Hoofdstuk IV

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Cephas kwam terug met een glas water voor zichzelf en voor Raca. Hij legde de grote glazen wat lomp op de tafel en ging weer voor hem zitten. Raca keek bestuderend naar het water voor het geval dat de jager hem wel wilde vergiftigen. Hij zag niets bijzonders in het water en nam een slok. Zijn keel begon heftig te branden en van schrik proeste hij het uit. De brand in zijn keel bleef nog enige tijd doorbranden.

'Watertje zei je toch?'

'Dit is Wodka.'

'Dat is hetzelfde.'

'Dus wat is je plan? Met mij?'

Raca nam nog een slok na dat het was uitgebrand, want hij hield van de pijn die het gaf. Cephas leek dicht te slaan of hard na te denken. Dan was het vast moeilijk uit te leggen. Of was het iets zwaars? Twijfelend over zijn woorden nam Cephas een slok van zijn watertje en liet een valse glimlach zien. Raca hield op met het tikken van zijn voet.

'Ik weet niet hoeveel je weet van het magie wereldje,' zei de jager, 'maar ik wil dat je iets voor mij haalt. Het is dat ik het niet kan halen, omdat ze mij direct zouden herkennen.'

'Maar wat is het?' Raca's ogen werden groot en hij begon op te gaan in de nieuwsgierigheid van zichzelf. Cephas leek te genieten van zijn interesse en hield zich stil. Hij begon de tijd te trekken, zodat hij het langst mogelijk in zijn macht bleef.

'Je kent de Veranderaars, hoop ik,' zei hij met een langzame, zware stem. Het was alsof hij uit een diepe meditatie praatte en alle tijd had. Die had hij ook, maar de man voor hem met het zwarte haar was ongeduldig. Hij wilde het weten, zodat hij het zou halen.

'Ze bezitten de Veranderaarskracht, in tegenstelling wat veel mensen denken, niet van zichzelf. Ze gebruiken daar een donkergroene edelsteen voor, de Saphonyx. Ze laten elke Veranderaarsgeborene zich snijden aan de steen. Hierdoor willen ze het lijken alsof de Veranderaarskracht hun kracht is en het aangeboren is.'

Cephas nam de tijd voor elk woord om het goed uit te leggen. Om geen verkeerde dingen te zeggen of wantrouwend over te komen. Dit was stof dat goed moest worden uitgelegd. Cephas kuchde even door de wodka en keek naar het zwarte schilderij.

'Maar het is niet hun kracht. Ik ben van mening dat je magie niet mag verbieden voor anderen. Laat staan dat ze het beschouwen alsof de Veranderaarsmagie alleen van hun is. Het woord Veranderaarsmagie al. Ziek zijn die mensen. Ra, je hoort het, Veranderaars zijn gewoon mensen. Net als ik en jij gewoon mensen zijn. Het is dat ik wat magie heb verworven. Dat is het enige verschil.'

Raca knikte instemmend. Hij bezat geen magie. Niet dat hij wist tenminste. Hij staarde nadenkend na de tafel en beelde zich in wat hij de komende dagen of weken moest doen. Moest hij als slaafje te werk gaan? Dat stond hem niet. Maar het moest, hij was akkoord gegaan.

'Waar ligt de Saphonyx?'

Cephas zuchtte even en nam een slok van de wodka om zichzelf te prikkelen. Raca volgde hem tot zijn verbazing.

'Het ligt twee dagen lopen hiervandaan . Hoeveel kilometer het is, weet ik niet. De Saphonyx ligt wel onder de grond en is stevig bewaakt, maar je kan slaapgas in de grotten loslaten. Ik heb dan voor jouw een antistof zodat jijzelf niet in slaap valt. Vanaf daar moet het een eitje zijn.'

'Wat voor spulletjes ga je nog meer in mij stoppen?'

'Water en voedsel,' grapte Cephas.

Raca lachtte even en keek naar de buitendeur. Het was stevig op slot met ijzeren sloten. Die had de Jager vast dicht gedaan toen hij zelf bewusteloos was.

'Mag ik frisse lucht halen?'

'Tuurlijk,' antwoorde Cephas en hij pakte de sleutels erbij, 'ieder mens heeft buitenlucht nodig in zijn leven.'

Hij maakte de sloten een voor een open en liet Raca naar buiten stappen. Het was nog steeds donker buiten, maar Raca vond dat niet erg. Hij wandelde rustig naar het gat waar hij in was gevallen en bedankte de storm, de regen en het water die hem naar deze Cephas leidde. Hij wist eigenlijk wel zeker dat Cephas de storm, regen en het water was. Hij bestuurde hen zoals veel Jagers dat kunnen. Hij wachtte niet te lang en wandelde naar de waterval en het riviertje. Het water was nog steeds zwart gekleurd. De deur van het huis van de Jager ging open en Cephas liep eruit. Cephas riep hem om binnen te komen, maar Raca luisterde niet en rende weg.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro