Hoofdstuk 7

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De zonnestorm blijft aanhouden, maar toch komen de ruimtereizigers veilig aan op Maga waar ze een volgend plan bedenken om op Ura te kunnen komen, maar ook om te speculeren wat er precies aan de hand was en wat ze net hebben gezien. De piloten in de ruimtestraaljagers gaan terug naar de Aarde en zullen terugkomen voor bescherming wanneer de ruimtereizigers weer Maga gaan verlaten om Ura te gaan bezoeken.

Niemand weet of de shuttle schade heeft, dus iedereen stapt meteen de shuttle uit. Dat geldt ook voor Serena. Samen met de anderen is ze de shuttle aan het inspecteren, wetende dat er zo meteen een magiër bij hen zal zijn om hen mee te nemen voor een gastvriendelijk verblijf. Juist op dat moment, dat Serena net gestart is met de shuttle te inspecteren, landt met een afstand van twee meter naast de shuttle een ufo. Serena draait zich meteen om en ziet dat de ufo beschadigd is. Mogelijk heeft de ufo een noodlanding moeten maken en is het daarom hier. Serena is niet de enige die de ufo heeft opgemerkt en ook de anderen komen bij haar staan.

"De ufo is beschadigd, zou het neergestort zijn? Onze shuttle lijkt op een verbrande plek verder niets te mankeren," concludeert John die eveneens naar de ufo blijft kijken. Een piloot geeft door aan het commandocentrum dat de shuttle schade heeft door de zonnestorm, maar dat ze veilig geland zijn op Maga. En buiten hen ook een ufo op de planeet een noodlanding heeft moeten maken die zelf ook schade heeft. De piloot geeft ook meteen door dat er voorlopig geen contact is tot zij ook nieuws hebben. Dan voegt hij zich bij de groep.

Een Alien stapt uit de ufo en kijkt even verward om zich heen. Hij lijkt niet door te hebben dat er een groep Mensen van de planeet Aarde hier ook zijn belandt. Dan beseft hij dat hij niet alleen is en blijft verstijfd staan als hij de ruimtereizigers ziet. Hij lijkt vooral Serena te herkennen, maar voordat er iets gezegd wordt bekijkt hij zijn ufo die duidelijk enorm beschadigd is.

Serena heeft er genoeg van dat de Alien doet alsof er niets aan de hand is, behalve met zijn ufo en ook nog op een verkeerde planeet terecht is gekomen. "Je hoeft niet te doen alsof wij er niet zijn. Dankzij jou en je maatjes hebben wij nu een beschadigde shuttle. Als jullie ons niet hadden aangevallen, konden wij veilig verder. Nu je zin dat wij hier voorlopig gestrand zijn en niet verder kunnen met onze missie, moordende Alien dat je bent? Jullie moeten eens ophouden met ons aan te vallen. De ruimte is niet alleen van jullie, maar van alle andere planeten."

Het lijkt te werken. De Alien kijkt verdwaasd naar de groep, wetende dat de vrouw die net sprak gelijk heeft. Alweer. Hij baalt zelf dat hij hier terecht is gekomen en niet op zijn eigen planeet, vooral omdat hij nu met de vijand zit opgescheept.

"Ik heb niks gedaan, ja! Zie je niet dat ik zelf ook schade heb aan mijn voertuig? En volgens mij hebben jullie meerdere van mijn maten gedood in de ruimte, dus kijk naar jezelf!

"Als jullie ons niet hadden aangevallen, was dat ook niet nodig geweest. Dat er vele doden zijn van jullie in de ruimte en op jullie planeet omdat er een groep ufo's op jullie planeet is gestort is niet ons probleem. Dat had voorkomen kunnen worden als jullie ons niet hadden aangevallen. En waarom land je op deze planeet en niet op je eigen? Kom je ons lastigvallen?"

"Helemaal niet! Kan ik er wat aan doen dat deze planeet het dichtste bij is omdat iets heets mij aanviel. Die zonnestorm of hoe dat ook mag heten was te riskant om naar mijn eigen planeet te gaan die verder weg is dan deze planeet. Dat zou ik dus niet redden met de beschadiging aan de ufo."

"Jullie hebben trouwens al heel vaak gelogen tegen ons. Wanneer beseffen jullie dat jullie planeet op die manier naar de klote gaat? Niet dat het ons probleem is, maar jullie veroorzaken een ruimteoorlog. Als mijn magische krachten op zijn sterkst zijn, zullen alle planeten in het nadeel zijn die ons proberen aan te vallen. Aarde en Maga willen sowieso een ruimteoorlog voorkomen en dit geweld stoppen, maar jullie en de Venia's werken totaal niet mee."

Serena loopt weg om naar de kant van de shuttle te gaan waar de schade is. Ze voelt aan de shuttle en merkt dat het zeker nog heet is. Het is een wonder dat de shuttle niet is gesmolten. Alle ruimtereizigers maar ook de Alien lopen achter haar aan. De Alien blijft echter wel op een afstand staan kijken. Niemand heeft door dat ook een groep Magiërs aanwezig zijn inmiddels en die houden zich stil.

"Ik weet niet of het mogelijk is om de shuttle en de ufo te herstellen. Het is een wonder dat onze shuttle niet is gesmolten, ook al zou het hitte bestendig moeten zijn door de uitvinding van ons. De ufo weet ik niet waarvan dat gemaakt is, maar qua materiaal zou dat niet veel anders moeten zijn lijkt me."

"Gebruik je magie dan. We kunnen je helpen daarmee?"

Serena draait zich om en ziet net zoals de anderen de Magiërs staan. "Fijn dat jullie ons hebben opgemerkt, maar magie gebruiken om zoiets te herstellen en te koelen kost teveel energie waarvan ik al super veel verbruikt heb."

De Magiërs snappen het wel, een volledig gevecht waarbij er zoveel magische krachten verbruikt is om de ufo's te vernietigen om collega's te helpen is niet niks. Zeker als het ook nog op een enorme afstand is. Daarom beginnen zij zich te concentreren op de beschadigde plek. Eerst lijkt er niets te gebeuren, maar dan zijn alle beschadigingen geheeld van de shuttle.

"Het kost inderdaad veel energie. Ik denk niet dat we in staat zijn om dat ene ding van dat wezen te helen."

De Alien is verbaasd dat de shuttle toch geheeld is, maar wordt boos als de Magiërs weigeren zijn ufo dezelfde behandeling te geven. Hij weet dat hij niks kan doen en dus sloft hij terug naar zijn ufo, in de hoop het zelf op te kunnen knappen.

"Zeg Alien, als je ons nu onze krachten laat bijkomen, dan kunnen we daarna ook in korte tijd dat ding van jou schadevrij maken. Maar eerst mag je de boel gaan uitleggen wat jij en je maten, ondanks de waarschuwing van de vorige keer, gedaan hebben."

De Alien duikt ineen van de toon die één van de Magiërs heeft aangeslagen, alsof hij ook weet dat hij hier niks te zoeken heeft en van dit alles de oorzaak is. Hij loopt daarom maar mee met de rest van de groep, terwijl een ander deel van de Magiërs beide ruimtevaartuigen met behulp van magie naar de opbergplek brengen. Inmiddels heeft de Alien door dat hij hier niet meer zo gemakkelijk weg zal komen.

Onderweg gaan alle stelletjes bij elkaar lopen, en daarmee ook Serena en haar vriend Adriaan. Ze kussen elkaar vluchtig, want ze willen zo snel mogelijk zowel privacy als ook veilig in een gebouw zijn. Allebei weten ze ook dat ze iets met de Alien moeten doen.

De groep zit samen aan tafel, inclusief de Alien die geen woord meer heeft gezegd. Hij wil zo snel mogelijk naar huis om te laten zien dat hij nog leeft en dat hij in orde is. Voor nu wordt eerst met de anderen de zonnestorm besproken en wat de ruimtereizigers gezien hebben.

"We bespreken later wel de reden waarom de Alien jullie heeft aangevallen en wat wij met hem gaan doen. De zonnestorm trad ineens op op het moment dat jullie naar de Zon gingen. Waarom gingen jullie daar naar toe?" vraagt Adriaan aan iedereen.

"Zoals jullie weten hebben wij de missie om naar verschillende planeten te gaan om te ontdekken of er leven mogelijk was. Volgens wetenschappers zou er ook leven mogelijk zijn op de Zon, maar dat konden wij ons niet voorstellen. Het liefst waren we daar niet naar toe gegaan, maar wij moesten bewijzen dat er wel of geen leven was. Dichterbij dan dat we deden konden we niet, en hoewel wij nog steeds vinden dat er geen leven mogelijk is, hebben we wel een duivelachtige figuur gezien die ineens de zonnestorm los liet," legt John uit en ook de Alien kijkt hiervan op. Hij wist niet dat zoiets mogelijk was.

"Een duivelachtige figuur?" vraagt de Alien dan ook verbaasd.

"Ja, blijkbaar nog erger dan jullie uiterlijk en jullie gedrag. Want dankzij hem zitten we nu hier en kunnen we nu niet verder met onze missie betreft de planeet Ura." John valt uit naar de Alien op een hele boze toon.

"John! Betreft de zonnestorm hebben de Aliens niks mee te maken. Zij konden daar niks aan doen. Wij zijn vermoedelijk te dicht bij de Zon gekomen en omdat er al een soort oorlog aan de gang was met dank aan de Aliens, heeft dat ding gewoon een zonnestorm begonnen om te voorkomen dat de Zon slachtoffer zou worden van deze oorlog. Dat is denk ik het vermoeden."

"Ja, oorlog dankzij de Aliens ja. En omdat zij de Venia's naar zich toe hebben getrokken en mogelijk ook de Marnussen, zijn zij niet de enigen die de oorzaak zijn. Zij zijn de oorlog begonnen, dus zij zijn het ook schuld dat er een zonnestorm was."

"Denk je dat wij zomaar iedereen begonnen te rekruteren? Jullie kwamen ineens heel vaak de ruimte in en bezochten ineens wat meer planeten. Wij dachten dus dat jullie oorlog zochten en de planeten wilden overnemen!" roept de Alien boos terug.

"Jongens, houd jullie rustig. Aan deze ruzie heeft niemand wat!" roept Serena om beiden tot rust te manen, daarna gaat ze door richting de Alien. "Wij dachten al miljoenen jaren dat wij de enige in het heelal waren betreft levende wezens, ook al waren er andere planeten. Jarenlang hebben wetenschappers onderzoek gedaan of er misschien toch leven mogelijk zou zijn op andere planeten, niet wetend of deze bewoond zouden zijn of niet. Meer dan dertig jaar geleden, voor ons Mensen was dat in ons jaar 2020 en 2019, dat er planeten werden ontdekt waar leven mogelijk zou kunnen zijn en ook dat er planeten waren waarvan we al wisten dat die bestonden, dat er toch leven mogelijk was. Dit was alleen uit nieuwsgierigheid en om te zien of er daadwerkelijk leven is op iedere planeet, zijn wij daarheen gegaan. Met de bedoeling dat als er leven is, dat we elkaar levenswijzen kunnen leren voor een eventueel verdrag. Zowel de Venia's, de Marnussen en jullie hebben ons zo wat proberen te vermoorden. Jullie Aliens hebben enkele van ons ook daadwerkelijk vermoord, net zoals de Marnussen. Wij mogen zeker zeggen dat jullie de oorlog begonnen zijn en kwaadaardige moordenaars zijn naar onze ervaring. We zijn allang blij dat we sommige van jullie op jullie eigen planeet hebben laten neerstorten en om laten komen in de hoop minder oorlog te hebben. Daarnaast was dat met mijn magie en dat was zeker niet de bedoeling, maar nu ze toch neergestort zijn, is dat niet ons probleem."

"Dus het is waar dat die andere planeten ook moordzuchtig zijn, net zoals dit wezen hier?" vraagt Adriaan ontzet. Serena knikt als antwoordt.

"Ja, maar tegenover de Aliens hebben de Venia's de kans niet gehad om ons te vermoorden. De Marnussen hebben wel enkele van ons vermoord, of eigenlijk in een Marnus of Venia veranderd dus hadden wij geen andere keus dan hen te dumpen op Mars of Venus voor de veiligheid van zowel ons als die van onze bevolking. De Magiërs waren wel super vriendelijk, maar dankzij een of andere slechte bende bij ons op de wereld kwam er toch geen verdrag zoals de bedoeling was. Zij kregen niet echt de kans om onze planeet te leren kennen. En toen kwamen jullie. Twee jaar achter elkaar proberen jullie ons te vermoorden. Vorig jaar hebben jullie enkele piloten van de ruimtestraaljagers vermoord in koele bloeden," zegt Serena.

"Ik zal de leider van de Aliens proberen over te halen om de oorlog te stoppen en jullie verhaal van uit nieuwsgierigheid de ruimte verkennen vertellen. We dachten echt dat jullie onze planeet kwamen overnemen."

"Nee, jullie kwamen die van ons al overnemen. Jullie waren eerder op onze planeet te vinden met als gevolg volledige angst door de medemens voordat wij naar jullie planeet kwamen. Wij zijn halsoverkop jullie achterna gegaan zonder enige voorbereiding, Om vervolgens bijna vermoord te worden. We waren bijna Serena kwijt geraakt. En jullie waren ook nog aan het grijnzen, zeiden zelf dat jullie alle planeten zouden overnemen." snauwt John naar de Alien toe.

"Jongens stop, wij gaan niet bemiddelen met deze ruzie tussen de Aarde en Alia. Dat moeten jullie maar zelf uitzoeken. Wij zijn hier om jullie gebeuren nu te repareren en ook omdat wij ons zorgen maken om de onverwachte zonnestorm. Het is hier nu ontiegelijk heet op deze planeet sinds de zonnestorm is begonnen," zegt Adriaan die de leiding onder de Magiërs heeft genomen.

"Zou de ruzie tussen ons en Alia ertoe hebben geleid dat de zonnestorm opkwam? Dat planeet Zon zich bedreigd voelde?" vraagt Serena direct nadat Adriaan John en de Alien streng heeft toegesproken.

"Dat is mogelijk. Dat betekent dat iedere planeet normaal tegen elkaar moet doen. Aarde en Alia moeten het met elkaar gaan bijleggen. Hoe jullie dat doen is niet ons pakkie-an. Dat zoeken jullie zelf maar uit," zegt een andere Magiër,

Serena besluit zich te richten op de Alien voordat iemand anders nog iets kan vragen of zeggen. "We kunnen eens samen gaan zitten zonder de Magiërs erbij en bespreken of er alsnog, als jullie partij daarmee eens is, een verdrag komt. Geloof me, beide planeten kunnen veel van elkaar leren. Ik heb weinig zin om continue ruzie te hebben met een andere planeet en in de ruimte, maar ook op mijn eigen planeet, continue waakzaam te moeten zijn omdat jullie ons willen aanvallen."

De Alien knikt. "Ik vind het prima. Als ik niet de opdracht had om jullie bij ons weg te houden en angst te zaaien op jullie planeet, dan was dat verdrag er allang geweest denk ik. Ik hoop dat onze leider bijdraait. Laten we voor nu naar een oplossing zoeken om de Zon te kalmeren zodat die verdomde zonnestorm gaat liggen en ik naar veilig naar huis kan en jullie veilig naar de volgende planeet toe." Er volgt een handdruk, terwijl de andere aanwezigen zwijgen.

Er komt een andere Magiër aanzetten die de vergadering niet heeft meegekregen. "Het lijkt erop dat de Zon weer rustig is en dat de zonnestorm weg is. Zowel de shuttle als de ufo zijn hersteld."

"Dank je voor de informatie Hugo. Hoewel het bezoek erg onverwacht is, kunnen we wel wat tijd samen spenderen. En voor de nieuweling kan er een rondleiding plaatsvinden. En misschien wordt het eens tijd dat we de ruimtereizigers ook wat anders laten zien dan onze manier van leven."

"Jullie sturen mij niet meteen weg na alles?" vraagt de Alien verbaasd.

"Tegenover Alia zijn wij wel gastvrij. Hoewel wij zo wat moesten bemiddelen tussen jou en John, geven we wel je een kans zodat je ons niet als vijand gaat zien en ons beter leert kennen. Vooral omdat sommige ruimtereizigers zelf ook hier op deze planeet hebben ontdekt dat ze zelf ook magie bezitten wat ze voor hun eigen planeet geheim moesten houden."

Er komt opnieuw een Magiër aanzetten, dit keer met een ander wezen die Serena maar al te goed herkent, evenals sommige andere ruimtereizigers. "Ik heb hier iets dat mogelijk een tijdje vrij over onze planeet heeft gezworven, terwijl die niet welkom is. Gevaarlijk en al, mag ik hem doden? Ik heb geen idee wat dit voor wezen is."

"Wacht, dat is een Venia, bewoner van Venus. Die zijn verdomd dodelijk met de dodelijke stofjes in hun gespleten tong. En vals zijn ze ook. Hoe komt die hier?" vraagt Serena verbaasd die meteen naar de Alien kijkt, wetende dat de Aliens tegenwoordig samenwerken met de Venia's en mogelijk ook de Marnussen.

"Mij moet je niet aankijken. Ik zat alleen in de ufo toen ik hier neerstortte." De Alien kijkt terug en vervolgt meteen zijn andere woorden. "Het is waar dat we in opdracht van onze leider moesten samenwerken met de Venia's, maar ben in mijn eentje gekomen toen ik door de zonnestorm een noodlanding hier moest maken. Ik weet dus zelf ook niet wat deze Venia hier doet."

"Als de Venia's daadwerkelijk dodelijker zijn dan normale wezens, dan hebben we geen andere keus dan deze Venia meteen te doden. Ik denk dat we de Venia wel uitleveren aan de gevaarlijke wezens, die zullen blij zijn dat ze eens een andere maaltijd krijgen."

De Alien krijgt een rilling van deze woorden. Hij weet dan niet wat hier allemaal rondloopt, maar het bezorgt hem rillingen. Hij wil hier nu echt zo snel mogelijk weg. Hij hoopt ook dat de Venia hem niet herkent en als hij het overleeft dat de Venia hem niet gaat verraden. Maar wat er dan gebeurt, verbaasd ook hem.

"S-Serena, vertel ze dat ik niet gevaarlijk ben. J-je kunt me niet aan mijn lot overlaten. We waren collega's. S-straf a-alsjeblieft degene die m-mij z-zo ge-gemaakt heeft! E-en straf je o-ouders!"

Het wordt meteen stil in de ruimte. Serena wordt lijkbleek en iedereen kijkt haar letterlijk aan, ook haar collega's. Ze heeft er een hekel aan herinnerd te worden dat ze een hele moeilijke beslissing heeft moeten maken in één van de voorgaande reizen.

"Serena, wat heeft dit te betekenen? Waarom kent deze Venia je naam? Je werkt hopelijk toch niet samen met dit monster?" vraagt Adriaan beduusd.

"Nee, ik werk niet met Venia's samen, dat heb ik nooit gedaan en dat wil ik ook niet. Tijdens één van de reizen hadden de Marnussen enkele collega's besmet met die stofjes van ze met als gevolg dat die collega's in een Venia of Marnus veranderden nadat ze dood waren gegaan. Zij is er één van en voor onze eigen veiligheid hadden we haar gedumpt op Venus. En ja, alle Venia's en Marnussen zijn gevaarlijk, ook zij. Ook al was ze dat daarvoor niet," zegt Serena met een schorre stem.

"Dus het is waar. Venia's en Marnussen moorden daadwerkelijk."

"Ja, en blijkbaar word het slachtoffer één van hen. Dat maakt het gevaarlijker dan normaal. We gaan het doden, direct."

De Venia wordt weggevoerd. Terwijl zij alles bij elkaar gilt, valt er opnieuw een stilte. De Alien is bleek geworden van dit nieuws, zover dat bij hem gaat. Maar dat geldt ook voor de Magiërs en de andere ruimtereizigers die hier niets van wisten.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro