hoofdstuk 21

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

P.O.V. Niall

Samen met Norah zit ik in de auto, op weg naar onze ouders. Al vanaf toen ik negen was, wist ik dat ik een zusje had.

Deels wist ik ook wat er gebeurd was, qua waarom ze niet meer bij ons was. Het gebeurde toen mijn zusje en ik de achtertuin aan het spelen waren… mijn ouders waren er niet, en…

Dan valt het me op dat Norah steeds met haar been aan het op-en-neer-tikken is. Van mezelf weet ik dat ik dat alleen doe voor een groot optreden of wanneer ik heel zenuwachtig ben. Via haar autoraam kijkt ze naar buiten.

Geruststellend leg ik mijn hand op haar knie en wrijf even over haar been. Ze kijkt me geschrokken aan, maar dan komt er weer een glimlach op haar gezicht.

“Sorry, ik…” begint ze.

“Maakt niet uit,” onderbreek ik haar geruststellend.

Ze legt haar hand op mijn hand. Zo blijven we een poosje zitten, terwijl ik ondertussen nog op de weg aan het letten ben.

P.O.V. Norah

“Maar hoe komt het dan dat ik niet hier woonde?’ vraag ik verbaasd. Na een heleboel knuffels later en tranen van mijn échte moeder, stel ik de -voor mij dringende- vraag.

Mijn ouders kijken elkaar aan. “Je… zoals je dus al weet waren je vorige ouders niet je echte ouders, dat zijn wij,” begint mijn vader.

Inderdaad, het is echt wel te zien dat dit wél mijn ouders zijn. Vooral mijn moeder en ik lijken sprekend op elkaar. Daarom lijk ik ook zo erg op Niall, want hij lijkt ook veel op onze moeder.

“Jullie vader en ik zijn advocaten. Jaren geleden kregen we een bijzondere zaak. Een maffiazaak, leek het wel. De baas van de desbetreffende bende zat in de gevangenis, hij had al veel verschillende misdaden begaan. De bende was het er niet mee eens dat hun baas in de bak zat. Ze probeerden alles om hem vrij te krijgen: valse getuigenissen bijvoorbeeld, ontsnappingsplannen of omkoperij,” legt mijn moeder uit.

“Onder die baas stond nog een belangrijke man. Hij was dus niet de leider van de bende, maar wel een belangrijk persoon met een hoog aanzien. Dat… dat was de man die zich jouw ‘vader’ noemde…”

Met open mond kijk ik haar aan. Dit gaat allemaal een beetje erg snel. Dus mijn ‘vader’ was die onderbaas?

“Ik was de advocaat van de aanklager van die maffiabaas. Ik moest dus vertellen waarom die leider in de gevangenis moest. Toen dit allemaal gebeurde was Niall acht jaar, en Norah net een jaartje oud. Lang verhaal kort: die onderbaas, jouw ‘vader’ dus, was niet blij met me, want ik was een -te- goede advocaat. Uiteindelijk heb ik, samen met die aanklager, ervoor gezorgd dat die baas levenslang in de gevangenis terecht kwam,” gaat mijn moeder weer verder. 

“Jouw ‘vader’ wilde me daarvoor laten boeten.” Mijn moeder haalt even trillerig adem.

Ik slik. Dit verhaal… ik had veel verwacht, maar niet dit!

“Op een dag waren jij en je broer buiten in de achtertuin met elkaar bezig een tunnel naar Amerika te graven.” Mijn moeder glimlacht klein bij die herinnering. “Maar toen…” Er komen tranen in haar ogen en mijn vader legt zijn arm om haar schouders.

Onze vader maakt het verhaal af. “Ze namen jouw mee, Norah. Als wraak. We hebben nooit meer iets gehoord; waar je was, of je nog leefde… we maakten ons grote zorgen. We zijn Niall zó dankbaar dat hij je uiteindelijk teruggevonden heeft!” eindigt hij, terwijl hij met een dankbare glimlach naar mijn broer kijkt.

-

We zitten in de auto, op weg naar huis. Van verbazing ben ik bijna heel de tijd stil geweest. Mijn vorige ‘vader’ hoorde, of hoort, dus bij een maffiabende…

“Gaat het?” vraagt Niall bezorgd aan me.

“Jij…” begin ik aarzelend. “Jij wist dit, of niet?” zeg ik zachtjes.

Mijn broer kijkt me aan met aarzeling in zijn ogen.

“Wees alsjeblieft eerlijk,” zeg ik tegen hem. Dit is alles wat ik nu even wil weten. Als Niall het me vertelt, kan ik proberen om dit hoofdstuk af te sluiten en er een plekje voor te vinden.

“Ja. Voor een groot gedeelte wel, ja,” zegt hij schuldbewust.

“Waarom heb je het niet gezegd? Of tenminste voor een gedeelte?” vraag ik. Het is niet dat ik boos op hem ben, begrijp me niet verkeerd.

“Het was heel gecompliceerd… ik wist niet of ik het me goed herinnerd had, maar het is ook best moeilijk om het goed te vertellen. Heb je nu wat meer duidelijkheid, qua je verleden en zo?” vraagt hij me met de bedoeling om een beetje van onderwerp te wisselen.

Ik knik. Ja, ik begrijp nu een beetje meer over mijn jeugd. Toch vind ik het een eng idee dat ik bij een man gewoond heb die bij een maffiabende hoort.

Niall rijdt de oprit van ons huis op en parkeert de auto. “We zijn weer thuis!” roept hij wanneer we de gang inlopen.

Meteen horen we geroffel op de trap en Louis die aan het roepen is. Een paar tellen later volgt er een bonk. “Sinds wanneer zit die laatste trede hier?!” Blijkbaar is hij van de trap gevallen; typisch iets voor Louis.

Dan komen er drie nieuwsgierige hoofden kijken om de hoek van de deur. “En? En? Hoe was het?” vragen ze enthousiast.

Niall en ik vertellen wat we net gehoord hebben en de monden van de jongens vallen open bij het horen van het verhaal. Zacht grinnik ik: het ziet er best grappig en klunzig tegelijk uit.

-

’s Avonds ga ik naar Harry’s badkamer om me om te kleden. Ik slaap nu namelijk bij hem, omdat we geverfd hadden in mijn kamer. Terwijl ik in de spiegel kijk, ontmoet ik mijn gelijke spiegelbeeld. Nu ik roze haren heb, moet ik er echt aan wennen. Ik ga ervan uit dat ik het ongeveer twee weken in mijn haren heb zitten, aangezien er nog wel een poosje een vaag kleurtje zal zijn.

Mijn eigen shirt trek ik uit en dat verwissel ik voor één van de shirts van Harry. Dan trek ik nog een korte pyjamabroek aan, maar het grote shirt hangt voor een groot gedeelte er overheen.

De deur draai ik weer van het slot en ik loop Harry’s kamer binnen. Hij bleef nog een poosje beneden zitten bij de jongens, vertelde hij me toen ik naar boven ging. Op de muur zit de lichtschakelaar en zo doe ik het licht uit. Ik kruip in zijn bed en sla het dekbed om me heen. Tevreden sluit ik mijn ogen. Niet veel later val ik in een diepe, rustige slaap.

P.O.V. Harry

Het is nu al best wel laat en ik besluit om maar naar boven gaan. Ik ben één van de laatste, want ik heb nog even tv zitten kijken. De buitendeur draai ik op slot en ik doe overal het licht uit.

Dan loop ik naar boven, naar mijn kamer toe. Norah slaapt al, ze ligt bijna helemaal onder het dekbed. Ik doe alles zo zacht mogelijk, hopend dat ze niet wakker wordt van mijn gerommel.

Als ik even later klaar ben, ga ik bij Norah onder het dekbed liggen. Ze ligt met haar gezicht naar me toe, en haar lippen hebben een tevreden glimlach.

Noor ligt aan de andere kant van het bed, maar voorzichtig trek ik haar naar me toe. Ze nestelt haar hoofd in mijn schouder en nek en ik leg mijn kin op haar kruin.

Lachend denk ik terug aan haar haren die nu dankzij mij een roze kleur hebben. Het was totaal niet de bedoeling om dat bij haar te doen: ik wilde alleen maar Louis terug pakken. Het staat Norah eigenlijk wel heel goed.

Dan merk ik dat ik echt moe begin te worden. “Tot morgen, Angel,” fluister ik nog net voordat mijn ogen dichtvallen, en ik met Norah in mijn armen in een rustige slaap val.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro