Hoofdstuk 3

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Snow! Ben je bijna zover?' Snel trek ik mijn mooie, bruine jasje aan en de zelf gebreide sjaal. Verder draag ik een zwart rokje met een zwarte, niet doorschijnende, legging. Daaronder draag ik zwarte laarsjes die een doffe glans hebben. Onder de jas heb ik een wollen, lichtkleurige zachte taupe (dat is een kleur, btw je kunt het zien op de foto) trui aan. Ik doe mijn lange haar gewoon los en duw twee zwarte spelden in een loshangend stukje haar. 

Ik loop naar de deur en doe hem open. Daar staat Toby. 'Ik ben zover,' zeg ik. Vandaag is de dag dat ik eindelijk naar buiten mag. Het huis mocht ik gisteren al bekijken. Toen heb ik geslapen op de bank. Maar nu hebben ze vanochtend gezegd dat ik mee moest naar iets. Toby leunt tegen de muur en vraagt: 'Wat duurde er zo lang?' Ik schud mijn hoofd en probeer te glimlachen. 'Niks, ik ben er nu,' zeg ik snel. (Bijna) iedereen doet nu wel aardig tegen me, maar ik vertrouw ze nog steeds niet. Omdat ik weet dat ze me meteen kunnen doden als ik iets fout zou doen. Toby rolt met zijn ogen en loopt door de gang, terwijl ik hem volg. We lopen de brede trap af en door de grote hal. Als we buiten komen zie ik dat het sneeuwt. Toby laat me achter in de sneeuw en doet de deur weer dicht. Ik heb heel erg de neiging om naar de sneeuwvlokjes uit te halen, maar ik hou mezelf onder controle en kijk om me heen. 'Toby? Waarom moest ik naar-' Ik breek mijn zin abrupt af als er van achter iemand aan mijn staart trekt. Ik draai me meteen blazend om. 'Rustig aan.' Het is Jeff weer. Een beetje chagrijnig omdat hij in mijn comfortzone is gekomen loop ik langs hem heen, zodat ik terug naar binnen kan. Maar ik bots tegen iemand aan. Ik wankel naar achteren en zie dat het Alina is. 'S-Sorry,' verontschuldig ik me snel. Ze glimlacht naar me. 'Het is al goed,' stelt ze me gerust. Zij en Jeff lopen naar een auto die verderop staat. Alina blijft halverwege staan en draait zich om. 'Kom je nog?' roept ze. Ik kijk om me heen om te zien tegen wie ze het heeft. Alina begint te lachen. 'Ik heb het tegen jou hoor,' zegt ze. Een beetje beschaamd loop ik naar hun toe, terwijl ze ondertussen al in de auto zijn gaan zitten. Ik klim op de achterbank en doe de deur dicht. Nog voordat ik mezelf vast heb gezet wordt de auto al achteruit en dan een klein weggetje in het bos opgereden. Ik kijk naar buiten en bewonder het bos. Het is helemaal wit door de sneeuw en het ziet er prachtig uit. Nadat we een tijdje gereden hebben begin ik me te vervelen. Alina kijkt om haar schouder en ziet mij een beetje verveeld kijken. 'Hé Snow? Gaat het?' vraagt ze. Ik schrik een beetje op, maar knik dan terwijl ik een gaap geef. 'Wil je anders mijn telefoon? Dan verveel je je misschien niet zo,' stelt ze voor. Ik trek met mijn oren en vraag: 'Wat is een telefoon?' Ik hoor Jeff zacht gniffelen. Alina pakt een plat doosje uit haar zak en geeft het aan mij. Het heeft een glad scherm dat zwart is. Ik kijk haar vragend aan. 'Oh wacht. Ik zal hem voor je aanzetten,' zegt Alina. Ik geef hem aan haar en zodra ze ergens op drukt licht het scherm op. Mijn oren komen overeind en ik gris de telefoon uit haar handen. Eerst lijkt het erop alsof Alina boos gaat reageren, maar dan zie ik dat de rustige blik terug komt op haar gezicht en ze gaat weer normaal op haar stoel zitten. Als we uiteindelijk bij onze bestemming zijn kan ik niet van de telefoon afblijven; er zijn zoveel dingen die vermakelijk zijn! Ik hoor Alina lachen en zachtjes pakt ze haar telefoon terug. 'Kom, we zijn er,' zegt ze. Ik stap uit de auto en zie dat we in een soort park staan, maar achter de bomen. Ik draai me om naar Jeff en Alina en vraag: 'Wat doen we hier eigenlijk?' Jeff grijnst en zegt: 'We gaan een beetje lol trappen.' Ik snap het nog steeds niet. Alina knikt ook. Dan zal het wel goed zijn. Ze lopen tussen de bomen door en ik ren achter ze aan. Als ik Alina ingehaald heb trek ik zachtjes aan haar mouw. 'Gaan we dan ergens een film kijken? Of eten?' vraag ik. Ze schudt haar hoofd en trekt zich los. 'Je ziet het vanzelf wel,' zegt ze. Dus blijf ik zwijgend achter ze aan lopen. Er komen daken in zicht en verderop zien we mensen lopen. Jeff trekt de capuchon van zijn hoodie over zijn hoofd. Alina staat ook stil en houdt me tegen. 'Wat is er?' vraag ik. 'Je moet je oren en je staart bedekken,' zegt ze. Ik knik en gehoorzaam haar meteen; ik kan eigenlijk ook niet anders. Ik vouw de sjaal verder uit en trek hem over mijn oren. Dan ga ik even achter een bosje staan om mijn staart in mijn rokje weg te stoppen. 'Ik ben klaar,' zeg ik en ik loop terug naar hun toe. Alina knikt en loopt weer verder. Ik volg haar en Jeff loopt naast haar. Hij raakt licht haar hand aan. We lopen door de stad. De straten zijn mooi verlicht en het ziet er prachtig uit in de sneeuw. Er lopen overal mensen. Ik word afgeleid door een viskraampje en loop weg van Alina en Jeff. Ze hebben het niet door en blijven gewoon hand in hand doorlopen. Bij de viskraam aangekomen ga ik in de rij staan. Als ik aan de beurt ben word ik overwelmd door de heerlijke geuren van de verschillende soorten vis. 'Wat zal het zijn, mevrouw?' vraagt de man die in de kraam staat. 'Ik... Eh...' Hoe moet ik weten hoe dit gaat? Moet ik iets pakken? Mijn hand gaat naar de grootste vis die er ligt. De man glimlacht, pakt de vis en doet hem in een papieren zak. 'Is dat alles?' vraagt hij. Ik knik. 'Dat wordt dan één euro en twintig cent,' vervolgt hij. Ik kijk de man niet-begrijpend aan. Wat bedoelt hij daarmee? 'Wat is een euro?' vraag ik aan hem. Hij kijkt me aan alsof ik gek ben. 'Lieverd, je moet er wel voor betalen,' zegt hij. 

Betalen?

De geuren worden steeds verleidelijker. Het water loopt me in de mond. 'Je houdt alles op,' zegt de man, nu met een strengere stem. 'Het spijt me heel erg meneer, maar ik weet niet wat betalen is,' probeer ik uit te leggen met een zachte stem. 'Ga dan maar weg. Je houdt de boel op.' 

Maar ik ga niet weg zonder de vis!

Net als ik op het punt sta om de vis gewoon te pakken grijpt iemand me bij mijn arm en trekt me zachtjes uit de rij. 'Mijn excuses meneer. Dit is mijn nichtje, maar ze komt uit een ander werelddeel waar de landen zo arm zijn dat de mensen niks hoeven te betalen.' Ik herken de stem van Alina. 'Oh. Ik snap het,' zegt de man. Alina trekt me mee terug naar Jeff. 'Wat deed je daar nou?' vraagt ze aan me, met een beetje een beschuldigende stem. Ik kijk naar de grond. 'Het spijt me heel erg Alina. Maar de vis rook gewoon zo lekker,' zeg ik zachtjes. Alina zucht even. 'Het is al goed. Kom mee,' zegt ze. Zwijgend loop ik achter Alina en Jeff aan. Ze praten een beetje en lachen om elkaar. Ik merk dat ik me een beetje alleen voel. Ik heb ook eigenlijk niemand om mee te praten nu, en ook thuis niet. Niemand hier is volgens mij echt mijn vriend. 

Volgens mij ben ik maar een huisdier waar ze voor moeten zorgen, omdat ik anders dood ga... 

De gedachte doet me pijn, maar ik blijf stil.

Als ik een huisdier voor hun ben dan moet ik braaf zijn... Dan moet ik doen wat zij willen... Wie weet wat ze anders met me doen? 

Ineens hoor ik sirenes en kijk op. Ik zie dat Alina weg is. Net als ik aan Jeff wil vragen waar ze heen is duwt hij me in een steegje. 'Hé! Waarom-' Hij slaat zijn hand voor mijn mond en kijkt over zijn schouder naar een paar politiewagens die met zwaailichten en loeiende sirenes voorbij schieten, buiten de steeg waar wij in staan. Ik probeer me los te rukken en zet mijn klauwen per ongeluk in zijn hand. Ik zie Jeff een mes uit zijn zak halen en ik raak meteen in paniek. Zijn hand zit nu minder stevig om mijn mond en daar maak ik gebruik van; ik ruk zijn hand weg en begin angstig om hulp te schreeuwen. Jeff kijkt verschrikt om, rukt mijn sjaal van mijn oren af en knoopt die voor mijn mond. Hij sleurt me verder de steeg in. Ik kan het niet helpen en begin te huilen. 'Jij kan ook geen seconde je mond houden,' gromt Jeff chagrijnig. Hij pakt een vies, oud touw dat hij op de grond ziet liggen en duwt me ruw tegen de grond. Jeff pakt mijn handen en bindt ze vervolgens vast met het touw. Als hij klaar is maakt hij het touw vast aan een ijzeren haak die naast mij in de grond zit. 'Hier blijven jij, en doe niks doms. Bedankt voor het verpesten van onze avond,' sist hij in mijn gezicht. Dan staat hij op en loopt de steeg uit. Ik huil nog steeds en kruip achter een paar opgestapelde kratten. Er ligt een kapot kussen en ik leg mijn hoofd erop. Na een tijdje ben ik gestopt met huilen en ik lig nog redelijk comfortabel op de stenen. Plotseling klinken er voetstappen. Alert schiet ik overeind en zie politiemannen in mijn richting lopen. Ik herriner me wat Jeff zei: doe niks doms. Ik kruip weg achter de kratten en blijf zo stil mogelijk. 'Ze zijn niet hier,' hoor ik iemand zeggen. 'Maar de mensen zeiden dat ze die jongen met die gestoorde glimlach en nog een meisje dat om hulp riep hadden gezien,' zegt een andere stem. 'En dat meisje met die rode krullen dan. Die was er ook bij volgens de mensen.' Dat was weer de eerste stem. 'Nickerson! Chase! We hebben iets gevonden!' roept iemand verder weg van me. Er klinken snelle voetstappen. En dan zijn ze weg. Ik weet zeker dat ze het over mij, Alina en Jeff hadden. En iemand zei dat hij iets gevonden had. Meteen voel ik mijn verband met Alina en ik weet dat ik naar haar toe moet. Ik ruk en trek aan het touw, maar het komt niet los. Uiteindelijk lukt het me om mijn nagels in het touw te wringen en het langzaam kapot te klauwen. Ik voel hoe angst en onzekerheid bezit van me nemen. Ik klauw zo hard en snel door het touw heen dat ik mezelf ook raak, maar het doet me niks. Ik voel dat ik nu meteen bij Alina moet zijn om haar te waarschuwen, anders gaat er iets grandioos mis. Na wat jaren lijkt te duren valt het touw uit elkaar en ik ruk de sjaal van mijn mond af. Ik begin Alina's naam te schreeuwen, te krijsen. Maar ik krijg geen antwoord. Ik vlieg de steeg uit en vertrouw dan volledig op mijn reukzin. Een gevoel zegt me, dat als ik nu niet op tijd ben... Ik weet niet wat er dan gaat gebeuren, maar het loopt niet goed af. Al snel heb ik haar geur te pakken en volg ik hem. Het is nu zo donker dat niemand me kan zien. De straten zijn dan ook zo goed als leeg. Ik ren nog verder door, maar dan ben ik Alina's geur kwijt. In paniek probeer ik hem weer op te sporen. Ineens hoor ik mensen schreeuwen en voordat ik snap wat er aan de hand is wordt ik opzij geduwd. Mensen rennen langs me heen. Ik sta op en begin juist de andere kant op te rennen: de richting van waar de mensen vandaan komen. Er komt een flatgebouw in zicht dat is omsingeld door mensen van de politie. Net te laat zie ik dat één van de mensen iets roept en vervolgens een granaat de flat in gooit. Het volgende moment hoor ik een knal en het gebouw stort in. Ik begin te schreeuwen en ren op de hoop puin af. Gruis dwarrelt in de lucht en het komt in mijn ogen, maar ik blijf doorrennen. Als ik bij het opgeblazen flatgebouw ben vang ik de sterke geur van Alina op. Ik volg de geur en begin de grote hoop stenen te beklimmen. Achter me hoor ik politieagenten naar me schreeuwen, maar ik blijf doorklimmen. Ik zak met mijn voet weg in een gat en snijdt mijn onderbeen aan een stuk glas. Het doet vreselijke pijn. Maar ik moet Alina vinden. Als ik door ga met klimmen raakt mijn hand ineens iets zachts. Ik kijk naar beneden en zie Alina's gezicht. Haar ogen zijn dicht en ze heeft een pijnlijke uitdrukking op haar gezicht. 'Alina!' schreeuw ik. Ik begin alle stenen zo snel mogelijk weg te halen. Achter me hoor ik stenen omlaag vallen. Mijn tranen vallen op de stenen en op Alina's gezicht. Ineens pakt iemand me bij mijn middel en gooit me over zijn schouder. 'Nee! Wacht! Ik moet haar helpen!' krijs ik, terwijl ik de persoon tegen zijn rug sla en hem probeer te trappen. De persoon geeft er niks om en loopt snel en behendig de stenen af. 'Stop! Laat me los!' Ik trap de persoon in zijn maag en hij laat me vallen. Ik wil wegrennen, maar de persoon pakt mijn sjaal vast en trekt me terug. Ik stik bijna en dan wordt alles weer zwart.

Het geluid van ijzer tegen ijzer... Vervolgens het ijzer om mijn nek... De lichtflitsen waren eindelijk weg... 'Het is mislukt. Ze is mislukt.' Ik zag de stenen en toen zag ik...

'Alina!' Ik schrik wakker en schiet overeind. Clockwork zit tegenover mijn bed op een stoel. Ze zit haar messen te slijpen en kijkt op. 'Hé. Je bent eindelijk wakker,' zegt ze met een glimlach. 'Je hebt wel erg lang geslapen, hoor. En het is alweer avond. Doen katten dat altijd?' Ik heb geen tijd voor vragen: ik moet nu weten waar Alina is en of ze oké is. Ik spring uit het bed, maar zodra ik de grond raak val ik om van de pijnscheut die door mijn been schiet. Clockwork staat op en loopt naar me toe. 'Snow, blijf nou in bed liggen. Dan kan het genezen,' zegt ze. Ik kijk om en zie dat mijn hele onderbeen in verband gewikkeld is. 'M-Maar ik moet naar Alina toe,' stotter ik. Clockwork pakt zachtjes mijn arm en wil me terug in bed leggen. Ik duw haar weg voordat ze het kan doen en hink naar de deur. Ik ruk hem open en loop zo snel ik kan naar de kamer van Alina. 'Alina?' roep ik als ik de deur open doe. Meteen daarna vliegt er een mes langs me heen dat blijft steken in de muur. Geschrokken krimp ik ineen als ik zie wie er tegenover me staat. 'Door jou is dit gebeurd!' schreeuwt Jeff. Ik snap eerst niet waar hij het over heeft, maar dan zie ik Alina in haar bed liggen. Haar ogen zijn gesloten. 'I-Is ze-' Ik krijg een stomp in mijn maag en ik zak naar adem happend op de grond. Vervolgens krijg ik een trap tegen mijn zij en val ik om. Het mes wordt uit de muur getrokken en Jeff zit ineens op mijn buik. Ik zie de woede in zijn ogen en ik probeer nog sorry te zeggen, maar hij drukt zijn hand tegen mijn mond. Ik probeer hem weg te duwen, maar hij is te sterk; hij verplaatst niet eens een klein beetje. 'Go to sleep.' Jeff heft zijn mes, terwijl ik hem met smekende ogen aan kijk. Ineens wordt hij van me afgetrokken. Ik krabbel zo snel als ik kan achteruit en zie dat Masky, Eyeless Jack en Slenderman in de kamer staan. Masky en Slenderman houden Jeff vast en proberen hem rustig te maken. Eyeless Jack helpt me overeind en slaat zijn arm onder mijn schouders. Samen lopen we de kamer uit. Ik durf niet achterom te kijken. Hij neemt me mee naar mijn eigen kamer. Clockwork is weg. 'Komt alles goed met Alina?' vraag ik bezorgd, terwijl Eyeless Jack me in bed probeert te stoppen. 'Ik weet zeker dat het goed komt,' stelt hij me gerust, maar er klinkt onzekerheid in zijn stem. Ongerust ga ik liggen en Eyeless Jack legt de dekens over me heen. 'Luister, Snow. Het komt echt wel goed met Alina. Ze heeft wel ergere dingen doorgemaakt,' zegt hij. 'Zoals wat?' vraag ik. Zonder antwoord te geven loopt hij mijn kamer uit. Verdrietig rol ik op mijn zij. Ik pieker voor een lange tijd, maar val dan toch in slaap.

Ik word wakker en gaap. Dan kijk ik rond. Het is nog best donker. Ik kijk door het raam naar buiten; de stenen muur is weg, omdat er een raam geplaatst is. De donkere nacht waakt nog over de bossen, zie ik. Ik draai me op mijn andere zij en kijk naar de elektrische wekker die op mijn nachtkastje staat. 3:52 staat er op. Ik zucht en probeer in te slapen. Na een half uur ben ik nog steeds klaarwakker. Ik weet toch wel dat ik nu niet meer in slaap ga vallen, dus stap ik uit bed en loop door de donkere gang. Even denk ik erover na om Alina's kamer binnen te gaan, maar dat lijkt me geen goed idee als Jeff daar ook is. Ik weet zeker dat hij me zal vermoorden. Ik loop verder door de gang en dan de trap af. Ook al heb ik helemaal geen honger, ik loop toch naar de keuken en trek de koelkast open. Het licht dat uit de koelkast komt verlicht de keuken. Ik ga bijna over mijn nek als ik de sterke bloedgeur ruik. Dat is ook geen wonder: de hele koelkast ligt vol met zakken bloed, organen en andere vlezige en vieze dingen. Ik kijk in de keuken of er ook een koelkast is voor de mensen die normaal eten nodig hebben, maar die is er niet. 

Waar is al het eten heen?

Mijn aandacht wordt getrokken door een klein briefje dat in de koelkast hangt. Ik steek mijn hand uit en pak het. 

Kun je geen melk vinden, kitten? Dat is jammer zeg. :)

Boos verfrommel ik het briefje en gooi het in de prullenbak. Die verlepte- Hoe kan Jeff nou weten dat ik midden in de nacht wakker zou worden en naar de koelkast zou gaan? Ineens krijg ik een idee en ik gniffel. 

Als Jeff het zo wil kan Jeff het zo krijgen.

In een keukenkastje vind ik schoonmaakspullen en ik trek plastic handschoenen aan. Vervolgens pak ik alle bloederige dingen op en leg ze zorgvuldig op het aanrecht. De overige dingen die nog in de koelkast staan haal ik er ook uit. Dan ga ik echt aan de slag; ik begin de koelkast met schoonmaakdoekjes helemaal schoon te maken. Ik sorteer de verschillende soorten eten. Ook de bloederige dingen. Die leg ik in de vriezer, zodat ze goed koud blijven. En langer houdbaar voor de mensen die het nodig hebben. In de eerste la van onderen komt fruit te liggen, daarboven groente en ga zo maar door. Na best wel een tijdje is de koelkast weer schoon en geordend. Mijn plastic handschoenen zijn rood geworden. Maar ik ben nog niet klaar. Integendeel: ik heb de drang om alles schoon te maken. Ik trek alle schoonmaakspullen uit de kasten en laatjes die ik kan vinden en dan begint er een grote schoonmaak. Na een uur of drie ben ik klaar met schoonmaken. Ik heb alle kamers in het huis gedaan, behalve de slaapkamers. De keuken ziet er fatsoenlijk genoeg uit en alles is gesorteerd en staat bij dezelfde categorie voedsel. De woonkamer is prachtig schoon. Geen spinnenwebben meer, geen vlekken meer op de banken en de vloer glimt. Ik heb zelfs de wc's gedaan. Maar het voelt nog niet alsof ik genoeg heb gedaan. Dan krijg ik een geweldig idee. Snel trek ik de vieze handschoenen uit en was mijn handen. 

Tegen 9 uur 's ochtends laat ik me uitgeput op mijn bed vallen. Bij iedereen staat er voor de deur een bordje met drie koekjes in de vorm van een hartje. Ik ben zo moe dat ik niet eens de moeite neem om fatsoenlijk in bed te gaan liggen en de dekens over me heen te slaan. Als ik net bijna indommel klinken er verraste stemmen op de gang. Volgens mij zijn ze wakker aan het worden. Ik hoor koekjes breken en dan hoor ik iemand zeggen hoe lekker ze zijn. Met een glimlach op mijn gezicht slaap ik in. Maar net zoals alle andere keren wordt mijn slaap verstoord. Dit keer niet door nare dromen. Vier kleine armpjes worden om me heen geslagen. Vermoeid kijk ik op en zie dat Lazari en Sally me een knuffel geven. 'Wat is er?' vraag ik met een lamme stem. 'Bedankt voor de koekjes!' zeggen ze in koor. Ik glimlach even, maar dan snap ik het niet. 'Hoe wisten jullie dat ze van mij komen?' vraag ik verbaasd. Lazari vertelt: 'Eyeless Jack ging vannacht naar beneden, omdat hij geluiden hoorde. En toen zag hij jou in de keuken staan en koekjes maken.' Ik knik, om te laten weten dat ik het snap. Dan gaat mijn mond wijd open en gaap ik. Sally giechelt. 'Ben je zo moe, Snow?' vraagt ze. Ik wrijf in mijn ogen en antwoord: 'Ik heb van 3 uur 's ochtends tot 9 uur gewerkt. En nu ben ik doodop.' De twee meisjes snappen het, zeggen me welterusten en lopen dan de kamer uit. Maar ik ga nog niet slapen. Ik blijf aan de deur staan luisteren totdat ik zeker weet dat er niemand meer is. Als iedereen weg is glip ik mijn kamer uit en ga naar de kamer van Jeff en Alina. Ik ben nieuwsgierig of hij mijn koekjes ook op heeft gegeten. Ik zie dat het bord wel weg is. Ik luister even aan de deur van hun kamer en ik hoor niemand. Zachtjes doe ik de deur open en gluur ik naar binnen. Ik verwacht een mes rond mijn oren, maar er is echt niemand. Behalve Alina dan. Die ligt nog steeds in haar bed. Zachtjes doe ik de deur weer dicht en loop naar haar bed toe. Dan valt mijn oog op iets wits dat op haar nachtkastje staat; het is het bord met mijn koekjes er op. 

Zou Jeff ze bewaren voor Alina?

Dat is eigenlijk wel heel erg lief van hem. Zouden sommige mensen hier dan toch ook een verborgen, goede kant hebben? Waarschijnlijk voor de mensen die ze lief hebben. Ik zucht, omdat ik weet dat ik niet een van die mensen ben. Maar ik probeer zo goed mogelijk mijn best te doen. Ik mag Alina niet in de steek laten, zeker nu niet. Het voelt gewoon zo... Ik trek de dekens wat dichter over Alina heen en ga dan naast haar bed op de grond liggen. Ik rol me zo comfortabel mogelijk op en strijk zachtjes met mijn staart over Alina's hand, die over de bedrand hangt. Dan val ik eindelijk rustig in slaap.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro