Hoofdstuk 24 - Dood voor de verhoorkamer

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ze hoorde dood te zijn. En eerlijk gezegd wist Melody niet of ze echt leefde, maar toen ze die ochtend wakker werd uit een nachtmerrie, ademde ze nog. Haar hart bonste nog steeds en er liepen rillingen over haar rug. Het scherpe metaal van haar handboeien brandde in haar huid. Haar haren waren nog steeds donker, alsof ze nooit gestopt was met het gebruiken van haar gave, maar er hing geen rook meer in de ruimte.

Op de gladde kussens onder haar waren donkerrode strepen te zien. Waarschijnlijk was het bloed uit de sneden op haar benen.

Haar ogen dwaalden rusteloos door de ruimte tot ze het geluid van voetstappen hoorde. Niet veel later klonk er geratel bij de celdeur. Een klein luikje schoof open. Aan de andere kant van de glasplaat zag ze Lucas gezicht. 'Mevrouw Summers,' zei hij op een kalme toon.
Mevrouw Summers, niet langer Melody. Niet langer een vriend of een leerling, maar een volwassen vrouw, een crimineel. Het kostte haar moeite om hem aan te kijken. Ze wilde niet dat hij haar zo zag. Ze schaamde zich, ookal wist ze niet wat ze anders had kunnen doen.

Ze duwde zichzelf overeind en dwong zichzelf om hem in de ogen te kijken. Het lukte haar niet om woorden over haar gebarsten lippen te krijgen.

'Mijn collega's willen graag met je praten.' Lucas klonk vreemd zonder lach in zijn stem. Hij deed geen poging om aardig over te komen of haar op te beuren. Nu was zij de gevangen en hij was er verantwoordelijk voor dat niemand gewond raakte.
Lucas duwde het luikje dicht. Er klonk gerammel voor de deur open ging. Achter Lucas stonden twee andere niverials. Melody had hen eerder gezien, maar hun namen kende ze niet. Ze zagen er anders uit met hun samengeknepen ogen en gespannen handen die klaar waren om gaven haar richting uit te sturen.

Melody leunde tegen de zachte muur haar knieën knikten zacht tegen elkaar aan. Het koste haar moeite om niet in te storten. Hoeveel had ze haar gave gebruikt dat ze zich zo zwaar voelde?

De twee niverials liepen de ruimte in en pakten haar bovenarmen vast. Lucas bleef in de deuropening staan. Zijn ogen hadden een waas. Hij vertrouwde haar niet.

'Gebruik je gave niet,' zei hij toen ze hem passeerde. 'Dit is geen spelletje meer.'

Ze had zijn waarschuwing niet nodig om dat te weten. Ze wist precies hoe serieus dit was, misschien wel beter dan hem. Haar vermoeide ogen schoten onrustig door de gang. Waarom was er nog niks gebeurd? Ze twijfelde er niet aan dat de dreigementen van Louis' mensen gemeend waren Er moest een plan zijn. Waar was de kogel? Katten lieten muizen niet zomaar weg rennen. Niet als ze al in de val zaten.

Zelfs toen de niverials haar de kleine verhoorkamer in brachten, durfde Melody zich niet te ontspannen. Ze maakten haar vast in de stoel en gingen achterin de ruimte staan.

Zijn ogen waren nog steeds wazig. Zou hij het op tijd doorhebben als er wat iets zou gebeuren? Was hij snel genoeg om een wapen tegen te houden? Of was hij degene met het wapen?

Nee, dat kon niet toch. Hoe goed kende ze hem eigenlijk?
Niet.
Het koste haar moeite om een zachte snik in te houden. Ze kneep haar handen tot vuisten in de hoop dat ze zou stoppen met rillen, maar het werkte niet. Ze beefde nog steeds. Ze wist niet of het haar angst was, of de ijzige kou die elke hoek van haar lichaam had gevuld.


Het duurde niet lang voordat Jacob en Jesper de ruimte in kwamen. Beiden droegen ze een plastic glimlach, maar ze zag hoe hun ogen over haar heen gleden. Hoe goed ze ook in hun werk waren, het lukte hen niet om hun afschuw te verbergen.

Maar Jacob probeerde het. 'Mevrouw Summers,' zei Jacob met een gespeelde lach. 'Ben je vergeten wat ik je heb geleerd over controle?'
Ze schudde haar hoofd zacht. Wat ze moest antwoorden, wist ze niet. Zou er iets gebeuren als ze hem vertelde wat ze met haar hadden gedaan? Zouden ze hem dan ook doden.

'Hoe gaat het nu met je?'
Een schampere lach ontsnapte uit haar mond. 'Waarom vraag je dat?'

'Omdat ik me zorgen over je maak.'

'Sinds wanneer?' Het koste haar moeite om haar tranen in te houden.
'Dat je een paar fouten hebt gemaakt, betekent niet dat we niet willen dat het goed met je gaat. Iedereen kan fouten maken.'

Ze negeerde zijn woorden. Hij zei het niet omdat hij het meende. Dit was een techniek om haar rustig te krijgen. Dit was allemaal een spel. Een stom schaakspel waarvan iedereen de zetten leek te weten voordat zij ze door had.

'Melody, ik snap dat dit lastig voor je is,' probeerde hij. 'Maar we kunnen dit samen oplossen.'

'Hoe? Ga je hem weer tot leven wekken?'

'Melody,' verzuchtte Jacob. Hij schudde zijn hoofd langzaam heen en weer. 'Wat is er met je gebeurd?'

'Precies wat jullie wilden, denk ik.' Het kwam bijna piepend uit haar mond. De tranen lieten zich niet meer tegenhouden. Ze biggelden over haar koude wangen. Melody haatte het, maar ze kon niet meer. Ze kon zich niet langer sterk houden.

'Waarom denk je dat?'

'Omdat ...' Ze probeerde niet om woorden uit haar keel te krijgen. Sinds wanneer was praten zo lastig? Het was niet alsof er nog geheimen waren. Ze wisten toch al dat er iemand dood was. Dan mochten ze de rest ook wel weten. 'Omdat ... ik ... hij...' Wie eigenlijk? 'Kijk maar gewoon in mijn hoofd. Dat gaan jullie toch wel doen.'

'Ik wil het graag van jou horen,' loog Jacob. 'Maar als jij het graag wilt zullen we dat doen.' Hij keek Jesper aan.

Jesper knikte zacht. 'Melody ik ga dit wat anders doen dan normaal. Ik vertrouw je zelf volledig, maar van mijn collega's mag ik je niet aanraken. Dus ik ga van een afstand in je hoofd kijken. Als je met me meewerkt kunnen we dit snel oplossen. Het is vast een groot misverstand, toch?'

'Ga je gang.' Ze negeerde zijn vraag, want ze w ist niet wat het antwoord was.

Een koude sensatie vulde haar hoofd. Ze had niet verwacht dat ze het nog kouder kon krijgen, maar toen Jesper haar hoofd binnen kwam, verstijfden haar spieren.
'Je weet al hoe dit gaat. Het kan even pijn doen. Niet schrikken,' Klonk Jespers stem in haar hoofd. Op dat moment voelde het alsof ijspegels zich in haar hoofd boorden. Een zachte kreun ontsnapte uit haar mond.
Toen stond ze opnieuw voor een brandende auto. Naast haar stonden twee personen, hun gezichten waren wazig en hun stemmen werden overstemt door het luid knetterende vuur.

Jesper probeerde verder te bladeren, flitsen van Louis gezicht en donkere rook vlogen aan haar voorbij. 'Melody, kun je me vertellen wat hier gebeurd?'

'Ik ... Ik ...' zei ze zacht. Het lukte haar niet om haar ogen van de vlammen te trekken. Wat gebeurde er? Waarom ging hij niet verder? Wilde hij de waarheid niet weten?

Ijs trok zich terug uit haar hoofd.

'Heb je die auto in brand gestoken?'
'Nee.'
Ijs drong zich verder haar hoofd in. Ze stond in een met rook gevuld huis. Haar hand raakte de voordeur aan. Hij zat opslot. Of deed zij hem opslot? Achter haar was een open deur, die een kamer in ging. Langzaam draaide ze zich om en liep er heen. Melody probeerde haar voetstappen te pauzeren. Ze wilde hier niet zijn. Ze wilde niet terug naar Louis. Hij zou haar vermoorden. Ze wilde niet dood.

'Melody je moet meewerken. Ik kan dit niet zonder jouw hulp doen.'

'Ik probeer het.' Ze liep de gang door naar een met rook gevulde kamer. Maar voordat ze Louis kon aankijken stopte ze opnieuw. Denk aan iets anders, herinnerde ze Jespers les. Maar het mocht niet. Ze moest dit onder ogen te komen. Ze kon dit niet ontwijken.

'Melody, ik kan niet in je hoofd kijken als je me niet toelaat.'

'Wat doet ze?' Jacob wierp een vragende blik richting zijn collega.

'Ze focust zich op fracties van haar herinneringen. Ik kan flitsten zien, maar ze geeft me niet het hele verhaal.' Jesper keek haar aan. 'Melody, ik wil dit samen met je oplossen, maar je moet nu echt luisteren. Ik wil niet moeten denken dat je iets voor ons achterhoudt.'

'Sorry,' zei ze zacht. Ze wilde hem niet tegenwerken. Waarom was dit zo lastig? Wat was er met haar aan de hand?

Ijs drong zich zonder waarschuwing weer haar hoofd in. Jesper deed ditmaal niet de moeite om voorzichtig te zijn. Direct maakte haar zicht plaats voor een donkere kamer met vreemde kussens op de muren.

De ruimte in haar hoofd vulde zich met rook. Het sloeg wild om zich heen. Een schreeuw galmde door haar hoofd. De deur viel dicht, iemand vertelde haar dat ze bezoek had en de mannen trokken haar uit de bus. Langzaam gingen ze terug in de tijd. De herinneringen vlogen aan haar voorbij. Toen hoorde ze haar eigen stem in het café. Ze schreeuwde naar de niverials die haar wilden arresteren. Ze moest vechten ... Ze moest ... Vermoord hem, fluisterde een stem in haar hoofd. De herinneringen maakten plaats voor het kleine restje duisternis dat er nog over was. Het was te zwak om uit haar vingertoppen te kruipen.

Jespers kou verliet haar hoofd abrupt. 'Melody stop hiermee. Je weet dat het niet oké is om je gave zo te gebruiken?'
'Ik doe niks,' protesteerde ze. Deden Louis mensen dit? Hadden ze haar herinneringen vastgevroren? Of was ze zelf per ongeluk haar gave aan het gebruiken? Waarom lukte dit niet?

'Melody nu is het afgelopen. We weten dat je iets achterhoudt. Je weet dat we het uit je hoofd gaan krijgen. Het is aan jou om te kiezen hoe. Doe niks doms.'
'Jesper laat het maar,' zei Jacob rustig. 'Kun je VanHulsen voor me ophalen?'

'Oké,' gaf Jesper toe. Hij kwam overeind en liep langs Lucas de gang op. Zijn voetstappen stierven langzaam weg.

Jacob zuchtte lang. 'Wat moeten we toch met jou?'

'Ik doe niks,' zei ze zacht. 'Geloof me alsjeblieft.'
Hij keek haar aan. 'Als jij niks doet, wie is het dan?'

'Louis.'

'Louis Hauxwell is dood.'

'Dat weet ik.' Het lukte haar amper om te praten. 'Hij zit hier achter.'

'Waarom laat je Jesper dan niet zien wat er gebeurd is?'

'Ik kan het niet,' fluisterde ze. 'Ze houden me tegen.'
Jacob schudde zijn hoofd langzaam.

'Wat is er hier gaande?' Een kale man verscheen in de deuropening. 'Waarom is het zo lastig om een kind te verhoren?'

Jacob kwam overeind en stapte naar de man toe. Hij torende ver boven VanHulsen uit. 'Ik wil graag toestemming om met haar naar het bord te gaan.'

'Waarom heb je dat nodig? Wat gaan zij doen wat wij hier niet kunnen.'

'Ze hebben meer ervaring m-'

'Dus Jesper doet zijn werk niet goed,' gromde de man.

Jacob verroerde zich niet. 'Dat zeg ik niet. Maar dit is een complexe zaak en gezien haar leeftijd kunnen we niet zomaar vergaande methoden gebruiken.'

'Dan doe je het maar zonder. We hebben bewijs dat ze hem vermoord heeft. Wat wil je nog meer?'

'Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om een grondig onderzoek te doen. Dat betekent dat we de hulp van het CCNG hard nodig hebben.'

'Ik geef geen toestemming.'

Jacobs gezicht kreeg een vreemde rode kleur. 'Ik ga niet verder met deze zaak zonder dat het bord hier bij betrokken is.'

'Jacob, zo'n toon sla je niet tegen me aan,' riep VanHulsen. Zijn stem galmde door de hele ruimte. Het koste de niverials achterin moeite om een strak gezicht te houden. 'Mijn beslissing staat vast en als je er tegenin gaat ben je ontslagen.'

'Je kunt mij niet ontslaan. Ik werk in dienst van het Niverium niet in die van jou.' Jacob stapte achteruit en haalde een sleutelbos uit zijn zak. Hij plaatste zijn warme hand op haar arm en klikte de handboeien los. 'Niet schrikken Summers.'

'Jacob wat denk je dat je aan het doen bent?' VanHulsen riep nog meer, maar zijn woorden vervaagden samen met de kamer. Toen was er alleen nog een vreemde zwarte kleur. De leegte voelde verwelkomend.

De ene seconde was er niets en het volgende stonden ze op een blauw linoleum vloer in een brede gang met grote ramen waarop vogelstickers waren geplakt. Plotseling stonden ze in een gang die niet op het niverium leek. Een paar meter bij hen vandaan stond een blonde man. Er ontsnapte een luide gil uit zijn mond. Direct liet hij de doos die hij vast had vallen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro