De stukjes aan elkaar rijgen

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Drie dagen later bewonderden het hele team het nieuwe stadion. Mijn ogen blonken en we besloten om onze eerste dag terug samen op een veld niet meteen te spelen. 

De dag daarop trok ik naar mijn huisje om mijn bezem te halen. Eenmaal binnen in het sombere huis viel mijn blik op mijn oude hutkoffer. Een laagje stof had zich op het deksel gevormd. De koffer bevatte talloze brieven die ik nog steeds woord voor woord uit het hoofd kende. Ik liet me op mijn knieën zakken naast de koffer. Voorzichtig , alsof hij uit elkaar zou vallen, duwde ik het deksel eraf. Ik bladerde door de oude brieven en vond een oud krantenartikel: Zweinstein wint voor het eerst het WK Junior. Onder de titel stond een grote foto. Ik had mijn arm over Draco’s schouder en Draco’s vingers kwamen rond mijn heup. Fred en George’s lachende gezichten torende boven me uit.

 Ik staarde naar Draco’s gelukkige gezicht, zijn ogen bewogen van de lens naar mijn gezicht en weer terug. Ik voelde me nog steeds schuldig. Mensen die niet geloven dat je jaren kan rouwen hebben nog niet in mijn situatie gezeten, op afstand is alles makkelijk, maar bij mij hier in realiteit heb ik mijn vriendje bedrogen. Een bedrog dat leidde tot zijn dood. Niet Voldemort, maar ik had Draco gedood. Nog steeds rouwde ik om de tienerjongen die mijn wereld op zijn kop gezet had. Ik bergde het artikel zorgvuldig weer op en haalde mijn bezem uit de kast. Het hout voelde vreemd onder mijn vingers en ik vroeg me af of ik zelfs nog zou kunnen vliegen. 

Toch stapte ik de volgende dag op mijn bezem met een warm en bekend gevoel. Vliegen verleer je niet, zoveel was duidelijk. Na een heerlijke en luchtige training, praatten we enthousiast na in de gloednieuwe cafetaria. De cafetaria was nog niet open voor publiek, dus konden we rustig en vrijuit praten. Molly, Arthur en Severus waren er ook. Severus zat er rustig bij, maar de glinstering in zijn ogen verried dat hij net zo enthousiast was als de anderen. Toen Perkamentus iets later de cafetaria binnen stapte, werd het meteen stil.

Het schoolhoofd leek zich niet bewust van de spanning die zijn bezoek teweeg bracht. 

"De kinderen doen het prima!" zei hij luchtig tegen Ginny en Hermelien. Een zucht van opluchting verliet hun lippen. Perkamentus richtte zich nu kalm tot mij. "Ik zie dat jij je weer beter voelt dan de laatste keer." Onzekerheid kolkte in mijn maag. Ik wist waar hij op aan stuurde. Ik werd sterker, omdat mijn voorbestemde ziel weer dichterbij was. Ik schuifelde ongemakkelijk en Fred nam troostend mijn hand vast. Ik keek de oude man aan. Zijn blauwe ogen stonden geamuseerd en zelfvoldaan. Als enige scheen hij niet te merken dat de terugkeer van Draco ook andere gevolgen zou hebben.

Het nieuws dat ik samen met Harry en Kruml een nieuw team zou starten was snel gelekt. Niemand twijfelde aan Lucius' aandeel daarin. Nu de ogen zo op ons gericht waren, kwam Perkamentus bevestigen wat ik vermoedde:

"Draco is bij Hayat gearriveerd", meldde hij. Mijn kalme reactie deed hem zijn hoofd kantelen. Hij vond het bijzonder dat ik het geweten had. Hij wou meer weten en begrijpen, maar ik had al lang geleden beslist dat ik hem daar niet mee zou helpen. "Wil je graag op bezoek gaan?" vroeg hij hoopvol. Ik schudde mijn hoofd.

"We hebben het een beetje druk op het moment, Albus. Hayat heeft ons verteld dat het nog jaren zou duren voor hij een echte vorm zou hebben. Het zal nu vast niet op een week aankomen", antwoordde ik koeltjes. Hij opende zijn mond om daar tegenin te gaan, maar ik stond op. "Nu ben ik moe en ga ik naar huis. Bedankt voor je boodschap!" Fred stond snel mee op en liep met me mee naar het haardvuur. George bleef ongemakkelijk op zijn stoel zitten. 

"De tovertweeling fopshop!" riep ik met een licht bevende stem terwijl ik de brandstof liet vallen. Ik stapte het haardvuur trillerig uit in de winkel. Fred stapte meteen na me het vuur uit en hij trok me tegen hem aan.

"Oh Joanne", fluisterde hij. Ik liet me dankbaar door de warmte van zijn omhelzing vullen. "Je had gelijk", zei hij stil, terwijl hij me zachtjes wiegde. Ik snikte en deed geen moeite om te antwoorden. De échte reden dat ik niet naar Hongarije wou gaan, was angst. Angst voor Draco's reactie op mijn leven met Fred. Angst dat ik zelfs aan een vormloze aanwezigheid van zijn ziel zou bezwijken en mijn hele leven aan de kant zou schuiven om weer bij hem te kunnen zijn.

"Ik hou van je, Fred", fluisterde ik en hij hield me nog steviger vast.

"Ik hou ook van jou!"

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro