10. Op zoek naar antwoorden

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

In een haastig tempo sprint ik de trap af. Aan het eind van de trap maak ik een sprongetje en onhandig beland ik op de vaste vloer. Vliegensvlug werp ik een blik in de spiegel. Veel tijd om mijn uiterlijk te beoordelen heb ik echter niet. Serena heeft midden in de nacht ruim twee uur gehuild en vanaf dat moment heb ik nauwelijks een oog dicht gedaan. Het heeft eeuwen geduurd voor ze weer in slaap is gevallen en ik was alweer klaarwakker. Ik heb geweten dat het geen zin had om weer terug naar bed te gaan en dus ben ik op een stoel naast Serena's bedje gaan zitten.

Mijn ogen kregen het gedurende de tijd moeilijker met open blijven maar op een of andere manier voelde het nodig om wakker te zijn. Voor Serena. Voor mijn dochter. Het voelde alsof ik klaar moest staan voor het geval ze me weer nodig had. En ik wilde het. Ik wilde voor haar klaarstaan. Haar beschermen en haar zien dromen. Misschien een rare gedachte. Maar dat zijn nou eenmaal de moederlijke gevoelens die in me zijn ontstaan.

Het is ochtend en nog geen tien minuten geleden ben ik geschrokken ontwaakt. Blijkbaar is het me toch gelukt in slaap te vallen op de totaal niet comfortabele stoel en nu is het veel te laat om nog op tijd op school te komen. Als een raket ben ik mijn ochtendroutine gestart en zonder te ontbijten wil ik naar buiten rennen met de fietssleutels in mijn hand.

'Sophie je hebt niet eens gegeten!' klinkt mijn vaders strenge stem.

'Daar heb ik toch geen tijd voor!' roep ik geïrriteerd.

Met een ruk zwaai ik de deur open en net als ik een voet over de drempel zet bots ik tegen iemand op. Nou kan ik slecht tegen stressvolle situaties en dat gecombineerd met het tekort aan slaap geeft me de neiging te gaan schelden. Ik heb mijn mond al geopend als de ringtone van mijn telefoon afgaat. 'Wat nou weer?' mopper ik in plaats van de scheldwoorden die ik had bedacht en kijk tegelijkertijd naar degene waartegen ik ben aangelopen.

Een beetje verbaasd kijk ik naar Mike's rug die nu in beweging komt. Met een half opgerookte sigaret draait hij zich om en met opgetrokken wenkbrauwen kijkt hij me aan. Hij wilt iets zeggen maar ik gebaar hem even te wachten.

'Hallo?' zeg ik nu door de telefoon en luister ongeduldig naar een onbekende stem. Het blijkt uiteindelijk de receptioniste van school te zijn die me komt vertellen dat de docent van het eerste lesuur zich op het laatste moment ziek heeft gemeld. In andere woorden: het komende uur hoef ik niet naar school. Ik realiseer dat ik nu genoeg tijd heb gekregen om uit te rusten en opgelucht haal ik adem. Een walm van rook dringt mijn neus binnen waardoor mijn aandacht op Mike wordt gericht.

'Wat doe jij nou weer hier?' is het eerste wat ik tegen hem zeg. Hij kucht en zoekt naar een gepast antwoord.

'Ik eh, ik wilde Serena even zien,' mompelt hij.

Met samengeknepen ogen kijk ik hem aan. 'En je kon je niet bedenken dat ik normaal op school was geweest? En dan bel je niet even aan in plaats van voor de deur te roken?'

Mijn woorden klinken bozer dan de bedoeling is. Toch kan ik het niet laten. Zijn hele aanwezigheid op dit moment is onduidelijk.

'Rustig. Ik was van plan om toestemming aan je ouders te vragen.'

Ik voel mijn ogen groot worden. 'Haal dat idee vanaf nu maar uit je hoofd. Zonder mij mag je Serena niet zien.'

Zijn ogen uiten irritatie maar hij houdt zijn lippen stijf op elkaar. De boosheid om zijn actie bij het plein is ondanks het gebeuren in het park nog niet verdwenen en dat is duidelijk te merken. Er heerst een ongemakkelijke spanning tussen ons in.

'Je hebt beloofd me niet bij haar weg te houden.'

Zijn stem klinkt zwaar. Ik kijk hem aan en geef hem uiteindelijk zijn wil. 'Goed. Heel even dan.'

Dankbaar loopt Mike achter me aan de woonkamer in. Op de bank zie ik mijn moeder zitten met Serena in haar armen. In een van haar handen houdt ze een flesje vast. 'Mam. Mike is hier.'

Ze kijkt op. Ze is duidelijk verrast. Haar ogen vertellen me dat ze nog razend op hem is doordat hij me lange tijd alleen heeft gelaten maar ze is te goedhartig om hem weg te sturen.

'Hallo Mike,' zegt ze met een beheerste stem. Wat terughoudend groet hij terug en wacht rustig af tot hij Serena mag vasthouden. Ik kijk mijn moeder aan tot ze het begrijpt en met het excuus dat ze toch nog een was moet doen staat ze op. Zonder nog iets te zeggen laat ze Serena door Mike van haar overnemen en stapt de kamer uit. Met een brede glimlach kijkt hij Serena aan.

'Hallo engel van me,' zegt hij zacht en gaat op de bank zitten. In stilte observeer ik hem. Net als de vorige keer lijkt hij oprecht blij te zijn en net als de vorige keer kan ik de liefde die hij voor haar voelt zien in zijn ogen. Het ziet er zo echt zijn dat het haast onmogelijk bedrog kan zijn. Toch twijfel ik. Ik twijfel aan hem. Hij kan zich zo apart gedragen. Zo raar. Bovendien wéét ik dat hij iets verbergt. De enige reden dat ik er niet naar vraag is dat hij het geheim al bij zich droeg op het moment dat ik hem leerde kennen. Het is een soort van normaal geworden.

'Ze moet haar flesje nog krijgen.'

Mike maakt zijn blik van Serena los en kijkt me vragend aan. 'Wat?'

In zijn stem is te horen dat hij geen flauw benul heeft wat hij nu moet doen. Het bezorgt me een glimlach. Een zwakke glimlach, maar het is iets. Ik kom naast hem zitten en reik hem het flesje die mijn moeder op tafel heeft gezet. Onzeker pakt hij het aan.

'Geen zorgen. Je kan het onmogelijk fout doen.'

Hij knikt en twijfelachtig probeert hij het flesje aan Serena te geven. Haar groene ogen staren hem stilletjes aan en zonder enige weerstand begint ze te drinken. Er verschijnt een grijns rondom zijn mond. Ik kan niet ontkennen dat het er ongelofelijk lief uitziet en als vanzelf moet ik ook lachen. 'Zie je? Het is simpel.'

Hij kijkt me aan. 'Het spijt me.'

Zijn woorden komen onverwachts. 'Voor wat?'

'Je weet wat. Voor dat ik me als een klootzak heb gedragen.'

Ik weet niks terug te zeggen.

'Het spijt me echt,' herhaalt hij.

'Ik geloof je,' mompel ik na even stil te zijn.

Ik voel de spanning stijgen en zonder er iets tegen te kunnen doen staren we elkaar langer dan normaal aan. Het oogcontact geeft me allerlei gevoelens totdat ik het met veel moeite verbreek. Hij merkt wat hij met me doet en wendt zich weer tot Serena. Wanneer ik m'n hoofd van hem wegdraai kijk ik onbewust naar de ingelijste babyfoto's op de vensterbank. Ik bedenk me dat Mike geen enkele foto of herinnering van Serena heeft.

'Mike, wil je misschien een foto van haar? Ik heb nog een paar kleine pasfoto's in mijn kamer liggen.'

Totaal geconcentreerd blijft hij naar Serena kijken en zonder iets te zeggen knikt hij zachtjes. Ik spring op en loop kalm naar boven toe. De deur achter me is gesloten en zonder kwade bedoelingen zet ik een eerste stap op de trap.

Totdat ik het hoor.

Het geluid is zacht maar het is me opgevallen. Het geluid van gezoem. Het geluid van een telefoon. Ik verstijf en spits mijn oren. Mijn benen staan nog zo dat ze een nieuwe stap kunnen maken maar iets anders heeft mijn volledige aandacht gekregen. Voorzichtig draai ik me om en gefocust werp ik een blik naar Mike's jas. Hij heeft het vlak voor hij naar binnen liep aan de kapstok opgehangen. Opnieuw klinkt het gezoem van zijn telefoon. Zonder erbij na te denken fluister ik zacht tegen mezelf.

'Hij wordt gebeld.'

Een risicovol idee komt in me op. Het is gevaarlijk en de kans dat het helemaal mis gaat is groot. Maar ik ben zo nieuwsgierig. De drang om mogelijk meer antwoorden te krijgen wint. Het is te groot om het te negeren en zo stil als ik maar kan stap ik richting zijn jas. Met trillende vingers voel ik in zijn rechterzak. Mike's trillende mobiel komt in botsing met mijn vingertoppen. Ik ben zo nerveus dat ik elk geluidje in de gaten hou en met ingehouden adem omklem ik de mobiel. Bang dat ik het laat vallen breng ik het traag naar voren.

Op het scherm verschijnt een wit licht met in zwartgekleurde letters de naam van de beller. Vincent. Ik slik. Zou ik dit nou wel doen? Straks is het gewoon een van zijn vrienden. Straks is het familie. Wat zouden ze wel niet denken als ik dan opneem? Maar wat als het iemand anders is... Iemand die meer weet dan ik. Mijn twijfeling gaat weg.

Ik moet het weten.

Mijn hand gaat richting mijn oor en voor ik weer van gedachte kan veranderen druk ik op opnemen.

'Hallo?'

Mijn stem trilt. Er komt geen reactie. 'Hallo?' probeer ik opnieuw. Weer geen reactie. Ik kijk naar het scherm. Shit. Ik ben te laat. Hij heeft al opgehangen. "1 gemiste oproep" komt er te staan. Ik moet net te laat zijn geweest met opnemen. Een gevoel van teleurstelling gaat door me heen maar ik besef me ook dat ik hier niet eeuwen kan blijven staan. Niet als ik niet betrapt wil worden. Vlug leg ik de mobiel terug en ren naar boven. Eenmaal in mijn kamer pak ik een foto en na diep adem te halen ga ik weer naar de woonkamer. Ik voel me opgelaten maar Mike lijkt niets in de gaten te hebben. Hij is te druk bezig met Serena. Gelukkig maar.

Met een betoverende blik bekijkt hij de pasfoto. Zijn mondhoeken krullen omhoog. 'Ze heeft jouw ogen Sophie. Van die prachtige groene ogen.'

Ik glimlach en voel me onbewust verlegen worden. 'Ze zal jouw haarkleur krijgen.'

Verbaasd kijkt hij mij aan. 'Hoe weet je dat?'

Vrolijk lach ik. 'Gewoon een gevoel.'

Hij grijnst en dankbaar stopt hij de foto in zijn zak. Als hij opkijkt ziet hij de tijd. Zijn grijns verdwijnt en een serieuze blik komt ervoor terug. 'Ik moet gaan.'

Ik vraag me af waarom maar ik ben inmiddels slim genoeg om te begrijpen dat hij me toch geen antwoord gaat geven. 'Oké,' zeg ik daarom en neem Serena van hem over.

Terwijl hij naar de gang loopt ga ik achter hem aan om hem gedag te zeggen. Hij trekt zijn jas aan en drukt nog snel een kus op Serena's voorhoofd. 'Tot ziens engeltje. Ik zie je gauw weer.'

Mij wilt hij een knuffel geven al gaat dat uiteindelijk wat moeilijk met Serena in mijn armen. 'Dag Sophie,' zegt hij rustig en loopt naar buiten toe. Het zenuwachtige gevoel is beetje bij beetje verdwenen en met een rustige ademhaling zeg ik hem gedag. 'Dag Mike.'

Hij loopt. En hij loopt. Niks aan de hand. Ik ga er onderhand helemaal vanuit dat alles goed is verlopen en ik heb mijn hand al bij de deur neergelegd om dicht te doen.

'Stop.'

Geschrokken blijf ik staan en zie ik hoe hij zich met een ruk omdraait. Zijn ogen staan woedend. Het is beangstigend. Ik zwijg en probeer mijn schrik te verbergen. Het geluid van zijn mobiel verbreekt de stilte. Ik hou me aan de gedachte vast dat hij niet weet dat ik heb gebeld en met een snel bonkend hart wacht ik tot hij iets doet. Zijn complete uitstraling staat geïrriteerd als hij opneemt.

'Niet nu. Ik bel je zo terug' bromt hij en hangt weer op. Opnieuw kijkt hij me aan. Zijn ogen fonkelen.

'Waarom heb jij mijn telefoon gepakt?'

Ik slik. Hoe ga ik me hieruit redden?'

'Wat, waarom denk je dat-'

'Niet doen alsof je van niks weet Sophie!' schreeuwt hij kwaad. Het is zo hard dat Serena begint te jammeren maar het lijkt hem niks uit te maken. 'Mijn mobiel zat in mijn rechterzak toen ik hier aankwam en net zat het in mijn linker.'

Fuck. Hoe heb ik zo stom kunnen zijn? Ik zoek naar een goed antwoord maar mijn lichaam kan zich alleen maar bezighouden met het beklemmende gevoel en de stress.

'Waag het niet dat ooit nog een keer te doen.'

In harde passen loopt hij van me weg. Ik kijk hem na. Heeft hij me zojuist bedreigd?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro