Hoofdstuk 4: De spion

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ik doe mijn ogen open. Ik kan bijna alles zien; alleen niet vlak voor me of vlak achter me. Ik begin met lopen; ik moet alleen even wennen op mijn hoeven. De zon gaat harder schijnen en ik ben op de helft al uitgeput. Van de honger, maar vooral van de dorst. Ik eet wat gras, maar die is veels te droog. Ik probeer wat bladeren uit; die zijn ook droog, maar minder dan het gras. En dan het lijkt wel mijn geluksdag vind ik een piep klein besje. Ik eet het en het is lekker sappig. Ik loop wat om de struik heen in de hoop dat ik er nog eentje vind. Nee. Ik loop naar de struik er vlak naast die vol bramen lijkt te zitten. Ik eet wat bramen op en ik ga verder aan mijn reis. Het lopen gaat beter en ik haal makkelijk de overkant. Als ik aankom ga ik rustig in de schaduw liggen tot ik stemmen hoor. 'Ja zij was het.' Zegt een boze drukke stem. 'Dus je denkt dat ze de bramen gegeten heeft?' Zegt een zware stem. 'Hoe durf ze de bramen van de koning te stelen!' Zegt de drukke boze stem. 'Je hebt gelijk we moeten in grijpen.' Zegt de zware stem. Ik sta snel op en ik kijk naar de richting van de stemmen. 'Wie is daar?' Zeg ik bang. Opeens komt er een haas te voorschijn. 'En wie is die andere?' Vraag ik. 'Die wilt zich niet laten zien.' Zeg de haas. 'Ik wil me ook niet laten zien, maar omdat jullie me spioneren. ' Zeg ik boos. 'We hadden een simpele vraag voor je.' De haas slikte en ging verder. 'Bij wie hoor je? En geef eerlijk antwoord.' Zegt de haas en er valt een pijnlijke stilte. Ik besluit, maar niks over Eline te zeggen. 'Niemand.' 'Een alleen staander. Nou dat heb je lang volgehouden. Je bent de laatste denk ik.' Zegt de haas. 'Kom mee. We hebben lekker eten voor je. Een feest maaltijd met bessen in allerlei verschillende smaken: zuur zoet. zoals een citroën of bitter zoet zoals grapefruit.' Zegt de haas. 'Nee, ik ben op zoek naar familie.' Het is het enige wat ik kan verzinnen. 'Familie, is die ook nog alleen staander? Hoe heten ze? Mischien zitten ze bij ons. Of bij de leeuw, dan ben je de enige die goed zit.' Zegt de haas trots. 'Laat me met rust. Ik wil niks met die oorlog te maken hebben!' Opeens hoor ik de zware stem weer: 'Ik weet wie ze is! Ze heeft gelogen; ze is de vijand. PAK HAAR!' Uit de bosjes springen tijgers, wolfen en beren. Er vliegen arenden, valken en condors. Ik vlucht weg maar vogels vliegen boven mijn hoofd en een cheetah heeft me bijna te pakken. Ik heb verloren. Maar net als ik het wil op geven vliegt er een reuze vogel boven me. Iedereen schrikt en trekt zich terug. Ik blijf staan en ik kijk naar de vogel. Het is een andescondor. 'Ik help je tot je bij de berg bent aangekomen. ' Zegt de andesconder ik herken de stem het is Eline. 'Ze weten wie je bent.' Zegt ze de achter aan. 'Hoe dan? Denken ze het?' Vraag ik. 'Ze weten het, omdat je die bramen hebt gegeten.' Zegt Eline. 'Hoe dan door mijn slijm?' Vraag ik. 'Het komt, omdat het geen echte bramen waren. Ze gaven een kort effect op je ogen.' Zegt Eline. 'Wat voor effect?' Vraag ik. 'Je ogen werden groen.' Antwoord Eline. 'Blijf je me echt beschermen? ' Vraag ik. 'Ja tot de berg daar komt geen enkel leger. Zelfs geen spion.' Zegt Eline. 'Maar je zei toch dat je prinses bent?' vraag ik voorzichtig. 'Ja hoezo?' Antwoord ze. 'Van de leeuw?' Vraag ik. 'Ja' Antwoord Eline zacht, zodat alleen ik het hoor.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro