Ik zit tussen Lenora en Harry in op de bank. Hoe lit. De jongens zitten nog steeds 20 questions te doen maar ik ben een beetje afwezig met mijn ringen aan het spelen. Uiteindelijk heb ik genoeg van mijn eigen ringen dus pak ik Harry's hand en doe zijn ringen af zodat ik nieuwe heb.

Hij begint te lachen en als ik op kijk merk ik dat iedereen naar me kijkt. Luke en Ashton geven elkaar een highfive en Calum kijkt jaloers. Ik moet lachen en bedenk me dan dat ik een vraag moet stellen. Ohja.

Ik stel mijn vraag aan Louis en dan gaan ze weer verder en kan ik me weer afzonderen, en me steeds slechter kan gaan voelen. Als het ongeveer 5 uur is voel ik me echt kut, en sta ik op om naar de keuken te lopen. Ik pak een fles met alcohol, geen idee welke, volgens mij vodka, en zet hem aan mijn lippen. Na 2 of 3 slokken loop ik de woonkamer weer in, met mijn fles en iedereen kijkt me raar aan. Snap ik ook wel, ik drink niet vaak. Laatste keer dat ik dronk heb ik blijkbaar Calum ten huwelijk gevraagd.

Waarschijnlijk heeft hij nee gezegd en is hij daarom met Arzaylea gegaan. Ik knik om mijn verhaal te bevestigen en ga tevreden op de grond zitten.

-----

"Weet je wat ik denk? Ik denk dat liefde niet bestaat." zeg ik, met een bijna lege fles in mijn hand en een dubbele tong. Iedereen kijkt me raar aan.

"Nou kijk. Liefde is gewoon een gevoel van lust in plaats van- van- ik weet het woord niet meer." Meteen beland ik in een giegelbui. De rest zucht gewoon en gaat verder met het gesprek, behalve Harry. Hij blijft oogcontact houden, en ik staar gewoon terug. Hij heeft mooie groene ogen.

"Dankjewel." Hij grinnikt, en ik lach ook.

"Het lijkt op gras." Ik steek mijn arm uit om zijn gezicht te aaien, maar hij zit te ver weg.

Dan maak ik oogcontact met Calum, die boos tussen mij en Harry in kijkt. Voornamelijk boos naar Harry though, en anders naar mij. Ik weet niet wat voor emotie het moet voorstellen.

Het ziet er wel lief uit, dus het maakt me niet heel veel uit.

"Willen jullie mijn improvisatiegedicht horen?" vraag ik terwijl ik Cal en Harry naar me toe trek. Ze knikken allebei.

"People always talk shit and lie right to my face." is de eerste zin die ik zeg, en Calum en Harry kijken me allebei aan. Luke kijkt ook, met gemixte gevoelens.

"They think they know me better,  but they don't know I'm not okay. I'm just begging you to save me, like you did with her before. I just wanna get back to us cause we used to have more." De laatste zin heb ik van de jongens gestolen, I know. Het is gewoon een mooie zin. Ik kijk even anar de twee jongens die naast me zitten, naar Luke en maar Lenora. En dan word Calum boos.