Hoofdstuk 30

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ze moest een nieuwe naam bedenken. Het moest een leuke zijn, niet te veel op haar echte naam lijken, maar May en Ave moesten hem wel snappen. Lin was al weggestreept, als de koningin de brieven die Evelyn naar May en Ave ging sturen in handen kreeg, wist ze dat ze van haar kwamen. Ook namen zoals Anna, Melanie, Lucy, Ariane, Emelie of Isabelle, die helemaal niet op Evelyn leken, waren weggestreept. May en Ave zouden niet snappen dat de brief van Evelyn kwam.

Eva, Lydia, Elin, Aelin, Aeline Evi, Filine, Philine en Nylene stonden nog op haar lijst. Lydia was niet duidelijk genoeg, daar ging een streep doorheen. Filine was niet echt een naam, net als Nylene. Van Aelin, Aeline en Philine was de uitspraak wel duidelijk, maar de spelling niet. Eva, Elin of Evi. Er waren nog maar drie opties over.

Alle drie de namen spraken haar aan. Ze waren simpel en geschikt voor gewone meisjes, maar uiteindelijk besloot Evelyn om de naam Evi aan te nemen. Een naam die werd gebruikt voor plattelandsmeisjes, maar ook voor rijkere meisjes. Oorspronkelijk kwam de naam uit Orthnib, dus ze kon ook nog doen dat ze daar vandaan kwam.

Evelyn had al papier en enveloppen in een kastje gevonden, samen met een pen. Ook had ze al besloten om zich als achternichtje van May voor te doen en als meisje waarmee Ave bij het meisjestehuis zat. Ze wist dat het belangrijk was om je brieven zo gecodeerd te houden als je kan, want Evelyn wist dat de boodschappers ze graag lazen om te roddelen.

Lieve tante May Holly,

Begon Evelyn de brief aan May. Ze scheef over haar ouders, twee mensen die ze op de stamboom had gezien, en dat die haar gestuurd hadden om haar tante te zien. Ze had de locatie van May's huisje gekregen, maar had gezien dat ze niet thuis was. Ze had begrepen dat ze in het kasteel werkte en dus deze brief geschreven. Ze sloot af met;

Groeten,
Je lieve achternichtje Evi

Daarna begon ze de brief aan Ave. Daarin schreef Evelyn over een mogelijke adoptie in Hill en dat ze haar graag zou willen zien voordat ze geadopteerd zou worden. Ze stopte in beide brieven genoeg hints naar haarzelf en de locatie waar ze zich bevond. Ook schreef ze in hints dat ze in May's huisje wel uit zou leggen wat er allemaal was gebeurd.

In May's kast vond ze een simpele mantel die ze omsloeg. Ze zou richting Hill lopen, daar een boodschapper zoeken en hem de brieven laten bezorgen. Ze zou geen eten kopen, want dat had May liggen, en ze had gevraagd of de oude vrouw wat eten mee kon nemen als ze zou komen. Ze moest zo kort als mogelijk onder de mensen zijn, want ze moest niet herkend worden.

Evelyn had geen idee hoe het eraan toe ging. Was er al een grootschalige zoekactie opgezet? Of hield de koning het nog geheim? Misschien hadden ze Forels lijk nog niet eens gevonden, of wel, en dachten ze nu dat ze meegenomen was door de demonstranten. Misschien waren de demonstranten er nog en misschien waren de koning, koningin en Endrew vermoord en was zij de enige van koninklijken bloede die nog leefde.

Ze had er nog niet aan gedacht of het dorp nog wel bereikbaar was en of het kasteel niet al uitgemoord was. Evelyn had de hele tijd aangenomen dat de demonstranten weg waren en alles veilig was. Gelukkig kon ze het dorp in de verte al zien en stond bij de eerste huizen een boodschapper.

'Wat kan ik voor u doen mevrouw?' vroeg de boodschapper vriendelijk. Het was een jonge man, een paar jaar ouder dan Evelyn. Ze pakte de brieven uit de binnenzak van haar mantel en overhandigde die aan de jongen.

'Ik zou graag deze brieven bezorgd hebben. Het adres staat erop. Ook zou ik willen weten wat er hier gisteren is gebeurd, ik was op de Hertsheuvel toen ik geluid hoorde vanaf het kasteel. Jij ziet eruit als iemand die me dat wel kan vertellen' zei Evelyn terwijl ze probeerde haar stem volwassener te laten klinken. Ze wist zeker dat de Hertsheuvel gisteren veilig was gebleven, dus kon ze die makkelijk als haar locatie doorgeven.

'Het kasteel was gisteren omsingeld door boze boeren. Ik heb het zelf niet gezien, maar volgens de geruchten hadden de boeren huursoldaten ingehuurd om het kasteel te overvallen. Ze zijn het kasteel niet binnengekomen zover wij weten. De rijken laten niets los, dus we weten niet of en wanneer ze weg zijn gegaan. Het gerucht gaat wel dat de prinses niet thuis was toen het gebeurde, maar dat gelooft niemand' vertelde de jongen.

'Nee, de prinses zou wel veilig binnen zitten. Ik ga ervan uit dat je deze brieven veilig bezorgd en nog bedankt voor de informatie' zei Evelyn. De jongen knikte en bekeek de adressen van het kasteel en Ave die op de enveloppen stonden. Evelyn draaide zich weer om en liep het bos weer in. Toen ze nog een enkele keer omkeek zag ze de jongen inderdaad de brieven lezen, ze was blij dat ze eraan gedacht had om het niet te duidelijk te maken.

Terug in het huisje van May pakte Evelyn een appel en begon hem op te eten. Ze besloot meteen te beginnen met de haarband vlechten, want ze had last van de korte blonde lokken. Dus zodra het klokhuis van de appel buiten op de composthoop belandde, liep ze naar de wapenriem toe en haalde de haren uit het tasje. Die ochtend had ze het broodje genuttigd en dus was het tasje helemaal leeg op de haren na.

Ze begon met de haren wassen. Ze had een schoon stuk genomen, maar alsnog zat er bloed aan en viezigheid uit Forels lege stal. Evelyn zorgde dat ze de haren stevig vasthield terwijl ze met haar andere hand alles eruit waste. Een deel in haar vond het jammer dat er dan geen geur meer was aan de haren, maar Evelyn wist dat het gevoel goed genoeg was.

Nadat de haren ook gedroogd waren legde Evelyn ze op tafel. Eerlijk gezegd had ze geen idee hoe ze moest beginnen. Dus zocht ze een borstel van May en kamde tot de haren glommen. Ze had nog steeds geen goed idee hoe ze moest beginnen, maar besloot te meten of de haren om haar hoofd paste. Dat deden ze heel ruim, en daar was Evelyn blij mee. Als haar hoofd dan groter zou worden, zou ze de haarband nog steeds kunnen dragen.

Uiteindelijk had ze een plan bedacht dat misschien wel ging werken. Evelyn gebruikte een van de kortere haren om de bos bij elkaar te binden en daarna begon ze voorzichtig te vlechten. Ze kon best een beetje vlechten, want dat had ze van May geleerd. Maar dit was lastiger dan in haar eigen of Ave's haren. Omdat het uiteinde nergens aan vast zat, kon ze niet aan de plukken trekken om er een strakke vlecht van te maken, waardoor het niet zo mooi werd.

'Moet ik je daarmee helpen meisje?' klonk ineens een stem. Evelyn keek op na de zoveelste poging om de vlecht goed te krijgen. Ze had de deur van het huisje niet open horen gaan, maar hij was het toch echt.

'May!' riep Evelyn. De oude vrouw stond in de deuropening van haar huisje en had zo te zien een hele wand vol met eten bij zich. Evelyn keek naar het bos achter haar kamerdame en zag niets van wachters van het kasteel die naar haar op zoek konden zijn. May zette haar mand neer en opende haar armen. Dat was de druppel voor Evelyn, ze liet Forels haren liggen en rende op May af. Daarbij viel de stoel waar ze op had gezeten omver gegooid, maar dat maakte niet uit. Evelyn stortte zich in May's armen en de oude vrouw nam de omhelzing liefdevol aan.

'Kom maar meisje, laten we even gaan zitten' zei May toen ze merkte dat Evelyn haar tranen liet lopen. Evelyn werd naar een van de luie stoelen, waar ze op schoot bij May ging zitten. Als een klein meisje dat getroost moest worden, maar hoe stoer en volwassen ze zich gisteren ook gevoeld had, nu had ze behoefde aan de troost van May.

'Ach meisje toch, wat is er gisteren allemaal gebeurt? Ik las je brief en ben met genoeg eten op zak naar je toe gekomen' zei May liefdevol terwijl ze met haar hand door Evelyns korte haar gaat. Evelyn haalt diep en trillend adem, maar het helpt niet. Nu ze eindelijk het gevoel heeft dat ze veilig is komen alle tranen die zich opgehoopt hadden eruit.

'Of zal ik eerst mijn verhaal vertellen' stelde May voor. 'Ik denk dat dat beter is, of niet?' Evelyn knikte, niet in staat woorden uit haal keel te krijgen. Ze zou haast vergeten dat May gisteren ook een heftige dag had gehad, waarschijnlijk had de oude vrouw zich de hele tijd afgevraagd waar Evelyn was, of ze veilig was.

'Gisteren was een van de spannendste dagen die ik heb meegemaakt, moet je weten' begon May. 'Jij was er niet toen ik 's ochtends in jouw kamer kwam. Ik heb geen alarm geslagen, maar toen de demonstratie uit de hand liep na lunchtijd en ze de kasteelmuren omsingelde ben ik naar je ouders toe gegaan en heb verteld dat je vermist was' ging ze door.

'Je kon niet zeggen dat ze zich zorgen maakte, maar dat kwam waarschijnlijk door alle stress van de gebeurtenissen. Je ouders en Endrew werden in de koninklijke slaapkamer geplaatst met veel beveiliging. Ik ben samen met de meeste bedienden naar beneden gegaan en we hebben het gevaar afgewacht' vertelde May.

'We kregen af en toe nieuws van boven, maar er kwam geen enkel nieuws over jou. Je was vermist, maar je was niet gegijzeld door de demonstranten en er was geen nieuws dat je dood was. Hoewel ik wel heb gedacht dat je dood moest zijn.' May pinktje een traantje bij haar ooghoek weg in een poging Evelyn niet te laten zien hoe emotioneel ze van het verhaal werd.

'Maar ik was ook bijna dood May. Ik was ook bijna dood. Ik- ik- ik heb mannen dood zien gaan. Ik heb hoofden op stokken gezien. Forel is dood. Hij is dóód, May. Dood, weg.' bij elk woord werd Evelyns stem hoger, piepende en harder. De laatste woorden schreeuwde ze er hees uit, waarbij haar tranen haar gezicht doorweekte. Haar hand klemde zich om de plek van haar hart, het deed bijna pijn om aan Forel te denken. Om meerdere keren hardop uit te spreken dat hij verdwenen was. Haar nooit meer zou kunnen troosten, nooit meer zou galopperen over het brede bospad, nooit meer zou zwemmen in het meertje. Forel was, en dat weigerde Evelyn te aanvaarden.

'Ach meisje' zei May, die zo overrompeld was door deze openbaringen dat ze niet zo goed wist hoe ze moest reageren. Ze aaide troostend als een liefdevolle moeder met haar warme hand over Evelyns rug terwijl Evelyn alles eruit gooide. Zes jaar lang van Forel haar pony geweest en ze had nooit een betere vriend gehad. Hoewel ze nooit met Forel heeft kunnen communiceren, heeft Evelyn altijd het gevoel dat hij haar begrijpt, begreep.

'Een meisje van twaalf zou dat niet moeten zijn, niemand zou dat moeten zien' zei May. De oude vrouw wist nog steeds niet goed wat ze moest zeggen en de emoties werden haar ook te veel. 'Ik wist niet dat jouw dag zo heftig was geweest. Heb je behoefte dat je mij erover verteld?' Vroeg May.

'Nee' fluisterde Evelyn. Ze had hoofdpijn van het huilen en voelde zich alweer moe genoeg om nog een nacht te slapen.

'Zal ik je dan helpen met waar je mee bezig was? Het zag eruit dat het niet helemaal lukte' stelde May voor. Evelyn knikte en klom voorzichtig van haar schoot af. Ze liep naar de tafel, zette haar stoel weer overeind en daarna kwam May naast haar zitten.

'Dit is zijn haar, of niet?' vroeg May. Ze noemde Forels naam niet, maar Evelyn wist precies over welke hij ze het had. Ze knikte en er liep nog een traan waarvan ze niet wist dat die er nog was over haar wang.

'Wat als ik het haar nu aan de bovenkant stevig vasthoud, dan kan jij vlechten' stelde May voor. Evelyn knikte en ging weer zitten. May pakte de strengen stevig vast in haar hand en Evelyn begon in stilte te vlechten. Eerst was ze nog voorzichtig, maar later merkte ze dat ze wel wat harder kon trekken.

May knoopte aan het einde de twee uiteinden bij elkaar met een stuk touw en vond ook nog wat lijm dat ze ertussen plakte. Daarna pakte ze de haarband om Evelyns hoofd, waar hij omheen paste. Nu kon Evelyn haar lokken makkelijk uit haar gezicht houden.

Evelyn deed nog steeds moeite om niet te huilen. May gin op de bank zitten en nodigde het meisje geluidloos uit om bij haar te komen zitten. Evelyn kroop in stilte en zonder tranen bij de oude vrouw op de bank, waar ze zich helemaal opkrulde.

Het duurde lang voordat een van de twee de stilte verbrak, maar het was precies de tijd die Evelyn nodig had. Het was May die de stilte verbrak, met de mededeling dat ze wat te eten voor Evelyn zou maken. Evelyn bleef met har armen om haar knieën en haar hoofd hangend op de bank zitten.

Nog steeds in stilte at Evelyn haar brood op, maar ze werd alweer steeds rustiger. Het proces van rouw zou nog wel wat langer duren, maar af en toe kon ze het even accepteren, kon ze accepteren dat Forel er niet meer was, dat ze hem bruut vermoord had zien worden.

'Ik heb hoofdpijn, May' zei Evelyn. Ze had gehuild totdat er geen tranen meer over waren, ze had zelfs door gehuild tot er amper vocht in haar lichaam te vinden was.

'Dat komt van het huilen, meisje' antwoordde May, die haar bord op de tafel voor haar legde en met haar hand rustgevend over Evelyns rug wreef. 'Maar het komt allemaal weer goed. Straks drink je wat, en misschien slaap je nog wat of loop je even een rondje buiten. Je zal nog wel lang verdrietig blijven' legde May uit.

'Dat weet ik' zei Evelyn. 'Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog blij wordt' voegde ze daaraan toe. Ze stond op en liep naar de kraan met stromend water, waar ze een glas schoon water nam dat ze dronk. Het voelde al een stuk beter, met meer vocht in haar lichaam.

'Ave komt denk ik zo ook, ik hoop dat ze komt' vertelde Evelyn aan May. 'Maar ik denk dat ik eerst nog even ga slapen, je mag me wakker maken als Ave er is' voegde het meisje daaraan toe.

'Dat is goed, Evelyn. Ga maar lekker slapen' zei May. Evelyn liep naar de slaapkamer en trok daar haar schoenen en vest uit zodat ze in haar hemd en broek was. Daarna haalde ze de haarband van haar hoofd en dook ze May's bed in, dit keer wel onder de deken. Het duurde niet lang of ze was vertrokken. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro