Hoofstuk 9

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Verdomme.' Brengt Candice nog uit terwijl ze haar opkomende tranen wegveegt, en voor de tweede keer verlaat ze de ruimte.

Ik slik en kijk de rest van de kamer aan. 'Is... Is dit waar? Ik bedoel... Heeft mijn vader James laten vermoorden?'

Ik geloof het niet. Dit moet een grap zijn van die Candice. Ze denkt dat ze grappig is. Dat moet wel. Ja, ze denkt dat ze grappig is.
Maar wanneer niemand de woorden ontkent die net uit haar mond zijn gevlogen zakt de moed me in de schoenen.

'Dat kan niet...' Fluister ik, 'Weten jullie dat zeker?'

Één voor één knikken ze. Nee, denk ik. Nee. Dit is onmogelijk. Dit geloof ik niet.
Opeens kan ik het niet meer houden. Ik moet hier weg dus storm ik de trap op, op weg naar de deur om weg te lopen en nooit meer terug te komen. Ver kom ik echter niet. Voor ik de straat uit ben heeft Ash me al ingehaald en hij dwingt me te kalmeren. Ik haal diep adem en dan besef ik opeens dat ik niet weet waar ik ben. Helemaal niet.

'Grace, sorry van Candice. Ik wilde het je wel vertellen maar gewoon niet op die manier. Op een rustigere manier, zodat je niet helemaal overstuur raakte.'

Hij denkt dus echt dat het mij om Candice gaat? Nee, het gaat mij om de ínhoud van wat ze zei. Niet om wíé het zei. Denkt hij nu echt dat dat me uitmaakt? Ik voel me verslagen.

'Kan je me gewoon naar huis brengen alsjeblieft?' Ash knikt. Ik zie dat hij liever wou dat ik bleef, maar ik heb er echt geen zin in. We blijven nog een tijdje stil zitten. Denkend aan niets voor ons uit starend.

'En de rest van de uitleg dan?' Vraagt hij opeens.

'De volgende keer misschien.' Antwoord ik slapjes. Ik wil helemaal geen volgende keer, maar wel uitleg. Uitleg die ik momenteel niet aankan. Dus die volgende keer zal er wel moeten komen. Ash knikt weer en bestelt een taxi.

'Zal ik meegaan naar je huis?' Stelt hij voor wanneer de taxi is gearriveerd.

Misselijk van verdriet en ongeloof stap ik in de taxi terwijl ik zijn voorstel wegwuif. Ik geef mijn adres in en de taxi vertrekt. Ik kan nog net een glimp opvangen van een verslagen blik van Ash.

Ik kom thuis en mijn vader zit aan tafel. De sfeer is gespannen. Dat kan door hem komen, maar ik denk dat het aan mij ligt.
Ik kan niet geloven dat hij James heeft laten vermoorden. Zijn bloedeigen zoon! Ze hadden geen hechte band, dat moet ik toegeven, maar hem gewoon met een simpel bevel de nek omleggen?
Snel zeg ik hem hallo, en wil dan naar mijn kamer vluchten.

'Grace.' Zegt mijn vader nog voordat ik de deur naar de trap kan opendoen. Zijn stem klinkt alsof hij de rust zelve is, maar in zijn ogen zie ik zwarte woede kolken.

'Wat in vrédesnaam heeft dit te betekenen?' Hij wijst naar zijn scherm. Nee, wil ik zeggen. Wat heeft het verhaal dat ik net heb gehoord te betekenen?
Angstig loop ik naar hem toe. Wanneer ik de mijn gezicht op de computer in de krant zie, besef ik dat het echt mis moet zijn. Ik zet me aan de keukentafel en draai het scherm naar me toe.

'Grace D. (zus v. vermoorde James D.) vind dat politie te weinig onderzoek doet.' Luidt de titel.

Even weet ik niet wat te doen. Mijn vader kijkt me aan van boven zijn leesbril en mijn adem stokt wanneer ik mijn ogen over de rest van het krantenbericht laat glijden. Het is een kort krantenbericht, maar met mij hoofd in het groot er op is het groot genoeg om een hele voorpagina in te nemen.

Grace D. (zus v. vermoorde James D.) vind dat politie te weinig onderzoek doet.

Gisteren werd ons via mail van iemand -die anoniem wenst te blijven-een audio-opname opgestuurd. Deze opname bevatte een hele klaagzang van Grace Dawson, de befaamde zus van James Dawson, die werd vermoord in de nachtelijke straten ban Het Centrum. Hij was buiten op het verboden tijdstip, dus een straf had hem zeker opgewacht.
Grace vind dat de politie zijn werk niet goed genoeg doet, want volgens haar zijn er wel een hele boel aanwijzigingen te  vinden, maar doen ze gewoon niet hun best om ze te zoeken. 'Ik heb iets gevonden dat heel erg belangrijk kan zijn voor hun onderzoek.' Zijn haar woorden. Wat hier van waar is, is nog onbekend. De audio-opname is zo snel mogelijk naar de politie en de President verstuurd, verdere info volgt.

Ik staar nog even naar het scherm waarna mijn vader de computer met een ruk terug naar hem draait.

'Vertel op. Wat heeft dit te betekenen? Vind je de aandacht die je krijgt in de media leuk? Dat je eindelijk bekend bent? Of denk je dat ík het leuk vind dat mensen die ik niet ken, en nog nooit van mijn leven gezien heb, doodleuk naar me toe komen en vragen of ik de vader ben van de vermoorde jongen?'

Ik duik angstig ineen bij deze woorden en het raakt me alsof hij een dolk in mijn hart steekt. Maar ik denk niet dat het hem daarom draait.
Hij voelt zich schuldig, stel ik vast wanneer ik schuldgevoel in zijn ogen bemerk.

'Het draait voor jou allemaal om geld dat je krijgt voor zo'n roddelartikel!'
Hij draait nog eens aan de dolk.

In normale omstandigheden zou ik zijn argumenten geloven, besef ik opeens, maar door wat ik net ben geweten gekomen weet ik dat publiciteit hem helemaal niets kan schelen. Hij wil gewoon niet dat de politie beter zoekt, en op hem uitkomt.

'Ik heb het niet gedaan, papa.'

'Wát zei je?' Kleine speekselklodders belanden voor me op tafel.

'Ik heb het niet gedaan. Ik heb niks doorgestuurd naar de krant.'

En dat is ook zo.

Het was Kayla.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro