13 ~ De koningin der duisternis

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Brenn keek niet op toen ze het luikje aan de deur van haar cel hoorde openschuiven. Haar hoofd hing naar beneden en ze hield haar ogen gesloten.

Ze had de fut niet meer om erom te geven dat ze haar weer zouden martelen. Met haar polsen aan de muur gebonden, sliep ze nog slechter dan ze op de vloer had gedaan. Daarnaast had ook haar laatste aanvaring met de schaduwkoningin een enorme hap uit haar energie genomen.

Nesta verwachtte niet dat de deur zomaar zou meegeven, maar dat deed hij wel. De alarmbellen begonnen eindelijk te rinkelen in haar hoofd. Ze had geen tijd meer te verspillen. Ze moest de vrouw losmaken en zien buiten te geraken. Met haast.

De brunette die ze voor zich aan de muur zag hangen, leek in niets op de heks die ze zich had ingebeeld. Ze had geen haakneus en geen scherpe nagels, ze droeg geen donkere kleren en ze was ook nog niet zo oud als Nesta had verwacht. Natuurlijk had haar moeder haar altijd wel verteld dat de heks van haar leeftijd was, maar in Nesta's hoofd was het al snel vervormd naar het stereotype beeld van een oude vrouw die in vergif handelde.

Toen Brenn eindelijk opkeek, werden haar ogen groot. Ze opende haar mond, maar aarzelde eerst, voor ze iets durfde te zeggen. 'Avé- nee. Dat kan niet.'

Ze kneep haar ogen tot spleetjes, in een poging het meisje zo beter te kunnen zien. Ze was te jong en te smal en haar ogen waren te blauw om Avélie te kunnen zijn. Ze vroeg zich af of de vermoeidheid haar deed hallucineren.

Zelfs na achttien jaar zou ze haar ex-vriendin nog uit duizenden herkennen. Ze achtervolgde haar nog steeds in haar nachtmerries, samen met de schaduwkoningin. Ze wist niet wie van de twee ze meer haatte.

'Nesta,' antwoordde de tiener. Er lag argwaan in haar blik, maar die probeerde ze te maskeren met een nerveuze glimlach. 'Ben jij de heks van Asedel?'

Brenns gezicht vertrok, toen ze de negatieve bijklank in haar woorden hoorde. Ze knikte langzaam. 'En jij bent Avélies...?'

'Dochter.'

Het meisje had evengoed een emmer ijskoud water over Brenns hoofd kunnen gieten. Verbluft bleef ze haar aankijken. Ze vroeg zich af of het meisje echt was of een illusie die aangestuurd werd door Liora.

Ze zei niets meer, maar hield Nesta nauwlettend in de gaten. Ze verwachtte ergens een teken te zien dat het meisje gemaakt was van magie, iets zoals een lichte hapering of een onnatuurlijke gloed in haar irissen.

Nesta liep dichter naar de heks toe. Haar hart ging als een gek tekeer. 'Ik ben hier om je te redden.'

Oncomfortabel verlegde Brenn haar gewicht van haar ene voet naar haar andere en verschoof ze haar handen, voor zover dat ging in de boeien. 'Hoe weet ik dat je echt bent?'

Het meisje fronste. 'Echt? Wat zou ik anders zijn?'

'Magie? Een nieuwe manier van Liora om me te breken.'

Nesta keek haar schaapachtig aan. 'Wie is Liora? Waarom zou ik magie zijn?'

Brenn kon wel huilen. Ze schudde uitgeput met haar hoofd en besloot ervan uit te gaan dat het meisje echt was. Als de schaduwkoningin een illusie van Avélies dochter had gemaakt, dan had die angstiger gereageerd bij het horen van Liora's naam.

De heks knikte richting de deur. 'Ga terug naar je moeder. Ik heb je hulp niet nodig.'

Nesta bleef staan. Er zat geen zichtbaar slot aan Brenns boeien. Ze voelde eraan met haar vingers, maar ze vond nergens een gat of opening.

'Ze zijn betoverd. Ik krijg ze niet open, maar ik denk dat jij ze gewoon kan opentrekken.' Brenn klemde haar kaken op elkaar, de pijn in haar wang verbijtend. Haar borstkas ging snel op en neer. Ze wendde haar blik meermaals af van het meisje, om te controleren of de deur nog open was en er niemand in de opening verschenen was. 'Je moet hier weg. Nu! Ze mag je hier niet vinden.' Hoewel ze Avélie soms al het kwaad van de wereld toewenste, was haar dochter onschuldig. Ze wilde niet dat het meisje in Liora's klauwen terechtkwam.

'Wie mag me niet vinden?' Nesta wurmde haar vingers tussen de ene boei en Brenns pols en duwde er met al haar kracht tegenaan. Zoals de heks had voorspeld, ging hij open. Dit was bewijs genoeg voor de heks om te geloven dat het meisje echt hier was en ze het zich niet inbeeldde.

Nesta verplaatste zich naar haar andere kant.

Voor ze de kans had om de tweede boei ook open te klikken, hoorde ze een ijzige stem achter zich zeggen: 'Ik denk dat ze het over mij heeft.'

Hoewel Nesta tekening na tekening gezien had van de koningin der duisternis, waren de afbeeldingen niets tegen haar werkelijke verschijning. In schaduwen gehuld en met een venijnige grijns op haar grauwe gezicht, stond ze in de deuropening. Ze torende boven het tweetal uit en keek zonder moeite op hen neer. Achter haar stonden twee zichtbare schaduwsoldaten, maar in de gang stonden er nog veel meer te wachten.

Nesta's vingers werden klam, terwijl haar hart in haar keel klopte. Als versteend bleef ze staan. Haar hand bleef trillend op de boei liggen.

Brenn probeerde haar lichaam zo te draaien dat ze het meisje beschermde, maar dat bleek moeilijk met één pols nog aan de muur geketend.

'Laat haar gaan, Liora,' zei de heks. Ze deed haar best de trilling uit haar stem te houden.

'Waarom zou ik dat doen?' De schaduwkoningin likte langs haar omhoog gekrulde lippen. 'Is ze van jou?'

Brenn schudde langzaam met haar hoofd. Liora nam het meisje geamuseerd in zich op. Ze leek sprekend op Avélie. Als ze niet ook van Brenn was, kon dat niet anders dan betekenen dat de twee niet langer samen waren. Dit was nieuwe informatie voor de koningin der duisternis.

'Interessant.'

'Laat haar gaan,' herhaalde Brenn langzaam.

Op het moment dat de schaduwkoningin een stap dichterbij zette, klikte Nesta de tweede boei open. Brenn gooide haar armen meteen omhoog en zette daarmee een beschermspreuk op voor hun neus. Liora kon geen centimeter meer dichter komen, maar Nesta en Brenn konden ook niet meer weg.

Liora zuchtte overdreven. 'Je maakt het me soms zo moeilijk, Brennie.'

'Ik denk dat je dat jezelf aandoet.'

'En altijd zo brutaal.'

Nesta stond erbij en keek ernaar. Met een verwilderde blik keek ze van de heks naar de koningin en vervolgens naar de schaduwsoldaten. Het was te veel nieuwe informatie om in één keer te verwerken.

Liora nam haar in zich op alsof ze een muis voor een roofvogel was. Ze voelde zich naakt en onbewapend. Haar hand gleed naar het zwaard aan haar zij en bleef er trillend op de pommel rusten.

'Ik moet toegeven,' ging de schaduwkoningin verder, 'dat ik verwacht had Avélie te zien.'

Nesta's hart trok zich ongemakkelijk samen bij het horen van haar moeders naam. Ze zei niets, maar haar scherpe ademhaling was duidelijk hoorbaar.

Ook Brenn gaf geen antwoord. Ze richtte al haar aandacht op het omhoog houden van het schild. Als ze een gaatje zou vinden dat groot genoeg was voor Nesta om door te ontsnappen, zou ze zichzelf wel voor de wolven gooien.

'Je had me kunnen vertellen dat jullie uit elkaar zijn hoor, kikkertje.'

Nesta's ogen vernauwden zich bij het horen van Liora's woorden. Ze was niet zeker of het nog steeds over haar moeder ging of dat ze een deel van het gesprek gemist had.

'En je een plezier doen?' snoof de heks. 'Ik dacht het niet.'

'Hoelang kan je die muur nog ophouden, denk je? Twee minuten? Vijf? Als je niet een beetje meewerkt, maken mijn schaduwsoldaten het meisje zometeen van kant.'

Nesta's ogen schoten haastig langs de schaduwsoldaten. Ze betwijfelde dat ze nog een derde aanvaring met zo'n soldaat zou overleven. Zeker niet wanneer ze in de minderheid was en ze in een hoekje was gedreven.

'Je zou niet durven,' zei Brenn met al het zelfvertrouwen dat ze nog in zich had.

Liora grijnsde haar scherpe tanden bloot. 'En waarom denk je dat, lieve schat?'

'Omdat je wil dat ik je help en je weet dat ik je nooit ga helpen als je haar vermoordt.'

Brenn wist dat ze een zwak punt geraakt had, toen ze Liora's mondhoeken naar beneden zag zakken. Het gebeurde slechts voor een fractie van een seconde, maar dat was genoeg voor de heks om een nog zelfzekerdere houding aan te nemen. 'Ik ga je niet helpen, maak je geen illusies, maar ik ga je zeker niet helpen als het meisje hier niet veilig weggeraakt.'

'Je stelt te hoge eisen, Brennie.'

Het schild haperde. Liora voelde het op exact hetzelfde moment als Brenn. Het was een trilling die door hun magie trok. Nesta voelde het ook, maar wist niet wat er gebeurde. Haar ogen werden groot, toen de koningin der duisternis een stap dichterbij kwam.

'De tijd tikt.' Liora schonk het meisje een venijnige grijns. 'Zeg eens tegen Brenn dat ze moet opgeven. Dan zal ik je laten leven.'

Nesta keek in Brenns richting. Die hield haar blik echter strak gericht op de schaduwkoningin. Zweet parelde op haar voorhoofd en met haar handen maakte ze krampachtige bewegingen, in een poging haar magie stabiel te houden. 'Laat haar met rust, Liora.' Ze slikte al haar eer weg. 'Alsjeblieft.'

'Als je erbij knielt, zal ik het overwegen.'

Heel even keek de heks in Nesta's richting. Ze zag een angstige maar koppige blik in haar ogen. Het was een blik die ze duizendmaal in Avélies ogen gezien had. Een pijnscheut trok door haar hart.

Brenn hield haar handen in exact dezelfde positie, terwijl ze langzaam op haar knieën ging zitten. 'Laat haar gaan, alsjeblieft.' De onderdanigheid droop van haar stem en deed haar bijna kokhalzen.

De grijns op Liora's gezicht werd groter. 'Je blijft me verbazen, kikkertje. Ben je zeker dat ze niet ook jouw dochter is?'

Het schild haperde opnieuw. Voor een tel werd alles zwart voor Brenns ogen. Ze knipperde en het was weg. De schaduwkoningin stond nu bijna voor haar. Twee van haar schaduwsoldaten waren inmiddels de kamer ingekomen. Brenn kon niet zien hoeveel soldaten er nog in de gang aan het wachten waren, maar het kon onmogelijk heel haar leger zijn.

'Tik tak,' zei de schaduwkoningin, terwijl ze haar hand richting het schild bracht. Ze was niet van plan het meisje te laten gaan, maar dat moest de heks voorlopig niet weten.

Er was nog maar een dunne stroom overgebleven van Brenns magie. Als Liora zelf kracht zou zetten, zou ze er zo doorheen zitten. Ze amuseerde zich echter meer met Brenns uitputting.

De heks wist dat ze niet veel langer meer kon wachten. Haar handen begonnen te beven en het schild viel weg. Zonder ook maar een seconde te verliezen, stak Liora haar hand op, het teken dat haar soldaten het meisje moesten grijpen.

Doordat de schaduwsoldaten zich tegelijkertijd in dezelfde richting begaven, ontstond er een gat in de deuropening. Brenn zag het al voor de schaduwkoningin er iets aan kon veranderen.

'Nesta, nu!' schreeuwde ze, terwijl ze haar handen opnieuw omhoog bracht. Haar slapen klopten en ze zag sterretjes voor haar ogen, maar ze bleef alles geven wat ze had.

Eén van de schaduwsoldaten haalde uit naar het meisje. Het zwaard botste tegen lucht - tegen magie. Aangemoedigd door de veiligheid van haar onzichtbare cocon, dook Nesta onder verschillende grijpende handen door. Ze had een dolk van haar wapenriem gehaald, maar wist niet goed wat ze ermee moest doen. Zwaard na zwaard na zwaard werd naar haar toe gezwaaid en telkens weer door het luchtschild afgeketst.

Nesta had alleen nog maar oog voor de deuropening. Hoewel het maar een korte afstand was die ze moest overbruggen, leek het voor haar toch een eeuwigdurende tocht.

'Niet zo snel.' Liora stapte opzij en blokkeerde haar pad. Met een woedende blik hief ze haar hand om het schild ongedaan te maken.

Nesta's adem stokte in haar keel. Langs alle kanten hakten de schaduwsoldaten nog op haar in. Ze besefte maar al te goed wat er zou gebeuren als haar beschermende cocon zou verdwijnen.

Ze hield haar dolk voor zich uit. Uit alle macht probeerde ze haar vingers stil te houden, maar het wapen bleef oncontroleerbaar trillen in haar hand.

Voor Liora kon sneren dat Nesta haar niet bang maakte, gooide Brenn haar arm opzij. De schaduwkoningin werd tegen de muur gegooid door de plotse kracht die haar recht in haar buik raakte. De klap van haar hoofd tegen de bakstenen klonk misselijkmakend luid.

De heks viel voorover. Ze wist niet hoe lang ze Nesta's schild nog omhoog zou kunnen houden. Als ze langs haar aders streek en ze volgde naar haar hart, naar de bron van haar magie, vond ze slechts een ijzige leegte. Tijdens haar laatste aanval had ze met haar nagels langs de bodem van de put geschraapt.

Eén van de schaduwsoldaten greep haar bij het haar en trok haar weer overeind. Hij zette zijn zwaard tegen haar keel en hield haar zo tegen zich aangetrokken. Ze kon geen kant meer op. Het laatste sprankeltje magie dat ze had, ging richting Nesta's schild.

Het meisje had het in de tussentijd weer op een lopen gezet. Ze had nog achterom willen kijken naar de heks, maar het zou haar alleen maar vertraagd hebben. Brenns poging om haar van de koningin der duisternis te redden, mocht niet tevergeefs zijn.

Terwijl ze door de gang spurtte, kon ze de schaduwsoldaten achter haar aan horen lopen. Hun harnassen kletterden en hun onduidelijke geroep sneed door haar oren. Aan het eind van de gang stonden nog meer schaduwsoldaten haar op te wachten.

Ze liepen naar haar toe en haalden naar haar uit, maar raakten haar niet. De levenloze wezens hadden niet door dat hun slagen geen effect hadden. Ze volgden simpelweg bevelen op. Het meisje mocht niet ontsnappen.

Nesta maakte van een opening in hun verdediging gebruik om langs hen heen te glippen en hun slagen zo goed mogelijk te ontwijken.

Ze had nog een meter te overbruggen naar de wenteltrap.

Het schild haperde en verdween. Haar voet bleef hangen achter een losse tegel. Met een luide smak viel ze languit op de vloer. Haar vingers ontspanden zich en haar dolk viel uit haar greep.

Ze probeerde recht te krabbelen, maar trillend viel ze meteen weer neer. Vier schaduwsoldaten kwamen op haar afgestormd. Stuk voor stuk hielden ze hun zwaard geheven, klaar om haar aan stukken te scheuren.

Nesta schreeuwde. In een onmogelijke poging om haar lichaam te beschermen tegen de aanvallen, kruiste ze haar armen. De ene tel zat ze nog in haar eigen lichaam, de volgende had ze het gevoel dat ze vanop een afstandje stond mee te kijken. Ze was lucht. Ze was rauwe emoties. Ze probeerde haar vingers te strekken en keek gefascineerd naar het dubbele verschijnsel. Vinger over vinger, de ene haast doorzichtig, de andere van vlees en bloed.

Ze gleed haar eigen lichaam weer in. Geen van de vier zwaarden raakte haar nog. Ze bleven midden in de lucht hangen. Terwijl de schaduwsoldaten hun zwaarden los probeerden te trekken, wist Nesta recht te komen. Zonder nog te aarzelen liep ze de trappen op.

In stilte bedankte ze de heks voor wat die dan ook gedaan had om haar te redden.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro