15. De drama achtervolgt me

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Sip kom ik aan bij het schoolplein en extra traag fiets ik naar een plekje. Ondertussen kan iedereen aan me zien dat ik nog helemaal niet klaar ben voor een nieuwe dag. Het constante gapen, de wallen, het gebrek aan energie: ik heb het allemaal. Na zowel het gefaalde tuinfeest bij Floris als de vreselijke nachtmerrie is het meer dan logisch dat ik me vermoeid voel. Het liefst kruip ik terug in bed. Wiens idee was het om zo vroeg te beginnen met school? Als het aan mij ligt veranderen we de wet, zodat de eerste les niet eerder begint dan 10 uur...

Dromerig stap ik af en rustig zet ik mijn fiets op slot, ook al weet ik dat ik later ben. Zou ik nog op tijd komen? Meteen haal ik mijn schouders op. Zolang ik onderweg niet in slaap val kom ik heus wel op tijd. Met de juiste motivatie kom je heel ver en dat is alles wat ik nu nodig heb. In mijn hoofd hoor ik mezelf al roepen. "Kom op Elena! Hoofd omhoog, tover een glimlach op je gezicht en zet door. Jij kan dit. Er zijn honderden andere jongens en meisjes die net zo weinig zin hebben in school als jij meid. Niet zeuren! Zo'n zwaar leven is het niet."

Ik glimlach om mijn eigen gedachtes. 'Oké dan. Ik kan dit.'

Stiekem ben ik trots op mezelf. Want voor iemand die absoluut geen ochtendmens is én de afgelopen nacht vooral wakker is geweest, gedraag ik me nog best vrolijk. Daarbij heb ik niet echt een keuze. Ik moet wel positief blijven, ik moet er wel het beste van proberen te maken. Doe ik dat niet dan focus ik mijn aandacht slechts op de naarste herinnering die in mijn geheugen vast zit. De herinnering die ik het liefst vergeet. Voor eens en voor altijd.

In mijn ooghoek zie ik wat gebeuren. Het leidt af. Snel, behendig en haast onopgemerkt word ik achtervolgt en wanneer ik het merk is het simpelweg te laat. Mijn rugtas is nog maar net over mijn schouders geslagen of er staan vanuit het niets twee jongens achter me. Ik heb pas drie stappen richting de ingang gezet of ik word door een van hen vastgepakt. Plotseling voel ik me een slachtoffer.

'Goedemorgen Elena. Lekker geslapen?'

Ik hoor gelijk dat het Kenzo is. Als ik opkijk herken ik de jongen naast hem, Lars. Wat ze willen bereiken blijft een raadsel.

Een moment lang hou ik mijn lippen stijf op elkaar. Ik verzamel moed in de poging sterk over te komen. Ze hoeven tenslotte niet te weten dat de zenuwen door mijn aders gieren. Ze hoeven niet te weten dat ik me ontzettend klein en onzeker voel nu ik opgejaagd ben als een makkelijke prooi. Nee, dat hoeven deze jongens zeker niet te weten.

'En de reden dat jullie twee opvallend dicht achter me staan is wat precies?' vraag ik zo kalm mogelijk.

Kenzo klemt zijn vingers om mijn pols. Een verklaring of uitleg krijg ik niet. In plaats daarvan trekt hij me met een harde ruk mee. 'Hé!' roep ik uit protest, 'doe eens even normaal! Meneer denkt dat ie alles kan doen nou ik heb nieuws voor je: mensen ontvoeren is nog steeds verboden. Laat los!'

Hij grijnst. Het liefst geef ik hem een mep. Er is helemaal niks grappig. Hoe durft hij me zo pijnlijk mee te sleuren? Dit gedrag past precies bij het beeld dat ik bij hem kreeg sinds Kiara's verhaal. De klootzak is een arrogante, agressieve jongen die geen respect heeft voor meisjes. Het ene moment was ik doodnormaal onderweg naar de les en het andere moment word ik opgewacht, opgejaagd en tegen mijn wil in naar de achterkant van het gebouw gebracht. Zoiets is toch niet normaal?

En die vrienden van hem? Die zijn zwak. Helaas ook Lars besef ik. Hij was een van de weinige die nog redelijk aardig overkwam. Nu is dat beetje respect verdwenen. Hij laat Kenzo zijn gang gaan en loopt als een of andere waakhond achter hem aan.

Om de hoek word ik eindelijk losgelaten. Terwijl ik m'n handen in mijn zij zet kijk ik Kenzo fel aan. 'Oké. We zijn uit het zicht van mensen. Gekregen wat je wilde?'

'Nog niet helemaal,' antwoordt hij. Zijn ogen maken zich van me los en gaan vervolgens naar Lars. Hij knikt als teken van toestemming waardoor zijn beste vriend in actie komt. Vlug en behendig wordt mijn tas weg getrokken. Emotieloos graait Lars in mijn tas. Ik moet toekijken hoe de rits opengaat. Het idee dat zijn vingers ongevraagd aan mijn spullen zitten maakt me boos. Ik zet een stap naar voren, totdat Kenzo de weg blokkeert.

Ik zucht. 'Zo, zo, je reputatie wordt steeds indrukwekkender. Eerst ontvoering en nu ook diefstal... Wat is er zo belangrijk dat je van een ander moet hebben en je zelf niet hebt? Wat dan? Als een van jullie maandverband nodig heeft had je het ook kunnen vragen hoor.'

Van afstand hoor ik Lars grinniken. Kenzo is vooral verbaasd. Ik moet het zelf ook even verwerken. Kwam die brutale uitspraak echt uit mijn mond?

Het duurt niet lang of ze zijn klaar met zoeken. Lars schudt zijn hoofd. 'Ze heeft het niet in haar tas.'

'Whatever,' mompel ik. Beschuldigend kijk ik Kenzo aan. 'Zou ik dan nu mijn spullen terug mogen? Dan zal ik proberen deze achterlijke actie van je te vergeten.'

Ik schrik. Hij grijpt mijn schouders om me daarna gevaarlijk dicht tegen de muur aan te drukken. Mijn hart gaat ervan tekeer. 'Je denkt dat dit grappig is?' sist hij. 'Ach je hebt geen idee. Meisje ik geef je één fucking kans voordat je mijn lelijkste kant krijgt te zien. Ben ik duidelijk?'

Het wordt licht in mijn hoofd. Ik ben bang. Oprecht en puur bang. Ik kan niks zeggen, denken of doen als hij me zo klem zet tussen zijn ijzersterke lichaam en de stenen muur.

'Nou? Geef antwoord dan.'

Ik zwijg. Nerveus bijt ik op mijn lip totdat ik opgelucht hoor hoe ik onverwachtse hulp krijg. Lars kucht voordat hij zegt: 'misschien moet je haar wat ruimte geven.'

'Want?' snauwt Kenzo. 'Ze is niet onschuldig. Ze heeft iets van mij.'

'Man kijk naar haar. Je drukt haar nog net niet door de muur heen. Ze durft niet eens meer te ademen.'

Even lijkt hij de opmerking van Lars niet serieus te nemen, maar dan zet hij toch een kleine stap naar achteren. Veel vrijer is het niet. Wel krijg ik het weer voor elkaar om zuurstof binnen te krijgen. Blij dat de paniekaanval wegblijft haal ik adem en langzaam wordt de druk op mijn borst minder. Herinneringen van de trauma en de nachtmerrie houden zich verscholen op de achtergrond. Hij heeft geen idee hoe zijn aanval bij mij overkwam. Hij heeft geen flauw benul hoe erg het me deed denken aan vroeger. Aan tijden die ik wil vergeten.

Ik slik. 'Wat zoek je?'

'De foto die je hebt gesloten.'

Het kwartje valt. Natuurlijk! Hij is er onmiddellijk achtergekomen dat ik de foto uit zijn kluis heb. Dit hele gebeuren vindt plaats door die stomme foto van het mysterieuze meisje. Betekent zij zoveel voor hem? Is hij daarom zo agressief? Of gaat het er gewoon om dat de foto van hem is en niet van mij?

'I-ik deed het niet met opzet. Ik wilde-'

'Het interesseert me niet wat je wilde Elena. Jij gaat de foto teruggeven. Nu. Als je het niet bij je hebt is dat jouw probleem. Ik laat je niet gaan tot je het hebt opgelost. Ik wil de foto terug en mocht je het nog niet weten: ik krijg altijd wat ik wil.'

De bel gaat. Hulpeloos staar ik om me heen, in de hoop een oplossing te vinden. 'De foto ligt thuis' zeg ik zacht. 'Ik beloof je dat ik het teruggeef maar ik moet naar binnen.. I-ik moet naar de les. We hebben nog maar een paar minuten voor de les begint. Jij moet toch ook op tijd komen?'

De onzekerheid is in elk woord te horen en ik haat het. Het is vreselijk dat ik zo zwak overkom. Daarentegen wil ik hier zo snel mogelijk weg en als ik hem daarvoor zijn zin moet geven dan moet dat maar.

Wonder boven wonder draait hij zich om. Hij zet een paar stappen richting het schoolplein, weg van mij. Zijn handen zitten koel in zijn zakken. Halverwege houdt hij zijn pas in en met zijn rug naar me toe hoor ik hem zeggen: 'vanavond geef je de foto aan me terug. Ik sms je de tijd en locatie. Waag het niet op te komen dagen, dan zal je me thuis tegenkomen.'

Ik blijf staan tot hij uit het zicht is verdwenen. Lars reikt zijn arm met mijn tas in zijn handgreep. Duizend gedachtes overvallen me. In stilte claim ik mijn spullen. Een onschuldige blik rust op zijn gezicht voordat hij zijn stem laat horen.

'Het spijt me dat ik dat moest doen. Ik had het niet gedaan als.. als het niet nodig was.'

Kiara had gelijk. Individueel zijn ze aardig maar samen zijn het inhoudsloze rotzakken. Hoofdschuddend besluit ik zijn verontschuldiging niet goed te keuren. 'Wauw, jullie jongens brengen het begrip loyaliteit naar een heel nieuw level.'

In een grote boog loop ik om hem heen en met een rotgevoel begin ik de dag.



Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro