Hoofdstuk 5

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het is de dag dat de ruimtereizigers weer de ruimte ingaan. De shuttle die ze gaan gebruiken staat klaar en de ruimtereizigers zijn zichzelf aan het klaarmaken. Iedereen is stil en je kunt de spanning voelen. De spanning of ze de Zon wel kunnen bereiken zonder teveel last te krijgen van de hitte. De spanning omdat ze de overheid niet teleur willen stellen. Zelfs Serena is gespannen. En er is iets dat haar niet goed zit: haar ouders. Ze weet niet wat hun rol is binnen de ruimteoorlog die er gaat komen, En daarnaast heeft ze de agenten ook niet meer gesproken en zelfs niet meer gezien.

John staat op van zijn plek, de rest aankijkend. Zelfs Serena zit nog en kijkt verbaasd op. "Ik weet dat we mogelijk weinig zin hebben om de shuttle in te gaan en letterlijk naar de gloeiendhete Zon toe te gaan, maar laten we ons niet klein krijgen. We zorgen gewoon dat er gedaan wordt alsof we onze best doen, maar bij de minste tegenslag gaan we gewoon door naar de volgende planeet."

"Dat zullen ze snel door hebben, John. Ze zullen er zeker niet intrappen. En met een beetje pech hebben ze net zoals met de reis naar Mars camera's geplaatst om ons in de gaten te houden. Zelfs zonder die Manussen zaten we in de problemen met de organisatie. Dat geldt ook voor het moment naar Maga," antwoordt Serena op een zachte toon op het moment dat ze zelf opstaat en richting door loopt.

Zowel John als de andere ruimtereizigers lopen direct achter haar aan. Ze kunnen hier niet langer vertoeven en ze hebben hun ruimtepakken al aan. Ze moeten nu toch echt naar de shuttle en afscheid nemen van de families om daarna plaats te nemen in de shuttle. Onderweg naar de shuttle willen ze nog informatie krijgen van de piloten die met hun ruimtestraaljagers al de ruimte zijn in geweest.

Voordat de groep naar hun familie gaat, lopen ze eerst nog naar de piloten toe. Midden op hun weg blijven ze staan, gezien de piloten ook hun kant nu op komen. Ze zien er moe uit, maar wel gezond en ze zijn allemaal teruggekeerd. Wanneer de piloten bij de groep ruimtereizigers staan, blijven ook zij staan. Eerst heerst er een stilte. De overige mensen blijven op hun plekken, al zou iedereen willen weten wat er daar gebeurt, maar niemand mag die kant oplopen.

"Tot nog toe was het veilig, maar het lijkt erop dat de aliens de Venia's aan hun kant proberen te krijgen en dit aardig begint te lukken. Ik ben bang dat ze mogelijk hulp krijgen van iemand van de Aarde, maar dat weten we niet. Ons hebben ze met rust gelaten tot zover en het lijkt voor nu veilig. We willen nu even bijkomen, maar komen zo snel mogelijk achter jullie aan."

De groep ruimtereizigers knikken, en dan lopen beide groepen ieder de juiste kant op. De ruimtereizigers zullen voor nu afscheid nemen van hun familie. Ieder van hen gaat daarom bij hun familie staan, maar Serena merkt op dat juist haar ouders er niet zijn. Dit had ze ook wel verwacht, want ze wil absoluut geen afscheid nemen van criminelen. Als ze dat doet, dan wel wanneer zij ter dood worden gebracht. Wat heeft ze een spijt dat ze haar ouders niet mee heeft laten gaan met de shuttle die naar Venus ging en dat vol zat met criminelen zodat zij daar konden sterven en als slaven gebruikt konden worden. Dan had ze al een zorg minder.

"Serena, ik weet dat je baalt dat je geen ouders hebt die om je geven en dat je nu niemand hebt om afscheid van te nemen. Maar er is altijd wel iemand die om je geeft. Houd je sterk, ik wil je niet missen als medewerker. Jullie hebben nu geen vaste leider meer, maar degene die het beste de situatie kan inschatten op dat moment en helder kan denken mag de leiding nemen."

"Wie mij ook zal missen in de tussentijd, eerlijk gezegd ga ik niemand hier missen. Ik heb het helemaal gehad met mijn zogenaamde ouders en het liefst zou ik naar Maga willen gaan. Ik voel mij hier totaal niet thuis. Ik weet misschien niet wat daar de reden van is, misschien dat ik een relatie heb met Adriaan. Als ik voor iemand mijn best wil doen, is het wel voor hem en die planeet."

"Ik begrijp het. Probeer deze reis vol te houden. Hierna mag je naar Maga en je leven daar voortzetten, samen met ieder ander die naar Maga wil. Samen met ieder ander die naar welke planeet dan ook wil."

Serena blijft stil en knikt. Dan wordt ze geroepen door een paar andere mensen. Ze kijkt op en ziet dat het een groep agenten zijn, haar oud-collega's. Haar leidinggevende kijkt en ziet het ook. "Geef ze een kans om te zeggen wat ze willen. Ga naar hen toe en hoor hen aan. Stop gewoon met hen te negeren en te ontlopen. Je weet als geen ander hoe agenten kunnen zijn en dat agenten niet stoppen met het bereiken van hun doel." Serena wordt door haar leidinggevende richting de agenten geduwd.

Met een zucht loopt Serena naar de agenten toe. "Wat willen jullie nu weer? Mij tegenhouden om de ruimte in te gaan?"

"Nee, Serena. We gunnen je geluk bij deze werkgever en willen je niet tegenhouden. Enige reden dat we je continue proberen te spreken is omdat we om je geven. We missen je misschien wel als onze collega, maar we geven om je alsof je familie bent. Dat zal je altijd blijven. En buiten dat, is er nog een andere reden dat we je iedere keer probeerden om je te zien. We willen onze oprechte excuses aanbieden voor het feit dat één of andere malloot, die zich voordeed als onze collega, jouw probeerde te ontvoeren en te dwingen weer als agent te gaan werken. Hoe graag we je ook terug zou willen, we respecteren dat je dat niet wilt."

Even zakt de mond van Serena open, maar ze herstelt zich snel weer. Ze had deze uitleg totaal niet verwacht. "Oké, jullie excuses is aanvaard. Eerlijk gezegd vond ik het wel een enorme last, maar begrijp nu waarom jullie mij probeerden te spreken. Maar nu we elkaar toch spreken, heb ik een vraagje aan jullie. Eigenlijk is het eerder een verzoek."

"En dat is?"

"Mijn ouders zijn enorm geheimzinnig bezig en gezien hun verleden vertrouw ik ze totaal niet. Ik kan ze niet in de gaten houden wanneer ik op missie ben en dat wil ik niet missen. Kunnen jullie voor mij mijn ouders in de gaten houden?"

"Je denkt dat ze iets van plan zijn?"

"Ja, ik ben bang van wel. De aliens zijn mogelijk van plan om alle planeten over te nemen en zijn op dit moment bezig met het overhalen van de Venia's, de bewoners van de Venus. Ik vermoed dat ze hen helpen, maar weet het niet zeker en ook niet hoe."

"Het zal lastig zijn, vooral om dit te bewijzen en dat weet je, maar we gaan ons best doen."

"Er is mogelijk een ruimteoorlog op komst. Houd dit nog voor jullie zelf. Wij gaan proberen bewoners van andere planeten aan onze kant te krijgen. En uiteraard te stoppen. We weten niet wat verder komen gaat, maar het is mogelijk dat mijn ouders de Venia's en Aliens helpen."

"Oh shit. Dit hadden we niet zien aankomen, maar we gaan ons best doen dit voor ons te houden en jouw ouders in de gaten houden. Voor nu, succes met je missie en geniet van de reis. Ga maar, voordat jullie vertraging oplopen."

Serena geeft haar oud-collega's een knuffel en zegt hen gedag. Daarna loopt ze naar de anderen toe van de ruimtereizigers die al bij de shuttle staan. Zodra zij bij hen is loopt op haar en John na iedereen naar binnen. "En, heb je het eindelijk goed gemaakt met hen?"

"Niet alleen dat, ook een verzoek. Ze gaan mijn ouders goed in de gaten houden." Serena kijkt voor een laatste keer naar het publiek en de agenten, om daarna met John de shuttle in te gaan. Met z'n allen nemen ze plaats. Deze reis moet gewoon lukken en anders gaan ze wel naar Maga toe heel kort. Zolang de Aliens zich maar gedeisd houden.

Wanneer Serena en ook John binnen zijn gaat de shuttle dicht. Iedereen zorgt dat ze op hun plekken zitten. Voor nu hoeven ze niks te doen, maar wanneer ze in de ruimte zijn, zullen ze moeten beginnen met de werkzaamheden aan boord. Dit kon wel even duren, want zo snel zouden ze niet in de ruimte zijn.

Iedereen kijkt naar buiten zover dat gaat. Er is een enorme menigte om de shuttle uit te zwaaien, wetende dat de inzittenden bezig zijn met hun volgende missie. Een missie waarvan zij niets weten. Een missie waar gevaar bij dreigt zonder dat zij het merken. Zij hoeven zich nergens zorgen over te maken omdat ze die niet hebben. Nu er meer gevaar dreigt en ze de bedoelingen van de Aliens weten, zullen zij zelf alleen maar meer blij zijn als dit alles achter de rug is. Vooral als ze zelf eindelijk kunnen kiezen naar welke planeet ze gaan.

"Jongens, ik geloof dat we nu al aan het werk moeten. Blijkbaar hebben ze stiekem de shuttle nog sneller gemaakt, want we zijn nu al in de ruimte."

Serena kijkt ook op en naar buiten. "Jeetje, dat is snel gegaan. Die snelheid kunnen we ook wel gebruiken om die verdomde aliens af te schudden. Voor nu dan meteen aan het werk."

"Wie heeft eigenlijk de leiding gekregen?" vraagt John aan de hele groep.

Iedereen blijft stil staan nadat ze in beweging waren gekomen om hun taak te doen. Ook zij vragen het zich af. Serena geeft antwoord. "De leidinggevende heeft gezegd tegen mij dat hij niemand de leiding geeft. Degene die in staat is de leiding te nemen op het moment dat het moet mag voor dat moment de leiding hebben. We zouden verantwoordelijk genoeg zijn en dus vond hij het niet nodig een leider aan te wijzen."

"Dat is enorm verrassend, maar ik denk dat hij het heeft ingezien nadat we ons niet helemaal aan de opdracht hadden gehouden betreft wie de leiding nam. Merendeel van de tijd deed Serena dat, terwijl iemand anders officieel de leiding had."

"Ja, maar het is niet de bedoeling dat dadelijk iedereen beslissingen maakt voor zichzelf en de rest in de steek laat," waarschuwt Serena die zichzelf meteen uit de voeten maakt om geen verdere conversatie te hoeven voeren en meteen aan het werk kan. De anderen daar tegenover hebben er volledige discussies over. John houdt zich er ook buiten en zijn hoofd schuddend gaat ook hij zijn werk doen, in de hoop dat de conversatie zo meteen stopt en iedereen eveneens aan het werk gaat.

De piloten doen het zelf ook, maar de rest niet. "Opschieten nu, iedereen aan het werk. Neem een voorbeeld aan Serena en John die allang met hun werkzaamheden zijn begonnen. Op deze manier komen we nooit aan op onze bestemming," reageert één van de piloten.

Dit lijkt te helpen. De discussie stopt en iedereen gaat naar zijn of haar plaats en begint met werken. Er wordt goed in de gaten gehouden of de Aliens hun kant opkomen en hen aanvallen, maar ook of ze al steun krijgen van de piloten in de ruimtestraaljagers, Het lijkt erop dat de Aliens hen nog niet hebben opgemerkt. Het klopt dus dat het enigszins is rustig is zoals de piloten al hadden gezegd. Zo snel als ze kunnen proberen ze bij de Zon te komen. Hoe eerder ze van die planeet af zijn, des te beter. Dan kunnen ze ook weer wat sneller naar huis.

"Jongens, zullen we tussen het bezoek van de Zon en Ura door naar Maga gaan? We komen er zo goed als langs en ik denk dat we daar dan wel even op adem kunnen komen." vraagt een piloot aan niemand in het bijzonder.

"Alleen als het niet anders kan en als de Zon heel snel blijkt dat we die niet kunnen bereiken. Het gaat anders opvallen dat we of te lang weg waren, of dat we te snel terug zijn gegaan," antwoordt John.

Er valt opnieuw een stilte. Iedereen is weer gefocust op hun eigen taak en het ondertussen in de gaten houden van de Aliens die in hun ufo door de ruimte racen. Sommige racen hen voorbij, zowel dezelfde kant op als de tegenovergestelde richting. Ze ontwijken de shuttle wel, maar laten hen tot nog toe met rust. De ruimtereizigers zijn in alle rust aan het werk tot ze worden opgeschrikt door het bericht van het contactcentrum.

"Ruimtereizigers, de piloten zijn met hun ruimtestraaljagers nu ook terug de ruimte in. De helft is opgehouden door verdachte ufo's die erg dicht bij de Aarde waren. De andere helft is achter jullie aan om jullie te beschermen. Hoe staat het daar betreft de ufo's?"

Even blijft het stil. Dan besluit een piloot antwoord te geven. Vooral omdat zij het meeste kunnen zien. "Hier is het enigszins rustig. Er zijn wel wat ufo's ons voorbij gevlogen, maar hebben ons met rust gelaten tot zover. Het lijkt alsof ze ons nog niet hebben opgemerkt."

Serena en John komen erbij staan als enige twee, ook al heeft iedereen dit korte gesprek opgevangen. Ze luisteren mee, maar zullen zelf ook hun woord doen als het nodig is.

"Ik kan mij niet voorstellen dat ze ons niet hebben opgemerkt," merkt John op. "Ik bedoel, ze moesten ons ontwijken en maakten toch een bocht," gaat hij verder.

"Houd het in de gaten, dat doen wij ook. De ruimtestraaljagers zijn onderweg naar jullie. Doe jullie missie zo snel mogelijk. Breng ons overal op de hoogte, ook al gebeurt er niks."

"Hebben de Aliens nu niet gewoon per toeval juist nu de aanval op de Aarde ingezet?" vraagt de tweede piloot.

"Dat is een hele goede vraag, knul. Het lijkt er wel op, maar waarom laten ze ons met rust?"

Het blijft stil. Niemand weet hier een antwoord op. Serena heeft zelf nog geen woord gezegd. Dan valt het kwartje bij zowel John als de twee piloten. "Ze vallen nu juist de ruimtestraaljagers aan om hen te hinderen en hen al uit te schakelen en daarna pakken ze ons."

"Als dat zo is, dan... Jongens. Piloten van de ruimtestraaljagers, antwoord graag!" Dit blijft even doorgaan tot ze antwoord krijgen.

"Met groep twee is niets aan de hand. We merken alleen dat we niet echt dichter bij de shuttle komen. Het lijkt wel alsof we een andere richting op zijn gestuurd dan waar de shuttle heen is."

"Dat is vreemd, de instellingen zouden toch hetzelfde moeten zijn als bij ons of zou het dan toch anders zijn?" vraagt één van de piloten.

"Dat kan toch helemaal niet anders zijn? Hoe willen wij als hen anders op dezelfde plek weer uit kunnen komen? Alle coördinatoren horen hetzelfde te zijn," antwoord John.

"Weet iemand waar dan 'groep één' is? Er zal uiteindelijk toch echt iemand de shuttle moeten verdedigen." wordt er door het commandocentrum gevloekt.

"Eh, Serena, wat ben je stil. Ben je nog wakker en bij de les?" vraagt een onwetende piloot die opmerkt dat Serena nog niets heeft gezegd en doodstil staat en zich zelfs niet eens meer heeft bewogen. Ze heeft de ogen dicht. Iedereen kijkt haar aan.

"Is er iets met Serena dan? Is ze niet goed?"

Serena doet haar ogen op. "Ik voel mij prima. Maar om antwoord te geven op de situatie, daar is niks goeds aan. De Aliens hebben een groep ruimtestraaljagers aangevallen. Daardoor konden ze ook niet antwoorden. Hun plan was om eerst hen aan te vallen en daarna ons, maar ik heb met behulp van magie de Aliens een lesje geleerd. De ruimtestraaljagers zijn gered."

"Wacht, heb je nu echt je magie net gebruikt om de piloten te redden in de ruimtestraaljagers?" vraagt John verbaasd.

"Ja, en dat is niet alles."

"Je hebt... nee dat kan niet. Je hebt ook iets gedaan met de Aliens?" vraagt een piloot.

"Kijk eens naar buiten en zeg me wat je opvalt."

Iedereen kijkt naar buiten. Eerst lijkt niemand iets te zien. Het commandocentrum is stil omdat zij niks kunnen zien en dus moeten wachten op hetgeen wat er gezegd wordt. De monden vallen open van verbazing.

"Het lijkt wel of de Aliens met hun ufo's niet meer vooruit kunnen."

"Precies, dat is waar ik voor gezorgd heb. Zij kunnen alleen nog maar naar hun eigen planeet terug. Het enige wat ik zo meteen moet doen is de concentratie weer terug krijgen en de muur die hen nu tegenhoudt verder uitbreiden naar hun planeet en op de andere plekken weghalen."

"Serena, je bent een genie. We mogen blij zijn dat je op Maga je magische krachten hebt ontdekt en deze hebt kunnen controleren. We zijn je dankbaar."

"Minder dan wat wij zijn van de ruimtestraaljagers. Serena, bedankt voor het redden van ons. Ik wilde bijna terug naar de Aarde gaan, maar ik geloof dat magie je kan uitputten, toch?" complimenteert één van de piloten in de ruimtestraaljager. Serena geeft het inderdaad toe, vooral als het om een enorme afstand gaat.

Wat niemand weet is dat door het concentratieverlies een ufo weer zijn kans weet te nemen. En die slaat op het juiste moment toe. Het moment dat de mensen denken al een overwinning te hebben. Het contact met een ruimtestraaljager wordt meteen verloren en de ruimtereizigers hebben niets in de gaten.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro