Hoofdstuk 2 - Decaan & duisternis

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Er trok een schaduw over het gezicht van de normaal zo vriendelijk ogende decaan, zodra de scheikundedocent Melody de kamer in begeleide. De rimpels in het gezicht van de vrouw werden dieper en ze veerde overeind. De scheldwoorden die uit haar mond schoten, had Melody niemand anders van het personeel ooit horen zeggen, laat staan een Decaan. Waarschijnlijk zouden ze normaal gesproken ontslagen worden als ze zulke dingen zeiden, maar de scheikundedocent reageerde niet. Blijkbaar maakte iets aan deze situatie het oké om luid te schelden.

Was dit het moment dat ze van school gestuurd werd? Melody wist niet wat ze had gedaan, maar dat ze in de problemen zat was duidelijk.

'Ga zitten,' zei de vrouw streng. Ze liep samen met de docent het kantoor uit. De deur viel met een luide klap achter hen dicht.

Melody keek verbaasd naar de gesloten deur. Dat was niet wat ze verwacht had. Ze sjokte richting de stoel en ging zitten. Het kantoor was niet veranderd sinds de laatste keer dat ze hier was. Er hingen ouderwetse posters over anti-pestprogramma's en mentale gezondheid aan de muur. Naast de computer lag een open telefoongids. Het dunne laagje stof op de gele pagina's vertelde haar dat hij al een poosje niet gebruikt was, maar de vrouw had niet moeite genomen om hem te sluiten. Zou de vrouw het merken als ze de pagina veranderde?

Melody staarde een poos naar het boek, voor ze besloot dat de decaan te druk was om het te merken. Daarnaast waren de problemen waar ze zojuist in terecht was gekomen, te groot om een stomme grap uit te halen.

Dus probeerde ze de onderste boven namen en telefoonnummers te lezen, terwijl de gedempte stemmen van de decaan en docent op de gang door bleven praten. Zouden ze wel weten wat gebeurd was? Aan hun reacties te zien wisten ze meer dan zij.

Melody keek naar haar handen. Haar huid was grauwer dan normaal. Alsof restjes rook zich aan haar vingertoppen hadden geklemd. Maar er zat geen bloed op, dus ze kon Debora's huid niet per ongeluk hebben opengehaald. Toch hadden de decaan en de biologiedocent direct gezien dat er iets goed mis was.

Misschien was het gewoon de rookbom geweest? Alleen dat hadden een paar jongens uit haar klas ook wel eens gedaan. Het had ze amper straf op geleverd. Misschien had de decaan door dat de situatie anders was? Misschien was-

De opengaande deur doorbrak haar gedachtenstroom. De decaan stapte naar binnen en liep langzaam naar haar eigen stoel. Haar groene ogen waren voortdurend op Melody gericht, alsof ze dacht dat ze elk moment een mes tevoorschijn zou kunnen trekken. Ze ging zitten en legde haar handen op de tafel. Secondelang staarden ze elkaar aan. Pas toen sprak de vrouw. 'Heb je enig idee wat je gedaan hebt?'

'Nee,' zei Melody zacht. Het stomste antwoord ooit, besefte ze te laat. De decaan had de vraag niet gesteld omdat ze op zoek naar een antwoord was. Nee, het was een vraag die boze docenten stelden als ze je wilden laten nadenken over je fouten. Maar Melody had oprecht geen idee.

Tot haar verbazing werd de vrouw niet boos. Ze bleef in dezelfde houding zitten, alsof ze rust probeerde te forceren. Ze knikte langzaam. 'Daar was ik al bang voor.'

'Hoe bedoelt u?' Melody durfde niet in haar serieuze ogen kijken.

'Melody, je hebt zojuist een gave op je klasgenoten gebruikt. Wist je dat je deze gave had?'

Wat? was het eerste dat door haar hoofd schoot. Zij een gave? Dat kon niet. Niemand in haar familie had er één. Als er ook maar een half vermoeden bestond dat ze er een kon hebben, hadden haar ouders haar al lang laten testen. Melody keek de vrouw met grote ogen aan. Maar de decaan nam haar woorden niet terug.

'Ik neem aan dat je het niet wist,' zei de vrouw toen antwoord wegbleef. Ze pakte het telefoonboek en sloeg het dicht. De stofdeeltjes dwarrelden door de ruimte. Ze zette het in de kast onder haar bureau en haalde een dun boekje tevoorschijn. Procedure begaafden, stond er met gouden letters op de donkerblauwe kaft. Ze sloeg het open en liet haar gerimpelde vingers over de pagina glijden. 'We hebben het Niverium gebeld. Er komen zometeen mensen van het niverials naar de school. Die zullen een test bij je afnemen en een incidentrapport invullen. Hier staat dat je je de uitslag thuis kunt afwachten, mits je gave geen gevaar vormt voor jezelf of anderen.'

'Oké,' was het enig wat Melody uit haar mond kreeg. Ze wist niet of het oké was. Was dit echt? Het moest wel. Waarom voelde het dan alsof ze in een nachtmerrie terecht gekomen was? Haar was altijd verteld dat het ontdekken van een gave iets bijzonders was. Iets om te vieren. Maar Melody had te veel vragen om dat te doen. Waren Debora en Gianna oké? Wat had ze gedaan? Ze had een hekel aan de meiden, maar had hen geen pijn willen doen.

'Ik snap dat het heel overweldigend is, maar dit is niet een slecht iets.' De decaan leek rustiger nu ze een procedure had om te volgen. Alles wat ze zei klonk alsof het uit het rechtstreek uit het boekje kwam. 'Je beschikt over een uniek talent dat een grote impact kan hebben. Je weet wat de begaafden allemaal voor onze maatschappij doen, toch?'

Melody knikte zacht. De decaan had vast gelijk, maar het voelde niet positief. Het voelde alsof ze een vloek had ontdekt, in plaats van een gave. Ze wilde niet naar het Niverium. Ze wilde geen gevaar voor anderen zijn. Alles wat ze had gewild, was met rust gelaten worden.Was dat teveel gevraagd?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro