hoofdstuk 22

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

P.O.V. Norah

Als ik wakker wordt, weet ik eerst niet waar ik ben. Dan herinner ik het me weer: in Harry’s kamer, in Harry’s bed, en in Harry’s armen.

Met een glimlach kijk ik naar hem. Een paar plukjes van zijn donkere krullen hangen voor zijn gezicht en hij ziet er best tevreden uit.

Dan mompelt Harry iets en trekt me steviger in zijn armen. Ik kon al niet weg uit zijn greep, maar nu al helemaal niet meer. Mijn armen sla ik om hem heen.

Voorzichtig komen Harry’s groene ogen voorzichtig tevoorschijn. Zacht grinnik ik.

“Wat is er?” zegt hij met een zware ochtendstem.

“Oh, niets hoor,” glimlach ik.

“Mooi, dan ga ik weer verder slapen.” Hij begraaft zijn hoofd in mijn schouder. Niet veel later heeft Harry weer een regelmatige ademhaling. Glimlachend merk ik op dat hij inderdaad alweer in slaap gevallen is.

Buiten hoor ik al een aantal vogels die wakker geworden zijn. Ik heb altijd al van hun gekwetter gehouden.

Opeens hoor ik een duif in de boom bij Harry’s balkon. Ik hoor wat gestommel op de gang, en dan Louis zijn geroep. “Kevin!!” schreeuwt hij hard. Lachend schud ik mijn hoofd.

Dan nestel ik me wat dieper in Harry’s armen en val ook weer in een lichte slaap.

Wanneer ik voor de tweede keer vandaag wakker wordt, is Harry dat ook. Hij ligt op zijn rug en ik lig tegen zijn zij aan. In zijn handen houdt hij een open notitieboekje, waar hij steeds een aantal dingen in krabbelt. Dan krast hij weer een paar woorden weg, en zo gaat dat nog een poosje door.

Volgens mij heeft hij nog niet door dat ik al wakker ben, want hij blijft ijverig schrijven. Zacht hoor ik hem wat mompelen. “I'm out of my head, ehm… and I know that you're scared, because hearts get broken. Yes, dat is ‘m,” fluistert Harry zacht. Ik vraag me af wat hij aan het doen is…

“Hey,” zeg ik zacht. Van schrik laat hij zijn boekje op zijn gezicht vallen. Zacht grinnik ik. Vliegensvlug legt Harry het op zijn nachtkastje.

“Oh, je bent wakker!  zegt Harry verbaasd.

“Wat was je aan het doen?” vraag ik aan hem.

“Oh, uh… niets hoor,” antwoordt hij vlug.

“Geniaal antwoord weer, Hazza,” grinnik ik.

“Lekker geslapen?” vraagt Harry me, terwijl hij mijn opmerking omzeilt.

“Ja hoor, als je niet meetelt dat ik bijna geplet was door jou en je armen,” zeg ik lachend.

Harry gaat op zijn zij liggen met zijn gezicht naar me toe. Zijn elleboog rust op zijn kussen en zijn hoofd leunt op zijn hand terwijl hij me met een schittering in zijn groene ogen aankijkt. “Je mag morgen ook gewoon weer in je verflucht gaan slapen, hoor,” zegt Harry grinnikend.

“Oh, is kleine Harry nu boos?” plaag ik hem.

“Woedend,” antwoordt hij met een scheve grijns. Dan, uit het niets, begint hij me te kietelen.

“Harry!” roep ik verontwaardigd. “Daar, daar kan ik niet, niet tegen!” breng ik lachend uit.

Dat is blijkbaar voor hem het teken om me overal te gaan kietelen. Dan duw ik hem van me af, maar uiteraard moet hij weer sterker zijn.

Door ons gespartel ben ik uiteindelijk bovenop hem komen te liggen. “Hi,” zeg ik, terwijl ik grinnikend met zijn haar aan het spelen ben. Mijn schouders leunen bijna op zijn borst.

“Lig je lekker, Angel?” vraagt Harry lachend.

“Altijd,” grinnik ik.

Dan draait Harry ons plotseling om, zodat hij nu boven mij hangt. Zijn handen zet hij vast naast mijn gezicht. Plukjes haar vallen voor zijn gezicht. Zijn ogen zoeken de mijne.

Aarzelend zie ik zijn groene ogen. Harry kijkt diep in mijn blauwe ogen. Hij bijt op zijn onderlip. Ik voel hoe zijn ademhaling, en daarmee ook zijn hartslag, versnelt.

Dan glijd ik onder hem vandaan, zijn bed uit. “Ik weet niet wat jij gaat doen, maar ik ga ontbijten,” zeg ik, zonder bewust te merken wat er net aan de hand was.

“Ik ook,” antwoordt Harry snel en een beetje ongemakkelijk.

“Heb je een trui voor me?” vraag ik aan Harry. Glimlachend opent hij zijn kledingkast, en haalt er een lichtblauwe trui van hem uit. Dan geeft hij hem aan mij. “Dank je,” zeg ik. Mijn spijkerbroek van gisteren ligt nog op de grond, en die neem ik mee naar de badkamer, samen met Harry’s trui.

“Tot zo!” zeg ik, terwijl ik over mijn schouder kijk en mijn ogen die van Harry ontmoeten. Met een grijns kijkt Harry me hoofdschuddend na.

Wanneer we allebei beneden in de keuken zitten, komt Liam er ook aan. Niet veel later volgen Louis en Niall ook.

“Wat gaan jullie vandaag doen?” vraag ik aan de jongens.

“Harry en ik moeten nog wat liedjes bedenken voor ons album, dus wij zijn vandaag weg,” antwoordt Liam.

“Ik moet nog wat met mijn manager bespreken, dus ik ben vandaag ook naar de studio,” vult Louis aan.

Vragend kijk ik Niall aan. Hij kijkt me blij aan. “Vandaag ben ik thuis, dus we kunnen samen wat leuks doen!” zegt hij enthousiast. Lachend geven we elkaar een high five.

“Dus… wat gaan we vandaag doen?” vraag ik aan Niall. De rest is net vertrokken, dus we hebben nu het huis voor ons alleen. We ploffen op de bank in de woonkamer. Ik leun met mijn rug tegen de rugleuning. Niall daarentegen hangt ondersteboven op de bank, dus met zijn voeten over de rugleuning en mijn zijn hoofd op het gedeelte waar je normaal gesproken zit. Samen denken we na.

“We kunnen… een film kijken in de bios?” vraagt Niall.

“Nèh,” zeggen we allebei tegelijk.

“We kunnen…” begin ik, terwijl ik nadenk.

“Brownies maken!” maakt Niall enthousiast mijn zin af.

“Als jij niet al het beslag opeet, zouden we dat inderdaad kunnen doen, ja,” grinnik ik.

“Ik?!” roept Niall uit. Verontwaardigd gaat hij goed zitten op de bank, dus net zoals ik zit.

Met een grijns kijk ik hem aan. “Jij, ja,” zeg ik lachend, terwijl ik een arm om zijn schouder leg.

Dan lopen we samen naar de keuken. Ik ga op het aanrecht zitten. “Dus, wat hebben we allemaal nodig?” vraag ik aan mijn broer.

“Uh, ergens heb ik volgens mij nog wel een recept liggen… hier!” Niall geeft me een papiertje uit een map waar allemaal verschillende recepten staan. Ik lees het lijstje van de ingrediënten door, en we hebben gelukkig alles in huis!

“Zet jij de boter, suiker en de chocolade op het vuur, Niall?” vraag ik aan mijn broer. Ik geef hem de spullen aan, en niet veel later roert hij met een pollepel door de pan.

“Mix jij alles door elkaar? Daar staat de keukenmachine,” wijst Niall. Uit een kastje pak ik een zwarte, glimmende keukenmachine en doe in een kom de eieren en een beetje vanille.

Niall haalt de pan van het vuur. Wanneer dat mengsel is afgekoeld, zie ik mijn broer met zijn vinger in de pan zitten. “Niall!” roep ik lachend. “Niet al het beslag opeten, we hebben ook nog nodig voor de brownies zelf!” Grijnzend kijkt hij me aan, terwijl ik op zijn hand sla. Hoofdschuddend kijk ik hem aan.

Niet veel later hebben we alles door elkaar gemixt en in de bakvorm gegoten. Niall heeft de chocolade die over was, opgegeten. Eerlijk gezegd had ik ook niets anders verwacht.

Op het papier kijk ik hoe lang het browniebeslag in de oven moet. “Heb je de oven al aangezet?” vraag ik aan Niall.

“Yup,” mompelt hij, terwijl hij bezig is zijn vingers af te likken. Het moet er vijfentwintig minuten in, ik ben benieuwd of Niall zo lang voor de oven gaat zitten wachten!

“Ik zet het er wel in,” zeg ik. Uit de la pak ik twee ovenhandschoenen en pak daarmee de bakvorm met het beslag op. Niall trekt het deurtje van de oven open en ik schuif het erin.

“Over ongeveer vijfentwintig minuten moet ‘ie goed zijn!” Zoals ik al verwacht had, gaat Niall inderdaad voor de oven zitten. Hij ploft op de grond, gaat in kleermakerszit zitten en leunt met zijn hoofd op zijn handen.

“Dus… je gaat hier een halfuur zitten?” vraag ik lachend aan mijn broer.

“Jazeker!’ antwoordt hij geconcentreerd.

Hoofdschuddend loop ik met een lach op mijn gezicht de keuken uit. Ik loop de trap naar boven op en ga de muziekkamer binnen.

Tussen het beslag maken voor de brownies door, kreeg ik plotseling een ingeving voor mijn liedje. De tekst wil ik niet vergeten, dus zo snel mogelijk wil ik het graag spelen. Ik weet het: dat is riskant nu Niall thuis is, maar het kan even niet anders.

Van de muur pak ik weer de glimmende zwarte gitaar en ik ga op de pianokruk zitten. Vrij snel heb ik hetzelfde ritme te pakken als de vorige keren, dus het gaat al sneller en makkelijker dan ik had verwacht.

Dan begin ik, héél erg zacht, te zingen. Ik speel nog een poosje door. Ik kijk achter me, naar de piano. Na wat gepingel op de toetsen, heb ik bijna hetzelfde melodietje als mijn gitaar net. Zó graag zou ik piano willen leren spelen, maar ik denk dat ik nooit aan iemand zou durven vragen of diegene het mij wil leren.

De herinneringen vliegen me weer aan van ‘mijn vader’ wanneer ik zacht muziek maakte. Altijd had ik nog gehoopt dat hij het niet zou horen, maar volgens mij hield hij me zo ongeveer altijd in de gaten.

Snel schud ik mijn hoofd in de hoop dat ik er dan niet meer aan denk. Gelukkig helpt het. Over mijn liedje ben ik heel erg tevreden, het is voor de eerste keer dat ik van mijn getokkel ook daadwerkelijk iets heb gemaakt!

De gitaar hang ik weer op aan de haak aan de muur. Zacht neurie ik nog de melodie van het liedje. Ik kijk om me heen. Op een tafeltje in de hoek ligt een stapel papier met een pen ernaast. Daar loop ik naartoe, en ik ga op de kruk zitten.

Mijn pen vliegt over het papier als ik begin met schrijven. De tekst van het liedje die ik bedacht heb, noteer ik op het papier. Gelukkig weet ik alles nog precies. Ik heb alleen nog het refrein en een couplet. Ik ben best tevreden met het refrein, maar het couplet zint me niet.

Even twijfel ik over het de titel. Dan neem ik een besluit. ‘Nothing’ krabbel ik erboven. Niet gek dat deze titel het blijkt te worden, aangezien het echt een aantal keer voorkomt in het refrein. Nadat ik dat heb gedaan, vouw ik het papier dubbel.

Plotseling vliegt de deur open. “Noor! De oven staat te piepen: de brownies moeten eruit!” Verschrikt kijk ik Niall aan. “En hoorde ik je nou zingen net?” vraagt mijn broer enthousiast.

Koortsachtig denk ik na. “Uhh, nee, dat was ik niet. Ik denk dat je het verkeerd gehoord hebt… of zo.” Ik kon niets beter bedenken dan deze slappe smoes, maar ik hoop dat mijn broer er genoegen mee neemt. Hij tilt één wenkbrauw op. “Oké…?”

Met zijn blauwe ogen kijkt hij me doordringend aan. Snel probeer ik iets te bedenken om de aandacht af te leiden van dit gesprek. “Dus… de brownies?” vraag ik met een glimlach op mijn gezicht. Gelukkig werkt het.

“Ja! Kom nou!” Het papier glipt uit mijn handen en belandt bovenop een donker, houten kastje. Mijn broer trekt me zo ongeveer mee: de deur uit, trap af, en naar de keuken. Daar staat inderdaad de wekker van de oven te piepen. Door het raampje kijk ik even of het baksel er goed uitziet, en dan haal ik hem eruit. Ik zet de bakvorm op het rooster, die we al klaar hadden klaar gezet op het aanrecht.

Waarschuwend kijk ik Niall aan. “Het is nog heet, je gaat je vingers branden als je er nu al van eet. En waarschijnlijk je mond ook.”

Grijnzend kijkt hij me aan. “Oké, mam,” grapt hij. Lachend rol ik met mijn ogen.

Als ik de keuken uitloop om tv te gaan kijken in de woonkamer, voel ik Niall zijn ogen in mijn rug branden. Ik plof op de bank.

In mezelf tel ik af: drie, twee, één…

“Noor! Mijn vingers doen pijn! Het is inderdaad nog heet!”

Lachend schud ik mijn hoofd, dit had ik al verwacht. Niall is zo koppig dat hij het ook nog probeert, om van de brownies te eten.

Ik grijns en roep dan naar Niall: “Ik had je gewaarschuwd!”

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro