14 ~ Liora's wraak

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

In de cel had Liora haar hand op Brenns borstkas gelegd, terwijl één van haar schaduwsoldaten de heks op haar plek hield. Haar ijskoude magie vouwde zich rond Brenns hart en prikte zich er met doorns vast in het vlees.

De heks schreeuwde zonder dat ze het zelf echt registreerde. Ze had het gevoel dat ze in een bad vol ijs geduwd werd. Alles tintelde en ze kreeg geen lucht meer.

De koningin der duisternis streek met haar duim langs Brenns kaak, maar de heks voelde het niet. Ze trilde van kop tot teen. De voor haar onnatuurlijke magie nestelde zich dieper in haar lichaam. Alle kleur trok weg uit haar gezicht.

'Dit zal je leren om me in de weg te staan,' fluisterde Liora in haar oor.

De zachte adem tegen haar oorschelp deed een rilling door Brenn heen trekken. Het gevoel was nauwelijks te onderscheiden van het constante trillen van haar lichaam.

Toen de schaduwkoningin haar hand wegtrok en ook de schaduwsoldaat zijn zwaard bij haar keel weghaalde, viel ze gepijnigd voorover. Haar lichaam voelde leeg zonder Liora's magie. Ze had even goed een schaduw van zichzelf kunnen zijn.

Ze greep naar haar hart. Het voelde verkeerd, tegennatuurlijk. Het klopte niet langer in hetzelfde ritme als het vroeger had gedaan. Het zocht naar iets dat zo eigen was aan haar, maar nu niet langer in haar lichaam zat.

Met een kreun legde ze haar hoofd in haar handen. Een golvende pijn trok door haar hoofd en daalde langzaam af langs haar ruggengraat. Voor ze het wist, hing ze voorovergebogen boven de vloer en gooide ze alles uit haar maag.

Het gal in haar mond en de ondraaglijke pijn in haar hoofd weerhielden haar ervan te vragen wat de schaduwkoningin met haar had gedaan.

Haar zenuwuiteindes registreerden de wereld rond haar niet meer zoals ze het eerder hadden gedaan. Alles voelde dof onder haar vingertoppen. De kleuren die ze zag waren minder scherp. Alles draaide. Ze wist niet waar de hoofdpijn begon en eindigde.

Er was iets mis.

Er was iets heel erg mis.

Ze strekte haar trillende vingers en probeerde zich te concentreren. Een vlam. Een kleine windstoot. Een beetje licht.

Er gebeurde niets.

Kreunend ging ze op haar rug liggen. Ze legde haar handen op haar ogen, terwijl haar gezicht vertrok. Ze hoopte dat de pijn weg zou gaan als ze stil zou blijven liggen, maar niets was minder waar. Ze groef nog eens tot in het diepst van haar ziel, op zoek naar een greintje magie, maar vond niets.

'Waar-' Ze kreunde, toen er opnieuw een schok door haar hoofd trok. 'Waar is mijn-'

Liora schonk haar een venijnige grijns.

Brenn wilde de vrouw met een vernietigende blik aankijken, maar de tranen stonden in haar ogen. Ze kon niet anders dan blijven reageren op de pijn. Het was ondraaglijk.

Ze probeerde een positie te vinden die haar zou kalmeren, maar de steken bleven een constante.

'Wat heb... wat heb je... gedaan?'

'Vergelijk het met wat jij twintig jaar geleden met mij hebt gedaan. Je hebt mijn ziel aan die vervloekte boom gebonden en me opgesloten in de tijd... Ik heb jouw magie gebonden en je opgesloten in je eigen lijf.'

'Gebonden aan... aan...?'

'Wat is er leuk aan als ik je dat zomaar zeg?'

Liora knielde naast haar neer. Kreunend probeerde Brenn weg te rollen, maar ze geraakte niet ver. De koningin der duisternis legde haar hand op haar schouder en hield haar tegen.

De ijzige hoeken en scherpe punten van Liora's magie sneden door haar aders, zoekend naar een plaats om zich vast te zetten. Het vulde de leegte op die haar eigen magie had achtergelaten.

Haar lichaam stopte met trillen. Haar hart klopte weer zoals het moest kloppen en binnen enkele tellen was ook de stekende pijn uit haar hoofd verdwenen. Ze kon weer ademhalen.

Op haar hoede keek ze de schaduwkoningin aan. Ze wilde zich recht duwen, maar ze had geen energie meer over om het zelfs maar te proberen.

'Het is heel simpel, kikkertje. Als je besluit dat je me wil helpen, krijg je je magie terug.'

Langzaam schudde Brenn met haar hoofd. Ze wist niet hoeveel meer marteling haar lichaam nog aankon, maar ze wilde het nog niet opgeven. Er stond te veel op het spel, misschien niet voor haarzelf, maar wel voor de mensen van Atarah.

Liora streek met haar duim langs Brenns jukbeen. 'Stel het je eens voor, lieve schat. Je zou Avélie net zoveel pijn kunnen doen als ik jou heb gedaan... Verdient ze dat niet? Ze heeft een dochter. Ze is gelukkig.' Ze ving Brenns blik en keek haar aan met iets wat bijna medelijden had kunnen zijn. 'Ben jij gelukkig, Brenn? Heb jij alles wat je hart begeert?'

De heks probeerde de woorden buiten te sluiten. Hoe harder ze probeerde er niet over na te denken, hoe meer ze het niet kon vergeten. Wat zou het volk haar dit keer geven voor haar heldendaden? Wat zou Avélie erover te zeggen hebben? Ze is gelukkig. Ze heeft een dochter. Ze heeft nooit spijt gehad.

'Stel je voor dat ze voor je zou knielen.'

Brenn sloot haar ogen en stelde het zich voor. Zij zat op Liora's bottentroon, een gouden kroon rustend op haar hoofd. Avélie knielde voor haar voeten, met ogen vol spijt en... en angst.

'Stel je voor dat ze zou smeken om je vergiffenis. Ze wil je terug, maar jij wil haar niet meer.' Liora's woorden waren niet meer dan een fluistering bij haar oor geworden. 'Je zou haar knieschijven aan de vloer kunnen vriezen en dan wachten tot ze langzaam breken door de druk. Je kan haar de vloer laten likken tot haar tong rauw is en hij alleen nog bloed achterlaat. Je zou haar kunnen breken, zoals zij jou hart gebroken heeft.'

Zonder problemen kon de heks het zich voorstellen. De misselijkheid keerde terug, maar dit keer werd het niet veroorzaakt door haar verdwenen magie. Het was niets voor haar om wraakplannen te bedenken. Ze wilde Avélie nooit meer zien, maar ze had haar nooit zoveel pijn willen doen.

Brenn opende haar ogen en schudde opnieuw met haar hoofd. 'Jij verdient me net zomin als Atarah. Laat me maar creperen. Ik ga nooit naar jouw pijpen dansen.'

Ze wist niet of ze haar eigen woorden nog geloofde. Ze klonken hol. Ze had ze inmiddels zo vaak gezegd, zo vaak gedacht, dat ze niet langer de betekenis - de zekerheid - hadden die ze aan het begin hadden gehad.

Liora grijnsde alsof ze niets te verliezen had. Dat ze niet tevreden was met Brenns antwoord liet ze op geen enkele manier uitschijnen.

'Jij je zin.' Meteen haalde ze haar hand van Brenns schouder.

De pijn schoot terug in haar schedel en haar hart sloeg weer een slag over. Het was alsof het ellendige gevoel nooit was weggeweest. Terwijl de heks kermde van de pijn, streek de koningin der duisternis nog een laatste keer over haar hoofd.

'Je gaat wel van gedachten veranderen. Ik ben er zeker van.'

De schaduwkoningin stond op en rechtte haar rug. Ze grijnsde en opende haar mond om nog iets te zeggen.

De deur van de cel werd opengegooid.

Met een geïrriteerde blik keek Liora naar de binnenstormende generaal. Hij boog haastig in haar richting. Als hij gevoelens had gehad, zou hij bang zijn geweest voor Liora's kwade uitstraling, maar schaduwsoldaten voelden niets, dus werd hem ook de angst bespaard.

'Iemand gevonden,' bromde de generaal. 'Iemand ontsnapt.'

De schaduwkoningin trok een wenkbrauw op. 'Wie? Waar? Wanneer?'

'De heldin. Aan het bos. Net. De blonde en jongen weg.'

De frons op Liora's gezicht maakte plaats voor een wrede grijns. Dat "de blonde" en "jongen" ontsnapt waren, zou ze haar schaduwsoldaten wel laten oplossen. Zelf zou ze zich bezighouden met degene die ze wel te pakken hadden gekregen.

'Het lijkt erop dat ons spelletje toch nog niet is uitgespeeld, kikkertje.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro