Hoofdstuk 19

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Chris?' vraag ik zachtjes. 'Gaat het?'

Ik ga naast hem zitten op het zand en zie hem zuchten. 'Het spijt me.'

Ik kijk hem met een schuin hoofd aan. 'Wat bedoel je? Ik zou moeten zeggen dat het me spijt.'

Chris schudt zijn hoofd. 'Nee, ik reageerde zo. Als ik naar het schip kijk zie ik het. Ik zie dan dat het zijn tijd heeft gehad.'

Ik knik. 'Wat wil je doen dan?'

Chris kijkt mij glimlachend aan. 'We gaan naar Simbulayan, speciaal voor jou.'

Er komt een glimlach op mijn gezicht die er niet snel meer vanaf gaat. 'Dank je, Chris.'

Ik trek hem in een knuffel. 'Heel erg bedankt.'

'Kom laten we nu maar al vertrekken.'

Ik glimlach en spring omhoog. 'Waar wacht je dan op? Laten we gaan.'

Ik loop samen met Chris naar de bemanningsleden die ons afwachtend aankijken.

'En?' vraagt Raymond die de nieuwsgierigheid niet meer kan verbergen.

'We gaan vertrekken. Op naar Simbulayan!' roept Chris waardoor iedereen begint te juichen.

~•~•~•~

Als we na een paar uur eindelijk aankomen op Simbulayan kijk ik verbaasd om mij heen. 'Wow, het is hier kei mooi!' roep ik vrolijk, waardoor James mij lachend een por in mijn zij geeft. 'Ik had al verwacht dat je dat ging zeggen.'

Ik trek lachend mijn wenkbrauwen omhoog. 'Jaja dat zal wel, waar is Samantha?'

James wijst naar een klein hutje in de boom. 'Meestal zit ze daar.'

Ik knik vrolijk. 'Laten we er heen gaan dan!'

Ik voel achter mij iemand een hand op mijn schouder leggen. 'Alice, weet je zeker dat je dit wilt?'

Ik draai me om naar Chris, die mij een beetje bezorgd aankijkt. 'Je weet toch-'

'Nee, ik wil naar haar toe! Ik moet weten wat er met mijn ouders gebeurd is!' onderbreek ik hem boos.

Chris knikt zachtjes. 'Maar wat nu als het zo erg is...' 'Dat je niets meer wilt doen en zeggen.' Maakt James Chris zin fluisterend af.

Ik schud mijn hoofd en voel de tranen opkomen 'Nee, nee, nee! Zo erg gaat het niet zijn! Ik wil weten wat er met mijn ouders gebeurd is!'

Ik loop naar het hutje en klim op een laddertje naar boven.

Als ik op de deur klop hoor ik veel lawaai binnen. 'Kom maar!' roept een vrouwenstem waardoor ik naar binnen loop.

Ik zie in mijn ooghoek dat James, Chris en Lisa achter me aankomen lopen.

'Alice, doe rustig,' zegt Chris waardoor ik mijn hoofd schud en naar Samantha loop die rustig aan een tafeltje zit.

'Hallo,' glimlacht ze waardoor ik haar een slappe glimlach geef. 

'Samantha?' vraag ik voorzichtig.

Ze knikt. 'Wat is er? Waarom zijn jullie hier? En wie ben je?'

'Ik ben Alice. Chris heeft over je vertelt. Hij zei dat je wist hoe.' Ik slik. 'Hoe mijn ouders vermoord zijn.'

Ik ga naast haar op een stoel zitten en voel de eerste traan over mijn wang rollen.

'Meisje, wie waren je ouders?' De vrouw van rond de veertig jaar met bruin haar en bruine ogen trekt mij in een knuffel waardoor ik nog meer tranen over mijn wangen voel lopen.

'Je, je kent ze. Denk ik. Ze noemde Jax Parker en Jessie Grey.'

De vrouw laat me geschrokken los. Je ziet in haar ogen dat ze mijn ouders zeker kent.

'Je was bevriend met ze, denk ik hè?' vraag ik zachtjes waardoor ik haar zie knikken.

'Ik heb nog samen met ze over de zee gevaren, jaren lang totdat...'

Ik zie in haar ogen dat ze de tranen ook moet inhouden. 'Je weet niet hoe ze dood zijn gegaan hè?'

Ik schud mijn hoofd waardoor ze slikt. 'Ze hebben je vertelt: dat ze dood zijn gegaan door een grote storm op zee, klopt dat?'

Ik knik weer waardoor ik haar zie slikken.

'Ze zijn vermoord door: De Bloed Piraten.'

Ik kijk haar geschrokken aan en voel de tranen over mijn wangen rollen. 'Wat zijn De Bloed Piraten? Waarom doden ze mama en papa? En waarom... waarom deden ze mij dit aan?'

Ik begin te huilen en voel Chris mij in een knuffel trekken. 'Ssst, het komt goed.'

Hij trekt mij in een knuffel op zijn schoot, waardoor ik James slap zie glimlachen.

'Ik zal je het verhaal vertellen over: De Bloed Piraten,' zegt Samantha die de tranen in haar ogen weg veegt.

'Heel lang geleden toen dat jij nog niet bestond was er een groep piraten die wraak wilden nemen op de Engelsmannen. Ze probeerde allerlei dingen, maar niets werkte.

Op een dag stond Sem Bredley op; hij stak zijn hand in de lucht en riep: 'We moeten ze aanvallen!' 

Iedereen keek Sem Bredley aan en schudden hun hoofd.  Ze dachten in hun eigen dat dit niet ging lukken, maar dat was ook zo. De Engelsmannen waren er altijd met meer dan hen. 

Sem Bredley keek om zich heen naar de piraten die hun hoofd schudden en weg keken.

Zijn ze bang?, vroeg hij zichzelf af.

Hij ging op de tafel staan voor aandacht maar niemand keek naar hem. 

Langzaam werd hij boos en stampte een bak bier op de grond. Nadat hij dat deed keek iedereen hem aan; sommige bang en sommige boos.

Een klein jongetje keek hem bang aan. 'Gaat u ons pijn doen?' vroeg hij waardoor hij begon te lachen.

'Nee natuurlijk niet, maar dan moeten jullie mij helpen om de Engelsmannen te doden.'

Iedereen begon te lachen. Waarom zouden ze hem helpen? Hij kan niet iedereen vermoorden in zijn eentje als ze niet meededen.

Sem Bredley keek de piraten boos aan. 'En jullie noemen jezelf De Bloed Piraten? Ik zie geen bloed en ik zie ook geen piraten; jullie zijn gewoon bang om mensen te vermoorden!' riep  hij en stampte nog een bak bier op de grond. 'Wat zijn jullie? Watjes!'

Hij draaide zich om en sprong de tafel af. 'Jullie gaan hier nog spijt van krijgen.'

Nadat hij dat zei liep hij weg, het bos in.

Niemand heeft hem ooit nog gezien.

De Bloed Piraten hebben na een lange tijd toch terug gedacht aan wat Sem Bredley zei.

Er sterven elke dag duizenden piraten maar de Engelsmannen die bleven leven. Ze namen dan toch het besluit om ze aan te vallen, maar dat mislukte; ze waren allemaal op slag dood. De Engelsmannen zagen hen al aankomen, en vanaf toen veranderde alles.'

Ik kijk Samantha verbaasd aan. 'Maar wat heeft dat verhaal met mijn ouders te maken?'

Samantha glimlacht slap naar mij. 'Niets, dat was nog maar het begin.'

Ik kijk haar met een schuin hoofd aan. 'Wat bedoel je?'

Ze slikt. 'Je ouders zijn vermoord doordat ze te veel wisten wat: De Bloed Piraten van plan waren. Ze wilde alle doden terug halen om zo iedereen te vermoorden. Alleen de piraten gingen dan nog leven. Ze wilden wraak geven aan iedereen die geen piraat was. Want piraten gingen elke dag dood door doodstraffen en andere erge dingen, maar de gewone mensen? Die niet. Ze hadden een plan gemaakt, maar daar kwamen je ouders achter. Ze wilde hun plan stoppen maar dat ging niet. Ze wouden niet dat ze alles gingen door vertellen om: De Bloed Piraten tegen te houden dus vermoorde ze hen. Ik zat in de bosjes verstopt en zag ze dood gaan. Het laatste dat ik zag was je moeder die een vuist maakte met haar hand en die in de lucht stak. Ik heb niets gedaan. Ik kon misschien helpen maar ik deed niks.'

Ik kijk naar de grond terwijl de tranen over mijn wangen rollen. 'Je kon niets doen,' fluister ik zachtjes. 'Het was niet jouw schuld.'

Ik zie in mijn ooghoek Samantha knikken waardoor ik slik. 'Maar als ze iedereen vermoorden en alleen de piraten over zijn. Hoe komen ze dan aan eten, drinken en geld en al die dingen?'

Samantha kijkt mij verbaasd aan. 'Daar had ik niet aan gedacht.'

Ik knik. 'En gaan ze het nu nog steeds doen? Hun plan?'

Samantha slikt en kijkt weg. 'Ze willen eerst nog iets anders doen...'

Ik kijk haar verbaasd aan. 'Wat dan?'

Ze schudt haar hoofd en slikt. 'Ze willen het kind van Jax Parker en Jessie Grey doden. Alleen zij kan hier een einde aan maken zeiden ze.'

Ik schud direct mijn hoofd. 'Dat kan ik niet. Ze vergissen hun.'

'Nee ze vergissen hun niet. Alice, jij bent speciaal. Je hebt speciaal piratenbloed.  Jij kunt ze stoppen dat weet ik zeker.'

Ik schud mijn hoofd en sta boos op. 'Dat kan ik niet! Ze vergissen hun! Ik ben niet speciaal! Ik kan dit niet!'

Ik loop boos het hutje uit en klim naar beneden.

Zo snel als ik kan loop ik dieper en dieper het bos in. Ik kan het niet! Ik ben niet speciaal! Mijn ouders waren speciaal maar ik!? Nee ik niet!

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro