46

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ayla

Koning Reza, de jonge heerser van het Zonnenrijk, die dus erg aardig bleek te zijn, had Zack en mij aangeboden om met zijn soldaten mee te reizen naar de Oude Stad.
Een grote groep van ruim vijftig man, dat bestond uit soldaten, bouwers en een paar koks. Paarden trokken wagens gevuld met voedsel.

We namen plaats op een van de karren toen de generaal van de soldaten ons deze had aangewezen. Zijn naam was Trystan Zonbloed. Koning Reza had me voordat onze reis begon gezegd dat hij een van de beste zwaardvechters was in het Zonnenrijk. Zijn achternaam was niet voor niets Zonbloed. Hij stamde af van de Zonbloedfamilie en zij waren een geëerde familie van het rijk.

"Jullie mogen mee, maar belemmer mijn missie niet," bromde hij en liep weg. Over zijn karakter had koning Reza niets gezegd, maar deze was al vrij snel duidelijk.

We stonden in een brede straat dat naar de poort leidde van de grote stad van het Zonnenrijk.
Mijn blik gleed naar het paleis van koning Reza dat de stad intimideerde met haar sierlijkheid en charme dat vele huizen overschaduwde.

De bewoners van het rijk keken ons toe, terwijl wij met de stoet uit de stad vertrokken.

Lang was de weg naar de Goudbes Haven, waar we met een boot de Zuiderzee over moesten varen om zo in het Heilige Woud te kunnen komen. Het zou twee en een halve dag duren voor we daar waren.
De haven had zijn naam te danken aan de velden vol goudbessen die langs het pad groeiden.

Na anderhalve dag reizen werd het groene landschap vergezeld door de ontelbare struiken vol goude bessen.
Zack keek zijn ogen uit toen we deze velden binnenreden.

Hij was al aan zijn goudbessenwijn begonnen die hij van Faro had gestolen.

"Ik wil er één proeven," merkte hij op en sprong van de kar af waar we al de gehele reis op zaten.

De man die het paard dat onze kar trok aandreef stopte en keek met fronsende wenkbrauwen toe hoe Zack het goudbessenveld in dook en een van de bessen plukte.
Met een brede glimlach en gesloten ogen stopte hij de kleine bes in zijn mond.
Ik wachtte op zijn reactie toen hij kauwde.

Toen spuugde hij deze vol walging uit op de grond.
Zijn speeksel vloog rond en zijn gelaatstrekken trokken een vies gezicht.

"Lekker?" vroeg ik lachend en de man die onze kar begeleidde schudde afkeurend zijn hoofd.

"Ze zijn niet om te eten," merkte hij op.

"Nee, had je dat niet eerder kunnen zeggen?" reageerde Zack bitter op de man toen hij terugliep naar de kar.

"Zou je hem geloven als hij je gewaarschuwd had?" vroeg ik en Zack rolde met zijn ogen.
Terwijl ik lachte en hij plaatsnam op de kar, reden we achter de stoet aan dat door was blijven lopen.

De wachttorens van een kleine haven kwamen in zicht, terwijl de goudbessen velden zich nog steeds uitstrekten over het gehele landschap.
De haven was omgeven door een dorp waar we bij een herberg stopten. De avond verzwakte het daglicht en ik wist dat we hier zouden overnachten.
In de herberg kregen we een stuk gebraden vis met aardappelen en bladgroenten geserveerd. Het smaakte prima. Niet veelzeggends, maar vullend.

Na het eten zag ik dat de soldaten bier begonnen te drinken en zich opdrongen aan de vrouwen die rondliepen.
Zack en ik zagen een grote haard dat de ruimte verwarmde en besloten daar te gaan zitten.

Ik staarde naar de dansende vlammen, terwijl Zack om zich heen keek.
Daarna zuchtte hij.

"Wat is er?" vroeg ik.

"Ik heb gewoon een vreemd gevoel," antwoordde Zack op mijn vraag. "Over die vrouw-draak,".

"Vrouw-draak?" lachte ik om zijn woordkeuze. "Ik vind het wel gaaf,".

"Ze is een draak. Een draak, Ayla!" Zijn stem verhefde. "De leeuwen, de haviken en de wolven waren de bewakers van Agotta. In de geschiedenis werd er nooit wat gezegd over een man of vrouw die in een draak kon veranderen,".

"Ik weet het," zei ik en mijn ogen bleven aan de vlammen van de haard geplakt zitten.

"Dus? Wat ben je van plan? Gewoon praten lijkt me geen optie," zei hij.

"Mijn vader is toch ook aardig?"

Zack keek me lang aan.

"Niet?" vroeg ik verbaasd, maar ik wist zelf ook dat mijn vader een taaie was.

"Waarom zou ze ons vertrouwen? Ze heeft al vijanden gemaakt. Ze heeft een stad aangevallen en mensen vermoord. Zoals Reza ook zei: ze is in staat om te doden en te vernietigen,".

"Dat is iedereen. Wat denk je dat het Zonnenrijk en het Heilige Woud gaan doen? Waarom denk je dat koning Reza hen helpt? Ze gaan haar doden,"

"Omdat zij toch ook al mensen gedood heeft? Ze willen zichzelf beschermen,"

"Dan nog is ze een persoon. Iemand met een naam en een verhaal. Ik moet haar vinden voordat ze haar iets aandoen. Of ze nou slecht is of niet. Ze is mijn enige kans,".

Zack was even stil, maar knikte langzaam met een zucht.

"Ik geef gewoon om je. Ik wil niet dat je doodgaat,".

"Ik ga niet dood," zei ik met een vriendelijke glimlach. Ik vond het lief dat hij zich zorgen maakte, maar angst was geen goede raadgever.

"Misschien was het niet haar bedoeling om die mensen te doden," ze ik toen. Het vuur van de haard knetterde.

"Mijn vader zei me altijd dat als je je eerste transformatie hebt je geleid wordt door een beestelijk instinct. Een instinct dat niet makkelijk te temmen is," ging ik verder.

Zack keek me aan.

"Bij een leeuw kan het weken duren en dat alleen al met goede begeleiding," zei ik. "Haviken leren het allersnelst,".

"En een draak... dat is zo'n groot wezen... moeilijk te temmen," vulde Zack mijn zin aan en nu leek hij het nog meer te begrijpen.

We keken elkaar aan.

"Misschien heeft ze het niet onder controle," zeiden we beiden tegelijkertijd tegen elkaar.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro