Hoofdstuk 38

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het duurt niet lang of de feniks is weer uit de geheime kamer, maar zowel Ron als professor Snape hebben geen idee hoe de vogel dat voor elkaar heeft gekregen. Ze hebben de deur niet open zien gaan, en dus besluiten ze op onderzoek uit te gaan in de hoop op te merken hoe de vogel er dan wel in en uit kan. Dan hoort Ron iemand iets zeggen.

"Sisselspraak gaat je niet redden, Potter. Hij gehoorzaamt alleen mij!" Er komt geen antwoord, en Ron geeft de zwartharige professor door dat ze echt moeten opschieten. Het monster is afgestuurd op Harry en die heeft net geen antwoord gegeven. Wanneer beiden besluiten het op te geven, komt de feniks weer terug, dit keer gaat de deur wel open en dicht en nog net kunnen de twee zien wat er gebeurd. Professor Snape probeert de deur met magie open te houden, en samen met Ron ziet hij hoe Harry op de grond ligt, met een Basilisk achter hem die bezig is met de feniks die de ogen uitprikt.

Harry staat snel op, zonder in de gaten te hebben dat er hulp voor hem is. Ron vraagt zich af waarom hij niet gewoon zijn toverstok gebruikt. Harry sprint er vandoor, een andere kant op, en de slang glijdt achter hem aan. Twijfelend, alsof hij nog een paar andere mensen ruikt. Professor Snape heeft het door en trekt Ron er weg, om de deur dicht te doen die ze openhielden. Zo staan ze aan de andere kant en met een beetje geluk kan de slang absoluut niet erbij. Met wat non-verbale spreuken zouden de twee beschermd moeten worden.

In de geheime kamer zit de slang definitief achter Harry aan, maar die weet de slang af te schudden, zelfs als hij in de val zit door een steen weg te gooien. De slang kruipt weg, en zo snel als hij kan en wanneer het mogelijk is, rent Harry naar Ginny toe. Maar dan verschijnt de slang ook weer net zo goed.

Wanneer Harry ziet dat er een zwaard tevoorschijn komt uit de hoed, pakt hij deze en klimt hij op het hol van het monster. Met moeite, want hij moet geregeld moeite doen om niet te vallen terwijl hij de aanvallen van de Basilisk probeert te ontwijken. Precies op dat moment besluit professor Snape – die het wel erg stil vindt geworden aan de andere kant – om de deur nog eens te openen. Dit lukt, en als hij samen met Ron door de opening gaat en zich verder stil houdt, zien ze dat Harry op een groot standbeeld staat, met de slang voor hem die hem geregeld aanvalt en probeert te bijten.

Professor Snape moet Ron echter verder in bedwang houden om niet naar zijn zusje te rennen. Bang voor wat er komen gaat, wachten ze af, al dalen ze wel de ladder af. De slang heeft het te druk met Harry, dus ze kunnen al iets meer dichterbij komen. Een verstikkende gil laat de twee verstijven, en zo blijven ze staan terwijl de slang wilde bewegingen maakt en naar de grond stort, terwijl Harry naar beneden klimt.

Ron is niet meer te houden, en rent op zijn zusje af die hij allang had zien liggen. Professor Snape rent erachteraan, in stilte, en merkt een jonge man op die zeker zeventien moet zijn, maar die hij nog nooit gezien heeft. Met zijn toverstok in de aanslag, loopt hij op de jongen af en eist te weten wat hij hier doet en wie hij is. Maar de jongen is niet onder de indruk, en maakt zich schijnbaar drukker om het dagboek dat Harry in zijn handen houdt, open, samen met een tand van de Basilisk die hij in het boek prikt.

De zestienjarige Tom Riddle, aka Voldemort, gilt het uit en er verschijnen gaten, waarna hij in het niets verdwijnt. Professor Snape is achteruit gedeinsd met een verschrikt gezicht, en ook Ron is achteruit gekropen, verdrietig om de dood van zijn zusje die echter meteen zwaar ademhaalt en bij is gekomen tot grote verrassing van de aanwezigen. Dan komt de feniks weer aangevlogen en laat enkele tranen in de wond van Harry vallen, die nog niemand was opgevallen.

"Natuurlijk, Fenikstranen hebben genezende krachten. Professor Dumbledore vertelde het me tijdens de beschuldigingen die ik toegeworpen kreeg van iedereen. Ginny, het is voorbij. Laten we naar boven gaan."

"Goed idee, Potter. Wees niet nog eens zo stom om met een monster te vechten. Als Feliks er niet was geweest, was je al snel dood. Denk dus in vervolg goed na," antwoordt professor Snape die de leerlingen begeleidt naar de andere kant van de kamerdeur. "Je hebt teveel moed voor een Slytherin, jongen. En toch wil ik je belonen voor die moed. Slytherin krijgt er van mij vijftig punten bij. Voor nu gaan we gezamenlijk naar het kantoor van het schoolhoofd, inclusief onze dappere gast die een lafaard blijkt te zijn."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro