1; Nl; Hide or Die.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Opdrachtgever; @babetko
---
Het is stil. Het enige geluid dat te horen is, is de ruisende wind en het zachte getik van de regen die op het glas neervalt. Ik houd van het geluid van de regen. Het doet me denken aan thuis. Ik en mijn familie, zittend in de woonkamer. Luisterend naar het vallen van de regen in combinatie met de rustige muziek die mijn moeder op heeft gezet. Een mok met lekkere, warme, dampende chocolademelk erbij en mijn hele thuisbeeld is compleet. Ik ga tegen een boom liggen en fantaseer dat ik tegen mijn moeder aan lig. Mijn lieve moeder, die zo haar best doet om mij en mijn broer gelukkig te houden. Ik zou haar nu zó ontzettend graag een knuffel geven. Maar aangezien de omstandigheden, weet ik niet zeker of dat ooit nog mogelijk zou zijn.
BOEM!
Er klinkt een harde knal. Gevolgd door nog een knal. BOEM!
En dan nog een, harder en krachtiger dan de anderen. Dichterbij...
BOEM!
Dit gaat waarschijnlijk heel snel maar alles voelt langzaam. Grote scherven glas vliegen mijn kant op.  De boom waar ik tegenaan lig begint te schudden. Ik voel een pijnscheut in mijn been. Ik grijp naar de plek van de pijnscheut en voel iets vochtigs. Ik kijk naar mijn hand. Rood. Wat gebeurt hier? Het dringt eindelijk tot me door. De Duitsers. Ze hebben me gevonden.
Ik ren zo hard als ik kan, dat is dus niet snel, door mijn verwondde been. Maar ik doe mijn best. Dan voel ik nog een pijnscheut, in mijn linkerarm. Ik grijp er weer naar en voel nog meer bloed. Mijn hele arm ligt open. Ik voel er iets in branden, dat de pijn alleen maar meer maakt. Ik probeer het eruit te peuteren. Glas. De glasscherven hebben mijn lichaam geraakt. Ik probeer verder te rennen. Maar diep van binnen weet ik het; Ik ben hopeloos.

Ik word wakker. Zachtjes open ik mijn ogen. Ik word overspoeld met licht. Ik... Ben ik... Dood..? Ik mag niet dood zijn. Nee. Ik ben nog zo jong. Ik moet nog zoveel doen. Ik ga rechtop zitten en staar vooruit. Dan zie ik hem. Een man met bruin haar, een filosofisch baardje en helderblauwe ogen. Dit moet wel god zijn. Met een trillende stem stamel ik: 'God, ben ik dood?' Een korte stilte volgt. Dan spreekt de man: 'Hahah, nee meisje. Ik ben niet god. En je bent niet dood.' Oh, gelukkig... Maar wacht eens even... 'Waar ben ik? Wat is er gebeurd? En mijn familie? Waar zijn ze? Mama! Jacob!' Ik voel een steek in mijn schouder en kijk er naartoe. De man brengt een serum binnen doormidden van een prikje met een spuit. Ik schrik. Ik schreeuw: 'Jij vieze vuile Duitser. Ik wist wel dat er iets niet klopte. Verrader! Nu hebben jullie je zin, ik ga dood. En vanaf nu heb jij op je geweten dat je een onschuldig meisje van 14 hebt vermoord.' De man verrekt geen spier. Ik realiseer me, dat ik niks heb uitgebracht. Ik heb niks geschreeuwd. Er klonkt alleen een zacht gesis. Ik begin hevig te bewegen in de hoop weg te komen, maar dan realiseer ik me dat er handboeien aan mijn handen zitten. De man kijkt naar me met een ontspannen blik en zegt; 'Dus... Jij bent Jamaya Light.' 'Hoe weet je dat?' Hij antwoordt niet. Hij drukt op een knopje waardoor mijn handboeien los gaan. Ik probeer te rennen, maar hij pakt me bij mijn arm en draait hem net niet helemaal om. Hij sleurt me mee naar buiten. We lopen door de gang, van de trap en door een poort. We zijn in de buitenlucht. Ik kijk naar achter. Maar ik zie het gebouw waar we net uitgekomen zijn nergens staan. Niet eens de deur. We staan in het midden van een stad. Er zijn ruïnes, overal om me heen. Ik merk dat de man mijn arm loslaat en ik werp mijn blik op hem. Maar hij is weg... Hij ook al? Na drie seconden piekeren ben ik er al weer overheen, mijn doel is om mijn huis en familie te vinden. Op naar Greenvillage, mijn geboorte- en woonplaats. Ik begin te lopen. Deze stad is duidelijk uitgestorven. Er hangt een soort dode sfeer overheen. Het is dicht bewolkt, maar niet donker. Het stinkt naar riool. Een akelige geur is dat. Ik heb het idee dat ik hier al is ben geweest, maar ik kan mijn herinnering niet naar boven halen. Een stukje verderop staat een gebouw dat er op zich nog best wel stevig uitziet, in vergelijking met de rest in ieder geval. Het is gemaakt van steen, heeft maar een paar gaten en is volledig begroeit met klimop. Door de klimop ziet het er ook nog eens gezelliger uit dan alle andere huisjes hier. Ik loop er naartoe. De grote, eikenhouten deuren zitten er nog in. Mooi. Ik druk de deurklink omlaag en duw de deur open. Fjieeww.... BAFF. De deur is zojuist omgevallen. Toch niet zo stevig als ik dacht... Ik strompel naar binnen en kijk om me heen. 'Hallo? Is daar iemand?' Behalve de echo van mijn eigen stem hoor ik niks. Grote kans dat hier niemand is. Voor me zie ik een grote, brede trap. Daar kan je aan twee kanten omheen lopen. Rechts en links zitten ook nog grote deuren. Ik besluit naar de deur link te gaan, omdat het daar minder vies ruikt. De deur gaat open met een piep die pijn doet aan mijn oren. Nou ja, hij valt er tenminste niet uit... ik stap naar binnen. Het is duidelijk de woonkamer. Er staat een klassieke vleugel en een leren bank, bedekt met stof. De spiegel op de schouw en de ramen zijn gebroken. Een klassiek muziekje begint te spelen, de rolgordijnen vallen naar beneden en de deuren klappen dicht. Ik weet dat zulk soort dingen allemaal nep zijn, maar dit begint aardig veel op een horrorfilm te lijken. Ik ren naar de deur en probeer hem open te doen, maar het lukt niet. Dan stopt de muziek en gaan de gordijnen weer omhoog. Mannen met wapenuitrusting springen de kamer binnen. Alle geweren op mij gericht. Een van de mannen zegt; 'Hello Jamaya Light. The game is on. Hide or die...' Ik ben geen ster in Engels maar snap de boodschap. Ik trap tegen de deur en ren zo hard mogelijk weg. Ik word beschoten, maar niet geraakt. Ik ren de trap op en ga de eerste beste kamer in. Er staat een groot hemelbed met een klamboe erboven. Ook hier is het glas van het raan gebroken. Ik kijk naaf buiten en heb zicht op de achtertuin vol onkruid. Ik zit een metertje of 6 boven de grond. Iets te hoog om te springen. Ik zwiep mezelf naar buiten en grijp de regenpijp. Ik klim snel en soepel naar beneden en spring de laatste meter naar de grond. Ik ren door het oerwoud van onkruid en Spring in een snelle beweging over het hek. Ik begin met te voelen alsof ik verstoppertje speel met Jacob. Die man had helemaal gelijk. The game is on. Hide or Die.

Ik ben beland in een grote tuin die er heel verzorgd uitziet. Dat is raar, er woont hier toch niemand? Misschien... Nee, dat kan niet... Zouden die bewapende mannen hier wonen? Ik vind die mannen niet echt types met groene vingers. Ik loop over het betegelde paadje rond de prachtige fontein naar het bijbehorende huis. Wat mooi. Een groot huis, zoals het huis waar ik net uit kwam. Het is wit met lichtblauwe afwerkingen. Het lijkt... Het lijkt wel mijn huis... ik klim door het raam zonder glas. De inrichting van dit huis... Is hetzelfde als de inrichting van mijn huis. Dit kan niet... Dit is onmogelijk. Ik loop naar de woonkamer. Ik voel een warme gloed. De open haard staat aan. Ik hoor het kraken van een stoel. Mama's stoel. Ik loop met zachte, bijna sluipende passen naar binnen. Iemand zit in de stoel. Iemand met zwart, rossig haar. 'Mama? Ben jij dat?' De vrouw staat op en draait zich om. 'Ja schat. Ik ben het.' Ik ren naar haar toe en geef haar een knuffel. 'Mama, ik heb je zo gemist. Ik dacht dat je dood was!' Mijn moeder begint te huilen. Tranen stromen over haar wangen. 'Wat is er mama?' Vraag ik stamelend. 'Je, je hoort hier niet te zijn. Arme meid, dit is zo oneerlijk. DIT IS ZO ONEERLIJK!' Huilt ze. 'Wat bedoel je mama, dat ik hier niet hoor te zijn? Waar is Jacob?' Vraag ik. Maar geen antwoord. Alleen meer tranen. 'Nu is hij iedereen kwijt, iedereen.' Krijst mijn moeder. Dan klinkt er gerinkel. De bewapende mannen stormen de kamer in. Ze omcirkelen ons. Ik probeer iets te zeggen, maar mijn lippen staan op elkaar geklemd. Mijn moeder weet iets uit te brengen: 'Alsjeblieft, schiet ons neer. Alsjeblieft!' Wat?! Wil ze dat we dood gaan? Wat is hier aan de hand? BAM! Er klinkt een schot. Mijn moeder zakt in elkaar. 'Mama, neee! Wat hebben jullie gedaan? JULLIE KLOTE DUITSERS!' Ik kijk naar mijn moeders been. Er zit een pijltje in. Een pijltje? Waaro... Ik voel een steek in mijn arm. Ik zak in elkaar. Ik sluit mijn ogen. Stilte.

'Hallo Jamaya. Jouw tijd is om. Je bent klaar voor vertrek.' Daar zit de man met het filosofische baartje. Ik zeg niks, ik luister gewoon. 'Jamaya, je had gelijk. Ik ben god. De Duitsers hadden je opgespoord in Syrië, ook al was je gevlucht. Je bent dood. Al een tijdje. Je hebt in een simulatie gezeten hier in de hemel. Als het goed is ben je je moeder tegengekomen. Zij is ook dood. Je broer, Jacob, is nog niet dood. Hij is dus niet hier. Jouw tijd is om. Je weet wat je moest weten. Je moeder is dood. Je broer heeft kans op overleven. Je zal naar een rustige plek gestuurd worden, net als je moeder. Lieve Jamaya, rust in vrede.'
Ik ben geschokt, maar zeg niks. Ben ik dood? Weet je wat, het maakt me niet meer uit. Ik bid voor Jacob. Laat hem leven. Laat hem leven.
Ik ga liggen...
Ik sluit mijn ogen...
Eindelijk rust.
---------
EINDE!!!!
---------
Info voor @babetko
Het verhaal had 1734 woorden.
Het is best mysterieus, maar dat was mijn doel ook. Ik hoop dat je plezier hebt gehad bij het lezen!
Lieve groetjes
Omnays💎
--------

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro