Hoofdstuk 25 - Het CCNG

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Hoevaak moet ik je nog vertellen dat je niet zomaar naar binnen mag teleporteren?' De blonde man keek hen geërgerd aan. Hij pakte zijn doos van de grond en stopte de gevallen boeken er weer in.

'Sorry Michel, ik zal er aan denken,' verontschuldigde Jacob zich. 'Maar nu ik er toch ben, is Tristia er vandaag ook?'

De man zuchtte. 'Ja, ze is in de kantine. Ik zal haar voor je ophalen.' Zijn ogen gleden Melody's richting uit. 'Hebben jullie ook een heler nodig?'
Jacob volgde zijn blik. 'Nee, wel een paar handboeien.'

Er verscheen een frons in Michels gezicht. Hij schoof de doos aan de kant en maakte een paar handboeien van zijn riem los en overhandigde ze.
Jacob klikte ze direct om Melody's polsen en keek haar aan. 'Als ik je alleen in een kantoor zet, moet ik dan bang zijn dat je iets gaat proberen of kennen we elkaar goed genoeg?'

Haar ogen dwaalden naar het raam. Ze waren op drie hoog. Ze kon hier echt niet uit het raam klimmen en ze was te uitgeput om haar gave te kunnen gebruiken. Wat zou ze nog kunnen doen? Was het niet duidelijk dat ze al verloren had? 'Ik ga niks doen,' zei ze zacht.
Jacob klinkte langzaam. 'Nou, meekomen.'
In stilte liepen ze tot ze bij een klein kantoortje kwamen. De ruimte was volgepropt met planten. Ze groeiden over de oude boekenkast en de stoffige printer. Voor het raam hingen witte gordijnen, die maar net doorschijnend genoeg waren om het stadslandschap erachter te zien. Waar waren ze? Ver van het niverium of er vlak dichtbij? Wat als ze in Louis gebouw waren? Paniekerig schoten haar ogen naar Jacob. Hij leek nog even kalm als altijd.

'Ga zitten, we komen zo bij je.' De niverial liep de gang op en sloot de deur. Een zachte klik vertelde haar dat hij waarschijnlijk op slot zat.

Melody knikte zacht en ging op een van de groene stoelen zitten. Ze keek het bureau voor zich. Er stonden meerdere plantenpotten en fotolijstjes op. De foto's kon ze niet zien, maar het zag er niet uit als de werkplek van iemand die haar zou doden. Alleen wist Melody niet of ze haar vermoeide hoofd kon vertrouwen. Ze was er nooit goed in geweest om mensen in te schatten.
Het duurde een paar minuten voor de witte deur van het slot klikte. Een vrouw in een groene blouse kwam de ruimte in lopen. Haar donkere haar was kort en aan de zijkant geschoren. Ze zag er niet uit als een niverial, maar er hingen nog steeds een walkietalkie en handboeien aan haar riem.
Jacob volgde haar en pakte de stoel die naast Melody stond. Hij schoof hem een eindje opzij voordat hij ging zitten. Hij was bang dat ze alsnog haar gave zou gebruiken, realiseerde Melody zich. Al zaten ze niet langer in een verhoorkamer, de rollen waren nog steeds hetzelfde. Kat en muis, monster en mens, jager en prooi. Welke het ook was, het was in elk geval schaakmat.

'Goedemiddag,' zei Tristia. Haar blauwe ogen namen Melody in zich op. 'Ik ben Tristia Heffer. Hoe wil je genoemd worden?'
'Gewoon Melody,' zei ze zacht. De vraag voelde vreemd. Alsof ze nog een keus had over wie ze was. Maar het was aangenaam om geen mevrouw Summers genoemd te worden. Al twijfelde ze of Tristia het uit liefdadigheid deed.

'Fijn om je te ontmoeten.' Tristia's glimlach voelde oprecht. Ze was een goede acteur. 'Heeft Jacob je vertelt waar je bent?'

'Nee.'

'Onze aankomst was wat plotseling,' legde Jacob uit.

Tristia gaf hem een kort knikje 'We zijn op het CCNG dat is kort voor het centraal controleorgaan niverials en gavegebruik. Wanneer een zaak te complex is voor de niverials of ze de regels breken, doen wij onafhankelijk onderzoek. Ik denk dat dat de reden is?' Haar ogen gleden naar Jacob.
'Onderandere,' zei hij. 'Deze jonge dame weet helaas hoe ze onze technieken kan omzeilen.'

'Wat er op het Niverium gebeurd is maakt me niet zoveel uit.' Tristia keek Melody aan. 'Iedereen verdient een eerlijke kans om zijn of haar verhaal te doen, dus hier beginnen we opnieuw.'

'Dus je wilt weten wat er gebeurt is?' Melody bestudeerde haar asymmetrische gezicht. Was dit een manipulatietechniek? Deed Tristia zo vriendelijk omdat ze informatie wilde?

'Daar zullen mijn collega's vast vragen over hebben. Maar dat komt later. We moeten er eerst voor zorgen dat jij oké bent.' Haar ogen gleden over de blauwe plekken die over Melodys armen liepen. 'Hebben de niverials dat gedaan?'

'Nee, ik heb gevochten.'

'Serieus?' Tristia keek haar nieuwsgierig aan. 'Dat moet een intens gevecht zijn geweest.'
Melody knikte zacht.

'We moeten eerst wat foto's maken voor bewijs, maar daarna zal ik vragen of onze heler er naar kan kijken. Het doet vast pijn.'

'Het valt wel mee.'

'Het ziet er niet uit alsof het meevalt.' Tristia keek haar aan. 'Wanneer is de laatste keer dat je je gave hebt gebruikt?'

'Gisteravond.'

'Heb je na die tijd wat gegeten?'

Melody schudde haar hoofd.

'Wacht, de nachtdienst heeft je niks gegeven?' Jacob keek haar verrast aan.

'Nee,' zei ze zacht. Of ze moest het zich niet meer herinnerend. Gisteren was een grote waas.

Tristia schudde haar hoofd langzaam heen en weer. 'Jacob, kun jij wat te eten drinken voor haar zoeken? Neem ook direct een deken mee.'

De man knikte en kwam direct overeind. Met grote passen liep hij naar de gang.

Zodra hij de deur uit was keek Tristia haar weer aan. 'Dus, hebben de niverials je echt geen pijn gedaan?'
'Nee,' antwoordde ze zacht.

'Hebben ze je bedreigt of op een andere manier iets gedaan?'
Opnieuw schudde Melody haar hoofd. 'De niverials hebben niks gedaan, behalve...' Nee, ze hoefde de vrouw niet over de bedreiging te vertellen.

'Je mag het me vertellen. Ik ben hier niet om je te veroordelen.' Tristia glimlachtte. 'Het is mijn baan om ervoor te zorgen dat jij veilig bent, niet om te bepalen of je schuldig bent.'

'Ik weet het niet. Misschien is het niet waar,' zei Melody zacht. Haar ogen focusten zich op de vrouw voor zich. Ze kon haar niet vertrouwen. Hoe graag ze het ook wilde. Ze kende haar niet.
'Dat is niet erg. Als jij je zorgen maakt, wil ik het graag horen.'
Melody nam een diepe ademteug. Voor wie zweeg ze? Ze had toch al verloren. Niks wat ze zei veranderde nog wat. Haar spijt deed er niet toe, maar de oordelen en woede van anderen ook niet. 'Er is me verteld dat iemand een kogel door mijn kop zou jagen voordat ik de verhoorkamer zou bereiken.'

'Is dat waarom je zo bang bent?'
'Ik ben niet bang, ik heb het koud.'
Tristia glimlachte kort. 'Ik bedoel, denk je dat de niverials dat zullen doen?'
'Ik weet het zeker. Iedereen weet dat ze corrupt zijn.'

'Wie heeft je dit vertelt?'

Wie was het? Ze probeerde in haar geheugen te graven, maar de herinneringen leken wel alsof ze van water gemaakt waren. 'Ramon,' fluisterde ze zacht. Maar Ramon bestond niet.
Trista wist dat nog niet. Ze schreef de naam op haar kladblok. 'Wil je dat Jacob uit je buurt blijft?'

'Ik weet het niet.'
'Dat snap ik,' Trisia keek haar aan. 'Laten we het zo afspreken. Geen enkele niverial komt in jouw buurt tot we dit tot op de bodem hebben uitgezocht. Niemand gaat jou nog pijn doen.'

'Echt?'

Tristia knikte. 'Ik kan niet beloven dat je geen straf krijgt voor wat je hebt gedaan, maar ik kan je garanderen dat niemand je iets aan zal doen.'

'Dat is genoeg,' fluisterde Melody. Tranen welden op in haar ooghoeken. Veilig. Het woord voelde vreemd. Durfde ze het te geloven? Ze moest het geloven. Het was het enige wat ze had. 'Wil je een knuffel?'Melody knikte zacht. Toen stond Tristia op. Ze liep om de tafel heen en sloot haar warme armen om Melody heen. Ze aarzelde geen moment, alsof ze geen schaduwen waren. Alsof Melody gewoon een mens was. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro