Hoofdstuk 14 - Problemen

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Melody voelde haar handen trillen toen ze naar de balie liep. Daar zag ze Lucas staan. Hij leunde ontspannen tegen de balie alsof er nooit wat was gebeurd. Hij was druk in gesprek met Tristen.

Hadden ze het over haar? Voorzichtig liep ze dichterbij.

Lucas keek op en glimlachte. 'Daar hebben we onze Melody. Je ziet er een stuk levendiger uit dan gisteren. Weet je nog wat er gebeurd is?'

'Half,' gaf ze toe. 'Ik kan me de ochtend nog wel herinneren en ook dat we die ruimte in gingen, maar daarna is het allemaal een grote waas.'

Hij knikte begrijpend. 'Ik ben blij dat het goed is afgelopen. Het is doodeng om de controle zo te verliezen.'

'Ja,' zei ze. Gelukkig deed hij er tenminste normaal over. Het stelde haar gerust. 'Gebeurt het vaker?'

'Ik zou niet zeggen dat we het vaak meemaken, maar als iemand in overlevingsmodus schiet, doet de gave soms mee. Het is niet iets om je voor te schamen en je zit niet in de problemen.'
Het voelde alsof er een zwaar gewicht van haar schouders viel. Het was oké.

'We lopen zo even naar het kantoor en ze gaan je een paar vragen stellen over wat er gebeurd is. Het stelt niet zoveel voor, maar we moeten weten hoe de situatie is ontstaan zodat het niet nogmaals gebeurt, is dat goed?'

'Ja dat is prima, maar ik weet niet of ik het allemaal kan beantwoorden. Ik ben de helft vergeten.'

'Dat is niet erg, je vertelt gewoon wat je weet. De rest vogelen ze zelf wel uit.' Hij glimlachte geruststellend. 'Kom op, laten we ze maar niet laten wachten.'
Hij zwaaide naar Tristen en liep richting de deur. Het was een kleine wandeling richting het andere gebouw. Lucas stelde haar geen vragen meer en vertelde rustig over de geschiedenis van de gebouwen en het Niverium. Tegen de tijd dat hij op de deur van een kantoor klopte, voelde Melody zich een stuk beter.

'Kom verder,' bromde een zware mannenstem, waarna Lucas de deur van het kantoor open duwde.

'Succes. Hopelijk zien we elkaar niet meer.' Hij grinnikte.

Melody gaf hem een onzekere glimlach en liep naar binnen. Het kantoor was ouderwets ingericht, wat knap was aangezien Lucas haar had uitgelegd dat de gebouwen nog geen vijfentwintig jaar oud waren. Toch had de breedgebouwde man die een jaar of zestig leek te zijn, het op een of andere manier voor elkaar gekregen om leren stoelen te krijgen en een bloemetjesbehang op de muren te plaatsen. Het vloekte met het grote raam dat bijna een glazen muur tussen hen en de buitenwereld was.
Ze ging op de stoel tegenover hem zitten en wachtte tot hij iets zei, maar het bleef muisstil in het kantoor. Zo stil dat ze de lamp kon horen zoemen. 'Goedemorgen,' zei ze uiteindelijk.

'Goedemorgen, weet je waarom je hier bent?' De man stelde zich niet voor. Hij keek haar niet eens aan. Het was bijna alsof ze hem in de weg stond.

'Omdat ik de controle over mijn gave heb verloren?'

Opnieuw viel er een stilte. Ditmaal was het de man die hem doorbrak. 'Omdat er gisteren een aantal regels zijn gebroken, die dodelijke gevolgen hadden kunnen hebben.'
Dodelijk. Was ze dodelijk? Een misselijk gevoel overviel haar, het was bijna of de schaduwen van de vorige dag terug kwamen, maar dit keer dansten ze niet om haar vingers. Ze kringelden rond haar hart. Ze had Dominique nooit pijn willen doen. Als ze had geweten dat ze een regel aan het breken waren, dan had ze het niet gedaan. Dit was toch niet wie ze was?
'Dus wiens idee was het om zonder toegang de simulatie ruimte in te gaan?' De man keek haar streng aan.

'Ik wist niet eens dat die ruimtes bestonden.'

'Dat was niet mijn vraag.'

'Dominique,' zei ze zacht.

'Oké, dus de ander heeft dat gedaan.' Hij type wat op zijn computer, het enige andere apparaat in de ruimte. 'En wanneer besloot je dat het een goed idee was om je gave op haar te gebruiken?'

'Ik kan het me niet herinneren.' Lucas had gelogen. Ze zat wel in de problemen. Was dit weer een van die technieken om haar gerust te stellen? Was hij bang dat ze anders niet met hem mee zou gaan?

De man keek haar een paar seconden aan voor hij verder typte. 'Mevrouw herinnert het zich niet meer,' las hij voor. 'Dus het is allemaal de schuld van je klasgenoot en je herinnert je niks?'

'Nee,' zei Melody. Dat was niet wat ze bedoelde.

'Vertel me dan wat er wel  gebeurd is en ditmaal geen leugens.'

'Dominique vroeg of ik samen met haar wilde trainen en legde uit hoe alles werkte, waarna ze de simulatie startte. Vanaf dat punt kan ik me nog vaag iets met pistolen en een achtervolging, herinneren en toen moet er iets mis zijn gegaan. Ik weet niet precies wat, maar het was allemaal erg donker en koud en het volgende moment zat ik buiten de ruimte.' Was dat wat er echt gebeurd was? Of had ze iets ergs gedaan? Het moest haast wel. Anders was die man niet zo boos. Waarom kon ze het zich niet gewoon herinneren.

De man zuchtte en typte een poosje. 'Voor nu heb ik geen vragen meer voor je,' zei hij uiteindelijk. 'Maar denk niet dat dit zomaar kan. Dit gaat gevolgen hebben. Om te beginnen heb ik je bij de speciale training neergezet, aangezien je duidelijk een risico voor je omgeving bent. Wat we verder gaan doen, krijg je te horen als het onderzoek is afgelopen. Begrijp je dat?'

'Ja meneer.' Waarom geloofde hij haar niet? Snapte hij niet dat ze geen idee had hoe het hier werkte? Ze wilde Dominique niet beschuldigen, want haar klasgenoot had dit ook niet expres gedaan, maar het was niet dat zij zelf een of ander kwaadaardig monster was. Toch?

'Je kunt gaan.'

Melody wist niet hoe snel ze overeind moest schieten. Ze moest zich inhouden om niet het kantoor uit te rennen. Ze wilde hier geen seconde langer blijven. Haar ogen schoten de gang door. Lucas was er niet meer. De uitgang was toch de rechter kant op? Ze wist het niet zeker, maar ze wilde hier niet blijven. Ze liep zo snel als ze kon de gang door. Ze wilde naar huis. Ze haatte deze plek. Ze haatte deze gave. Maar ze zouden haar niet laten gaan. Ze was "te gevaarlijk." Sinds wanneer?

Ze wurmde zich tussen een groep niverials die voor een deur stond. 'Hé,' riep een van hen haar luid achterna. Ze keek niet om. Ze moest hier weg. Haar ogen schoten heen en weer, tot ze een bordje zag dat het trappenhuis aangaf. Daar moest ze heen. Ze moest een verdieping naar beneden. Of waren het er twee? Ze had beter moeten opletten toen Lucas haar hierheen bracht, straks verdwaalde ze hier nog. Waarom had ze de geschiedenis van dit gebouw zo verdraaid interessant gevonden? Alsof ze geen andere dingen aan haar hoofd had. Waarom was ze zo vreselijk naïef dat ze zich steeds maar liet geruststellen door zinnetjes als "je zit niet in de problemen?" Zij was het probleem. Ze had geen gave, ze had een vloek.

Twee treden tegelijk nemend, rende ze het trappenhuis af, tot ze niet meer verder naar beneden kon. Ze duwde de klapdeuren open en rende de gang in. Haar voetstappen echoden door de hal. Waar was die verdraaide uitgang? Er waren hier alleen meer gangen, meer mensen in pakken die langs haar heen liepen. Ze worstelde zich tussen hun warme lichamen door.

'Auw.' Een kreun steeg op uit de groep.

'Sorry,' zei ze automatisch, maar het klonk killer dan de bedoeling was. Ze duwde twee personen aan de kant en rende de gang door en de hoek om. Op dat moment maakte haar lichaam contact met dat van iemand anders.
'Pardon?' Een mannenstem klonk van boven haar.
Snel stapte ze achteruit haar ogen gleden omhoog richting het gezicht van een reusachtige man. 'Sorry,' piepte ze.

'Wat doe je hie-' Zijn verraste uitdrukking veranderde in een serieuze toen zijn ogen richting haar handen gleden.

Melody volgde zijn blik. Slierten zwarte rook gleden over haar handpalm. Een zwarte kleur verspreidde zich vanuit haar vingertoppen langzaam over haar hele hand.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro