Lieve Merida

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Lieve Merida,

Ik moet naast suïcidaal, ook wel gek in mijn hoofd zijn, om een afscheidsbrief aan mezelf te schrijven.
Toch doe ik het, al is het maar om mijn gedachten op een rijtje te krijgen, zo vlak voor "het" moment.
Morgen ga ik het doen.
Dan is het klaar.
Het is apart, wat ik voel.
Ik ben zenuwachtig, want het is bijna zover, dat moment waar ik al maanden op aan het wachten ben. Jaren zelfs.
Ik ben opgelucht. Alle voorbereidingen zijn klaar, ik kan mijn afscheid voltooien, ik mag het leven eindelijk achter me laten.
Maar het meest van alles ben ik bang.
Wat als het fout gaat?
Wat als de dood nog erger is dan leven?
Ik moet toegeven dat ik het best eng vind om te sterven. Ik bedoel, wat gebeurt er dan met me?
Zal het zijn zoals in slaap vallen? Langzaam en dan ineens helemaal?
Zal het pijn doen?
Ach, het kan nooit meer pijn doen dan het leven.
Is het raar om te zeggen dat ik er zin in heb? Om alles achter me te kunnen laten?
Het lijkt me heerlijk.
Morgen, na school zorg ik er voor dat de brieven vrijdag in Thijmens kluisje terechtkomen.
Dan ga ik naar mijn favoriete plekje, aan de overkant van de heidevelden, in de bossen. Daar is een prachtige open plek, waar de mooiste blauwe, paarse en roze bloemen groeien. Aan de voet van een oude kastanjeboom die bekleed is met mos, ga ik zitten.
Ik eet de laatste chocoladereep van mijn leven, geniet nog even van de zon, ga liggen tegen de stam en ga dan verder naar mijn volgende bestemming.
De dood.
De hemel, de hel, het hiernamaals, de onderwereld, dat maakt me niet uit.
Ik geloof nergens in, alleen in leven en dood.
Het zal met pijnstillers gebeuren.
Een overdosis aan ibuprofen, paracetamol, advil en aspirine.
Drie of vier pakjes in een keer, gewoon om er zeker van te zijn dat het werkt.
En dan ga ik slapen.
Een poging doen tot, in elk geval.
Ik hoop dat ik geen spijt krijg, maar dat zal wel niet.
Nu ga ik subtiel afscheid nemen van mijn vader.
Daarna ga ik genieten van mijn laatste nacht.
Slaap zacht.

Liefs,
Merida

Lieve Thijmen,
Daar ben ik weer.
Als je alles tot nu toe gedaan hebt, kan ik je niet genoeg bedanken.
Dat kan ik je nooit terugbetalen, slechts met een dankbaarheid van hier tot Tokyo.
Niet dat je dat nog ooit zult merken, want ja.
Ik ben dood.
Echt. Dood. Weg.
Als je dit leest ben ik echt dood.
Dat je het weet. Het is geen smoes of een schreeuw om aandacht, echt niet.
Nu je dat weet, heb ik nog één vraag voor je.
Eén verzoek.
Mijn allerlaatste wens, ik zweer het je.
Op mijn graf. – Haha –
Wat ik zou willen dat je voor me doet...
Schrijf me een brief.
Wat voel je? Wat denk je?
Zeg me dat je me begrijpt.
Asjeblieft, dat vraag ik je.Schrijf me een brief, daarna zal ik nooit meer iets van je vragen, ik beloof het.
Stuur de geschreven brief niet op.
Geef hem niet bij mijn begrafenis – dan kan ik hem toch niet lezen -.
Nee, verbrand de brief, samen met die van James, mits je geen adres hebt kunnen vinden zoals ik ook niet, al die jaren. Verbrand de brieven op mijn favoriete plekje.
Dan zal ik het weten.
Dan kun je me laten gaan.
Het spijt me, Thijmen, dat we elkaar niet kenden.
In elk geval ken je mij nu.

Liefs,
Merida

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro