nog nooit had hij zo naar haar gekeken. Zo rustig. Geen enkele twijfel in zijn ogen. Geen enkele spanning op zijn gezicht. Alleen een vredige glimlach. Alleen twee blauwe, diep vertederde ogen. Vol liefde. Vol genegenheid. Zo intiem. Zo warm en intens.
Langzaam opende hij zijn mond.  Zijn mondhoeken krulde nog eventjes naar boven alvorens hij haar zijn enige gedachte toefluisterde:
'Mijn lieve Eva... trouw met mij...alsjeblieft?'
Eva's ogen bleven gevangen in de zijne. Ze besefte niet goed welke vraag haar net was gesteld, maar ze besefte wel welk overweldigend warm en tintelend gevoel het haar bezorgde. Ze voelde een gelukzalige gloed doorheen haar hele lichaam bewegen en kon alleen nog maar onwillekeurig met haar lippen een liefdevolle en ontroerde glimlach vormen.  De inhoud of de mogelijke gevolgen van zijn vraag wist ze niet precies te vatten, maar toch wist ze instinctief haar antwoord. Ze bracht haar lippen tot tegen de zijne en net voordat ze hem kuste, fluisterde ze zacht:
'Ja.'
Rustig en teder kuste Wolfs haar terug. Vederlicht nam hij haar onderlip tussen zijn lippen en liefkozend kuste hij elk klein stukje ervan. Hij opende zijn mond een beetje zodat hij nu ook haar bovenlip kon proeven. Eva gleed met haar tong langs zijn fijne lippen en voor ze er beiden erg in hadden dreven ze weg in de gelukzaligheid van de meest liefdevolle zoen.
Maar plotsklaps kwam het besef. Eva rukte zich los en keek hem totaal ontredderd aan.
Ze sloeg haar hand voor haar mond en schudde haar hoofd als teken dat ze het niet kon geloven.
'Www... wat ... wat was jouw vraag?' stamelde ze nog steeds volledig in de war.
Ook Wolfs leek nu opeens uit zijn lood geslagen. Hij wendde zijn blik kort af en keek in het rond. Op zoek naar het antwoord.
'Euh...' herpakte hij zichzelf 'ik... ik denk dat ik jou ten huwelijk vroeg.'
Een ijzige stilte bleef secondelang tussen hen in hangen.
'En... wat...' Eva klonk wanhopig verward, maar zette haar vraag uiteindelijk door.
'En wat heb ik geantwoord?' Ze was niet in staat om haar ogen van de zijne los te maken.
' "Ja" ... geloof ik.' fluisterde hij zo zacht dat zij kon doen alsof ze hem niet verstond.
Maar Eva verstond het wel en ze was niet van plan om te doen alsof ze dat niet deed.
Zachtjes knikte ze en twijfelend ging ze over naar de volgende vraag:
'Was het echt? Ik bedoel... meende je hetgeen je vroeg?'
'Het was niet de bedoeling het luidop te vragen...' fluisterde hij terwijl hij haar twijfelend
aankeek 'maar ik meende het wel, denk ik. Ja, het is wel wat ik wil, ja... .'
Eva knikte nogmaals, maar zei verder niets. Ze bleef in zijn ogen staren en ook Wolfs bleef haar ongelovig aankijken.
'Meende jij het? Toen je "ja" zei?' vroeg hij nu met een brok vol zenuwen in zijn keel.
'Nee, of ja... het is te zeggen. Ik besefte niet echt wat je vroeg. Maar het voelde zo juist en ik wist zonder meer mijn antwoord. Dus ... ik moet het wel menen. Want het is wel wat ik wil. Dat weet je toch. Dus ja, ik wil wel met jou... trouwen .  Maar, wacht even... wil dat dan zeggen... ? Zijn we dan nu... verloofd?'
Voor eventjes keken ze versteend naar elkaar. Opeens kwam er bij beiden een gelukzalige glimlach om hun lippen.
'Ja' lachte Wolfs 'ja... wij zijn gewoon verloofd, Eef! Verloofd!'
Overweldigd door geluk trok hij haar recht en duwde haar stevig tegen zich aan. Hij kuste haar vol overgave en tilde haar op. Toen hij haar ook nog uitzinnig van blijdschap in het rond draaide, begon ook het gelukzalig gevoel het bij Eva te winnen van de angst.
Lachend keek ze hem opnieuw aan.
'Dus als we officieel verloofd zijn... zijn we dan ook officieel...'
'Samen?' gokt hij haar vraag.
Vragend keek ze hem aan. Hij moest het zeggen, zodat ze er echt heel zeker van kon zijn.
'Eva Van Dongen, ik hou zo ontzettend waanzinnig veel van je en ik laat je nooit meer gaan. Vanaf nu ben je écht mijn vriendin. Nog beter: mijn verloofde! En binnenkort... word je mijn vrouw.'
Eva giechelde zoals ze nog nooit had gedaan en liet zich opnieuw in zijn sterke armen vallen.    

Whooee... dit was hem dan.  Mijn favoriete hoofdstuk.  Het hoofdstuk dat ik zo goed als volledig huilend heb geschreven.  Mijn ontroering op "papier".  Hopelijk kwam het ook even ontroerend over.   Bedankt voor al jullie lieve reacties en al jullie stemmen.  Jullie zijn één voor één zo ontzettend lief!!  Dikke knuf van mij... Xxx

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro