Hoofdstuk II

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Hij ontdekte dat er nog een droge kant was naast het donkere water. Hij ving zichzelf daar op. Niet zonder een sterke pijn in zijn knieën te ervaren.

Raca keek naar de overkant en zag daar een steiger liggen met een boot ernaast. In eerste instantie vreemd, maar hij wilde er dankbaar gebruik maken en besloot erheen te lopen.

Voorzichtig zette hij zijn stappen op de stenen terwijl het zwarte water dreigend dichterbij kwam.

Af en toe sloeg het zwarte water tegen de kant aan en wist hij zichzelf net te redden. Op de helft hief hij zijn hoofd weer op en keek naar zijn eind doel. De steiger.

Er zat een slapende hond op de steiger. Een grote zwarte herder, die waarschijnlijk diende als waakhond van een bewoner hier in de buurt. Niet dat hier veel mensen woonden.

Raca liep daarom nog voorzichtiger, want hij moest niet denken dat die hond wakker werd. Dan kwam hij hier deze nacht niet meer weg.

Hoewel de storm nog steeds waaide, was het toen, met uitzondering van het gedonder, veel stiller geworden dan eerst.

Het regende nog steeds, maar hij had er weing last van omdat de zijkanten van het gat over hem heen bogen. Als een soort dak. De rust werd verstoord. Geblaf. Raca keek op. Hij liet de moed zakken en keek recht in de ogen van de zwarte hond.

'Rot hond,' vloekte hij uit frustratie. Woede had de plaats van angst ingenomen,want hij was vastberaden om uit het gat te komen. Met een zelfverzekerd blik stapte hij verder, de hond in de gaten houdend. De herdershond hield op zijn beurt Raca in de gaten en begon licht te grommen.

'Deze blaffende hond gromt ook nog eens,' mopperde de vastberaden man. De hond werd stil. En begon daarna harder te grommen. Raca keek hem met een zenuwachtige glimlach weer diep in zijn ogen aan en zette daarna weer een stap.

Hij was twee meter van de grommende hond verwijderd. Het beest in de gaten houdend bukte Raca naar beneden en pakte een steen die precies op zijn handpalm pastte.

Raca's hart klopte heftig en hij smeed met al zijn kracht de steen net naast de hond die van schrik omhoogsprong. Maar de hond rende nog niet weg, maar blafte juist uitdagend. Een bliksemschicht landde naast zijn voeten. Een schoot van elektriciteit ging door hem heen.

Het kon geen toeval zijn, welke bliksemschicht slaat zo achtelijk schuin in? Voor hij hersteld was blafte de hond nog een keer dat een tweede bliksemschicht boven hem veroozaakte. Het stenen dak begon in te stortten. Zijn hart raakte in paniek en begon als een gek te kloppen.

Raca sprong achteruit en draaide zich razend snel om en begon te rennen. Dit kon geen normale hond zijn. Hij stond recht voor een jager. Een magiejager op jacht en hij wilde daarvoor niet zijn mensenleven geven.

Zijn woede was nog steeds niet uitgeraasd, maar hij kon er niks tegen beginnen. Toen de kleine lawine klaar was kwam de hond niet veel later naar hem toe rennen om hem af te maken.

Raca draaide zich op dat moment om en maakte afscheid van zijn leven. Hij bedankte de storm die hem het gat in liet vallen, de regen die het onmogelijk maakte omhoog te klimmen, het water die hij vreesde en de stenen die hem opsloten.

Allemaal bedankte Raca ze met veel respect en hij kneep zijn ogen stijf dicht voor de pijn die hij verwachte. Maar het kwam niet ook al voelde hij een aanwezigheid.

'Doe je ogen open.'

Raca volgte het bericht van de vreemde stem en keek toen recht in de ogen van een man van zijn eigen leeftijd. De vreemde man was de zwarte hond geweest, maar hij had nagenoeg rood lang haar. Raca had dus gelijk, de hond was een jager geweest. Niet dat dat alles veel plezieriger maakte.

'Ik heb niks te bieden,' antwoordde Raca zo rustig mogelijk om er vanaf te komen. Dan kon hij namelijk naar huis. Als de jager de kans gaf dan.

'Dat lijkt me niet helemaal waar.'

De jager leek overtuigt over zijn uitspraak. Het gedonder stopte. Raca bestudeerde de jager en kwam erachter dat hij niet de bedoeling had om hem te doden. Hij wilde iets van hem.

'Je bent de enige die met z'n plezier naar buiten loopt in de regen,' vervolgde de jager. Raca zei niks, omdat hij geen woorden kon vinden en wachtte tot de jager de reden gaf om hem niet te doodden.

'Ik wil een pact,' zei de jager kort tegen Raca en hij keek naar Raca's wenkbrauwen om te laten lijken dat hij recht in Raca's ogen keek. Raca voelde zich licht geïntimideerd daardoor, maar hij probeerde er niets van te laten merken.

'Gewoon simpel, ik heb wat hulp nodig. In ruil daarvoor geef ik je wat, laat maar zeggen, wat extraatjes'

Raca trok een wenkbrauw omhoog en begreep het niet helemaal. Kort daarna trok hij zijn schouders nonchalant op.

'Ik ga akkoord.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro