Hoofdstuk 14

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Nog in haar pyjama en op blote voeten rende Evelyn de gangen van het kasteel door. Ze had op de kalender gezien welke dag het was en had geen geduld meer om op May te wachten. Evelyn werd vandaag acht en ze wist niet eens of er een feest werd georganiseerd. Endrews geboortefeest was nog maar net geweest, maar Evelyn wilde ook zo graag nog een feest voor haar. Zoals voor haar zesde verjaardag.

Dus stormde ze nu over de tapijten in de gangen van het kasteel naar de kamer van haar ouders. Ze vermeed de marmeren vloeren waar geen tapijt overheen lag omdat dan haar voeten koud werden. Ze was bijna bij de kamer van haar ouders, waar Endrew ook sliep. Evelyn vroeg zich af wanneer haar broertje zijn eigen kamer zal krijgen, en waar die dan zou komen. Vlak bij die van haar? Juist dicht bij die van de koning en koningin? Of misschien wel heel ergens anders?

Zonder te kloppen opende Evelyn de deur van haar ouders kamer. Ze liep naar de kant van haar vader en klom op het tweepersoons bed. Haar vader was al wel wakker, maar lag nog lekker te doezelen. Dat vond Evelyn nou een van de meest nutteloze dingen die er bestaan, samen met op tijd naar bed gaan. Als je wakker bent sta je meteen op en je valt op een gegeven moment toch wel in slaap. Waarom zou je nuttig bruikbare tijd verspillen aan proberen te slapen?

'Wat is er meisje?' Vroeg Evelyns vader slaperig. Hij legde een hand op zijn voorhoofd en met de andere probeerde hij zijn deken wat verder op te trekken, maar door Evelyns gewicht lukte dat niet. Een helder blauw oog keek de jonge prinses aan, de andere zat nog dicht en bovendien verscholen achter de gespierde arm van de koning.

'Ik ben vandaag jarig papa, gaan we een feest houden vandaag?' Vroeg Evelyn als antwoord op haar vaders vraag. Ondertussen werd koningin Mary ook wakker van het stemgeluid van haar dochter. Ze drukte zich met haar arm omhoog en keek ook naar haar dochter. Haar vrije arm legde ze op die van haar echtgenoot toen ze Evelyn antwoord gaf.

'We hebben nog maar een paar weken geleden voor Endrew een feest gegeven, we zullen nu niet iets groots voor je kunnen organiseren' zei de koningin met een liefdevolle en bezorgde blik in haar groene ogen. De koning knikte met het verhaal van zijn vrouw mee.

'Je moeder en ik zijn heel erg moe. Endrew heeft midden in de nacht melk nodig en hij moet nog leren om goed te slapen. We worden 's nachts steeds wakker gemaakt door hem' vulde de koning het verhaal aan. Evelyn begreep haar ouders. Ze had aan May van alles gevraagd over wat er kwam kijken bij haar nieuwe broertje, en ondanks dat May zelf geen kinderen had kon ze haarfijn vertellen wat er bij een kind kwam kijken.

'Hebben jullie wel een cadeautje voor me? Vroeg Evelyn voorzichtig. Het laatste wat ze wilde was haar ouders kwetsen, maar een kind kon je niet zonder cadeaus laten zitten op een verjaardag.

'Je krijgt vanmiddag een cadeau van ons en we kunnen straks uitgebreid gaan ontbijten. Maar ga nu maar weer terug naar je kamer, May zal wel op je wachten' antwoordde de koningin. Evelyn knikte en liep zich weer van het bed af glijden. Ze gluurde nog even naar haar broertje in de koninklijke, met goud afgezette wieg, maar ze kon eigenlijk niets van hem zien. Daarna liep ze de gang weer op, waarna de deur achter haar werd dichtgetrokken door een bediende.

Evelyn rende niet meer, maar ze liep met een lichte en rustige tred door het kasteel dat tot leven was gekomen. Het wemelde op de gangen van de wachten die hun collega's afwisselde die de vroege ochtenddienst erop hadden zitten, om tot de lunch op de wacht te staan. Toen Evelyn in de buurt van de gastenkamers kwam zag ze ook veel bedienden, die ook in de gangen bij de slaapkamer van haar ouders en waarschijnlijk ook die van haar rondliepen. In de gastenkamers sliepen altijd wel mensen, hoewel Evelyn over het algemeen geen idee had wie er precies sliepen.

De kleine prinses kwam nu niet langs die ziekenvleugel, maar uit ervaring wist ze dat er daar ook altijd veel bedienden rondliepen. Zusters, dokters of gewoon wasvrouwen die schoongewassen handdoeken of linnen kwamen brengen. Eigenlijk was het overal in het paleis altijd wel gezellig druk, behalve 's nachts als iedereen sliep.

Evelyn had de vertrekken van bedienden en wachten nog nooit met haar eigen ogen gezien. Wel had May haar er over verteld. De prinses wist dat het gangenstelsel van de bedienden een ingewikkeld doolhof van kleine en nauwe gangetjes was dat zich voornamelijk tussen muren en in vloeren bevond. Ook wist ze dat de vertrekken zich helemaal beneden in het paleis bevonden, een verdieping onder de voorraad- en schuilkelder maar boven het niveau van de kerkers.

In haar kamer staat May inderdaad al te wachten. Evelyn ging snel voor haar spiegel zitten zodat May haar haren kon doen, maar de oude vrouw liet haar met een hand weer van de stoel afkomen. Nu pas zag ze dat May's linkerhand half achter haar rug verstopt was. Daaruit kon de prinses concluderen dat May een cadeautje voor haar had.

'Gefeliciteerd met je achtste verjaardag, Evelyn' zei May terwijl ze het met krantenpapier ingepakte pakketje achter haar rug vandaan haalde en haar hand richting Evelyn uitstak. De kleine prinses kreeg een grote glimlach op haar gezicht en pakte voorzichtig het cadeautje aan, alsof ze niet goed wist of ze het wel aan mocht pakken. Maar toen May bevestigend knikte maakte Evelyn de strik in het prachtige roze lint, dat May al best wat geld had moeten gekost, los. Uit het krantenpapier kwam een prachtige ketting tevoorschijn in dezelfde kleuren als de speld die May Evelyn twee jaar geleden had gegeven. Evelyn keek naar de speld en daarna weer terug naar de ketting. Daarbij passeerde haar blik de jurk die May voor haar had klaargelegd, hij paste in kleur precies bij de twee sieraden.

'Bedankt May' zei Evelyn en met de ketting nog in haar hand gaf ze May een dikke knuffel. De oude kamerdame wist duidelijk even niet wat ze er mee aan moest, maar na enkele seconden sloeg zij haar armen ook om het meisje heen.

'Laten we je gaan aankleden' zei May nadat ze ongeveer iets langer dan een minuut hadden staan knuffelen. Evelyn knikte, liet May los en klom weer op haar stoel. Terwijl May haar haren borstelde en opstak zat Evelyn haar ketting te bewonderen. Ze liet het krantenpapier met het lint uit haar handen op de grond glijden en keek naar de druppelvormige glazen hanger aan de ketting. Er was met verschillende kleuren groen, blauw en turquoise en wat transparant glas gewerkt. Het gas de indruk van de zee die alle eilanden van Nista omringde.

Evelyn wierp ook een blik op de speld die in een hoek van de tafel lag vlak voordat May hem oppakte om in Evelyns haren te steken. Als haar nieuwe ketting de zee was, was haar speld de bosmeertjes waar ze in de zomer wel eens ging zwemmen. Met meer groen, en een wat donkerder blauw. Alsof het overschaduwd werd door de bomen rond het meertje.

'Zal ik de ketting bij je omdoen of kan je dat zelf?' Vroeg May aan Evelyn toen de speld veilig in het haar van de prinses zat. Evelyn keek even naar haar mooie ketting en twijfelde. Ze wilde het heel graag zelf doen, maar de kans was dat de nieuwe ketting kapot zou gaan.

'We doen het samen, jij helpt mijn handen' besloot de jonge prinses uiteindelijk. May knikte en sloot haar oude, eeltige en gerimpelde handen om de zachte handen van Evelyn. Samen brachten ze de ketting naar Evelyns hals en May sloot heel vaardig de sluiting.

'Nu je jurk' besloot May toen de ketting goed gesloten was. Evelyn stapte, voorzichtig met haar nieuwe ketting, van haar stoel af en liep naar de kast waar May de jurk had klaar gehangen. May hielp de prinses voorzichtig en op aanwijzing van Evelyn in haar jurk. Evelyn vond hem prachtig staan bij haar ketting en speld, hoewel ze die achterop haar hoofd natuurlijk niet kon zien. Ze liep naar de spiegel en bekeek zichzelf goed.

'Wat ben je mooi, Evelyn' zei May.

'Ik zie er bijna uit als een koningin' besloot Evelyn. May knikte langzaam en Evelyn straalde, ze zag niet dat er een schaduw over May's bruine ogen gleed. De prinses draaide rondjes voor de spiegel waarbij alle laagjes van haar jurk over elkaar bewogen en de jurk leek te leven.

'Laten we naar de zitkamers gaan, je ouders hebben mij gevraagd om jou daar te brengen' zei May. Evelyn knikte en pakte May's hand vast. Evelyn merkte toen ze over de trappen met tapijten naar beneden liepen, dat de oude vrouw en tegelijkertijd ook haar vertrouwelinge niet meer zo soepel liep. Haar stappen werden wankel en haar knieën leken niet meer goed mee te werken. May was al erg oud, dat wist Evelyn. Het was haast wonderbaarlijk dat ze nog leefde, als May ergens anders, waar dan ook, dan het koninklijk paleis had gewerkt, was ze hoogstwaarschijnlijk al lang overleden.

Het idee dat May binnenkort zou overlijden kwam nog niet bij Evelyn op, hoewel het in haar onderbewuste voor de jonge prinses altijd al duidelijk was geweest dat May haar nooit helemaal volwassen zou kunnen zien worden. Ze had nog geluk, de meeste ouders op het platteland zagen hun eigen kinderen niet eens volwassen worden.

Ook had Evelyn er nooit over nagedacht dat het een geschenk van de goden moest zijn dat Endrew en Mary de bevalling overleefd hadden. De koningin was eenmaal ook de jongste niet meer en zo'n late bevalling kostte ook veel vrouwen het leven. Net als veel ziektes die door Nista's platteland en havens krioelde.

Kortom, eigenlijk had Evelyn er nog nooit over nagedacht hoe veilig ze was binnen de muren van het paleis. Hoe veel liefde ze kon krijgen, omdat de muren van het kasteel niet alleen eventuele vijanden en sluipmoordenaars, maar ook ziektes en jonge sterfte buiten hielden. Pas nu, op haar achtste verjaardag begon het Evelyn te dagen dat ze geluk had. Ergens in een klein achterhoekje van haar hoofd besefte ze ook dat haar positie iets aan her leiden van haar volk kon doen, maar dat besefte ze zich niet genoeg. Dat zal later komen, wanneer ze voor die gedachtes klaar was. Wanneer ze klaar was om dingen te veranderen.

May en Evelyn kwamen aan bij de zitkamer die haar ouders hadden uitgekozen. De koning en koningin waren er nog niet. May vroeg aan een jong meisje – ze kon amper ouder dan zeventien zijn – of ze even bij Evelyn kon blijven tot haar ouders arriveerde en zei tegen Evelyn dat ze op de bank moest gaan zitten. Daarna verdween May weer, het meisje ging naast de deur staan en Evelyn klom op de bank, waarna ze naar het schilderij aan de muur keek.

De prinses en het dienstmeisje zaten in de zitkamer met het thema van de zee. De bank en stoelen waren blauw, net als de salontafel die zelfs golvende randen had. Het tapijt was turquoise en de muurschilderingen beeldde de zee uit. Het plafond was zandkleurig, net als de bovenkant van de muren. Het strand waar de zee op spoelde. Het was geschilderd met alle tinten blauw en wit die je maar voor mogelijk zou kunnen houden, en Evelyn kon niet beseffen hoe veel tijd, werk en geld alleen het beschilderen van deze zitkamer al zou hebben gekost.

Evelyn hoorde niet dat haar ouders de kamer binnenkwamen, pas toen het dienstmeisje zachtjes 'hoogheden' zei keek wist Evelyn dat haar ouders er waren. Ze keek om en zag nog net het meisje de gang in verdwijnen, weer verder waarmee ze bezig was.

'Gefeliciteerd Lin' zei de koningin en ze liep op Evelyn af. Koning James had Endrew vast en koningin Mary had haar handen achter haar rug, ze had natuurlijk een cadeautje vast. Maar de koningin haalde haar armen niet achter haar rug vandaan om Evelyn een cadeautje te geven, maar ze zakte door haar knieën om Evelyn een knuffel te geven. Evelyn sloeg haar armen ook om die van haar moeder. Heel even dacht ze dat ze geen cadeau kreeg, maar toen voelde ze iets in haar rug prikken en ze wist dat haar moeder toch nog iets vast had.

'We willen je ook nog een cadeau geven, meisie. Misschien niet zo mooi als twee jaar geleden, maar we hopen dat je het mooi vind' zei de koning. Koningin Mary stond weer op en haalde nu haar handen wel achter haar rug vandaan om Evelyn een cadeau te geven. Er zat geen strik of papier omheen, maar het was een niet al te groot en langwerpig leren doosje. In bladgoud stond er op de bovenkant "Magran juwelen". Evelyn kende de juwelier waarvan dit doosje kwam, het was de beste van heel Nista en de familie Magran leverde altijd hele mooie spullen. Voorzichtig maakte Evelyn het doosje open, sloeg het zijden doekje opzij en zag een prachtige pen liggen. Met een kopje van ijzer, een pen van glas, aan de achterkant een geslepen edelsteen – waarschijnlijk kristal, misschien zelfs wel diamant – en Evelyns volledige naam in bladgoud. Bij de pen in het doosje zat ook een potje inkt, waar Evelyns Initialen op stonden.

'Je hebt nu goed leren schrijven, Lin. Daarvoor heb je natuurlijk ook een goede pen nodig, helemaal voor jou alleen' zei Mary toen haar dochter de pen aan het bestuderen was. Evelyns ouders hadden ook allebei zo'n pen. Haar vader had hem ook gekregen toen hij net goed kon schrijven en haar moeder had hem gekregen als huwelijkscadeau. De kersverse koningin kon toen nog amper schrijven, was Evelyn verteld, maar dat zou ze snel genoeg leren. Met die twee pennen waren ondertussen vele documenten en handelsovereenkomsten getekend.

'Bedankt' zei Evelyn verwonderd tegen haar ouders. Ze had niet gedacht dat ze al goed genoeg kon schrijven voor haar eigen pen. Tijdens de lessen liet ze haar pen nog wel eens vallen, wat als ze dat met deze glazen pen zal doen? Dan was hij zeker weten kapot. Evelyn besloot voortaan zo veel mogelijk met een gewone pen te schrijven, dan gebruikte ze haar glazen pen voor belangrijke documenten die ze later misschien moest ondertekenen.

'Ik zal er heel voorzichtig mee zijn' beloofde Evelyn, waarna ze de deksel weer op het doosje zette en hem stevig in haar handen vasthield. Koningin Mary keek liefdevol naar haar dochter, maar werd door Endrew uit het moment gehaald. Evelyns broertje was wakker geworden en dat kondigde hij aan met gehuil. Het was een vervelend en hard geluid. Evelyn wilde haar handen het liefst tegen haar oren drukken, maar toen voelde ze het leren doosje met de glazen pen in haar handen. Die moest ze stevig vasthouden. Nu moest ze naar Endrews gehuil luisteren, maar toen ze bedacht dat haar ouders dit elke nacht hoorde, viel het heel erg mee.

'Laten we gaan eten, Evelyn' zei koning James. Hij droeg Endrew over aan koningin Mary en pakte daarna zijn dochter bij de hand. De koningin en de prins liepen de trap op naar boven, en de koning en de prinses liepen naar de eetzaal. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro