11. Ze begrijpt het niet

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Met alle kracht die hij heeft bedwingt hij zichzelf niet uit te barsten en zo snel als hij kan beent hij Sophies straat uit. De spanning en stress stroomt in volle vaart door hem heen met een opgejaagd gevoel als gevolg. Zijn hart klopt sneller en zijn ademhaling is heviger. Het is zo erg dat hij voor een kort moment bang is de controle te verliezen. Hij is dan ook echt bang geweest. Niet dat hij dat ooit zou toegeven aan wie dan ook, maar bang was hij. Angstig dat ze erachter was gekomen. Het idee alleen al maakt hem gek. Het zou alles verpesten.

Ze zou hem nooit meer op dezelfde manier aan kunnen kijken. De klik die ze hadden, de klik die ze hebben: het zou verdwijnen. Oplossen als sneeuw voor de zon. En alle plannen die hij heeft gemaakt zouden niet meer kunnen. Het plan om de band tussen Sophie en hem weer sterk te maken. Het plan om een goede vader voor zijn prachtige dochter te zijn. Het plan om een gezin te kunnen zijn. Wellicht vreemd voor een 19-jarige jongen. Als hij zich ook werkelijk als een 19-jarige zou voelen, maar dat doet hij niet. Het is slechts een getal. Het betekent niets. Voor zijn gevoel is hij al eeuwen geleden volwassen geworden.

Naar school gaan, plezier hebben met vrienden en zenuwachtig zijn voor feestjes en dates zijn allemaal punten die hij allang achter zich heeft gelaten. Het enige waar hij nu echt op hoopt is de droom om een gezin te zijn met Sophie en Serena. Een wens die hij stiekem altijd al heeft gehad. Misschien te onwaarschijnlijk voor nu, maar hij hoopt nog steeds dat het ver weg in de toekomst uit kan komen.

Tenslotte zou tijd de wonden van vroeger moeten helen. Toch? Hij vraag het zich af. Zou Sophie hem ooit compleet vergeven voor alles wat hij heeft gedaan? Voor het weggaan, voor het niet meer terugkomen en de geheimen die hij haar niet kon en nooit zou kunnen vertellen. Maar het belangrijkste: hij is er niet geweest toen Serena kwam. Haar dochter. Zijn dochter. Zijn prachtige engeltje. Een geschenk uit de hemel. Een lichtstraal om de duisternis te verlichten. Ze geeft hem hoop. Motivatie. Ze is alles wat hij nodig heeft om de goede kanten van zijn menselijkheid te behouden en te geloven dat de wereld ook nog goed kan zijn.

Ze zal de pure goedheid van Sophie uiten wanneer ze opgroeit en een voorbeeld zijn voor vele. Zoveel kan hij zien wanneer hij haar ziet. Zoveel kan hij voelen wanneer hij haar vast heeft. Het gevoel dat hij bij haar krijgt is onbeschrijfelijk. Het is niet uit te leggen in woorden. Het is gewoon prachtig. Een ding weet hij zeker. Hij zal haar koste wat het kost beschermen tegen al het kwaad in deze wereld. Wat hij daar ook voor zou moeten doen. Niets is te zwaar. Haar geluk is wat telt.

Zonder het besef hoe veel hij ondertussen heeft gelopen komt hij tot stilstand. Wanneer hij zich omdraait krijgt hij pas in de gaten hoe ver hij al is. Sophies straat is allang uit het zicht verdwenen. Hij is niet eens meer in haar woonwijk. Met een diepe zucht probeert hij zichzelf te kalmeren. In zijn hoofd ziet hij alleen maar het beeld van zijn agressieve houding tegenover Sophie. Hij heeft er spijt van. Hoe kwaad hij ook is. Hij heeft zich voorgenomen dat ze nooit maar dan ook nooit bang voor hem zou moeten zijn. Nu is die belofte verbroken. Hij heeft de angst in haar ogen gezien. Hij was dan ook zo boos. Zo kwaad.

Hoe heeft ze dat risico kunnen nemen? Ze weet toch dondersgoed dat zijn geheimen van hem zijn en van niemand anders? Het mag dan een zware last op zijn schouders zijn maar zijn wil om het zo te houden is ijzersterk. Niemand mag het weten. Niemand. Inclusief zij. Verbergen mag moeilijk zijn maar het is altijd nog makkelijker dan de waarheid. Het is beter zo.

De rustige straten zijn vervangen voor een brede weg met snel rijdende auto's en een stoep voor voetgangers. De weg loopt in een rechte baan verder door dan nu te zien is en leidt het verkeer rechtstreeks naar de stad, ook wel het hart van deze plaats genoemd. De plek waar de huizen smaller worden en je nooit alleen zal lopen. Het is de plek waar het altijd druk is. Iedereen in de buurt lijkt wel een reden te hebben om hierheen te komen. Als ze hier niet komen om de vele winkels met ieder een eigen reclamebord te bezoeken dan is het wel weer iets anders. Shoppen, uiteten bij restaurants, de bioscoop of de grote bedrijven voor economische zakenlui. De stad heeft altijd een reden om te bezoeken.

Het is een vrij gezellige plek voor zowel jongeren als ouderen. Op een doordeweekse dag als deze zal het de drukte niet gigantisch zijn. Niet zo erg als in het weekend. De meeste bevinden zich op school of werk. Hij niet. Hij heeft geen vaste plek waar hij moet zijn of vaste tijden waar hij zich aan moet houden. Er zit geen structuur in zijn dag. Het is altijd een verrassing op wat er komen gaat.

In stilte kijkt hij naar de voorkant van het hotel voordat hij naar binnen gaat. De witte geblokte letters vormen de naam. De muren lopen door tot ver in de hoogte en er zijn ontelbaar veel ramen. Bij de draaideuren staat een man in pak die vriendelijk elke gast groet en welkom heet. Zo ook hem en hij knikt als een groet vluchtig terug. Eenmaal binnen staat hij in een gigantisch grote hal. Overal waar hij kijkt staat wel iets dat een bepaalde indruk achterlaat. Zwart-witte meubels voor de moderniteit, glazen tafels met grote zachte poefen en de glanzende beelden in dierenvormen dat het iets aparts geeft. Het plafon is hoger dan normaal en loopt af in een ronde vorm als een soort kleine koepel.

Het personeel is netjes gekleed en beheersen de Nederlandse en Engelse taal uitstekend. Om de hal als laatste detail iets klassieks te geven hangen er meerdere kroonluchters met een heleboel lichtjes aan het plafon. Verder weet hij dat de ontbijtzaal er al net zo luxe en indrukwekkend uitziet en het hotel extra ruimtes als een terras, zwembad en fitness heeft. Het is zonder enige twijfel het grootste hotel waar hij tot nu toe is geweest. Op andere plaatsen en in deze stad. Hij is hier nu ongeveer anderhalve week en hij moet er nog steeds aan wennen. Niet per se aan het hotel. Meer de plaats.

Het is een deel van haar leven. Van Sophies leven. De plek waar ze is geboren en opgegroeid tot wie ze nu is. Een beetje vreemd om er weer deel uit van te maken. Het herinnert hem aan vroeger. Vroeger toen alles nog simpel leek. Toen hij nog niet zo betrokken was met alles wat hem nu alle tijd van de dagen eist.

Dat hij nu weer terug is kan als een wonder worden gezien. Een heleboel mensen zijn het niet met hem eens geweest maar natuurlijk kon hem dat weinig schelen.

"Ooit bedacht dat jij de vader niet hoeft te zijn?" is er nog tegen hem gezegd. Daar wilde hij niks van weten. Hij wist dat het zijn dochter was. Het moest wel. Sophie is veel te puur en te goed. Liefde is serieus voor haar. Ze zou nooit zo snel met iemand anders gaan en al helemaal niet nadat hij haar zo heeft achtergelaten. Hij wist het zeker. Hij was de vader. Dat hij daarachter is gekomen is sowieso al bijzonder. Als een vriend van hem Sophie niet had gezien met een baby had hij het misschien wel nooit geweten.

De gedachte alleen al geeft hem allerlei gevoelens als woede en verdriet. Ook al is hij onmiddellijk teruggekeerd naar deze plek nadat hij het nieuws kreeg te horen, hij zal zich altijd schuldig voelen. Spijt hebben. Al die tijd dat hij weg was. Al die dagen. Weg. Kwijt. Zo aan hem voorbij gegaan en dat allemaal door het rotleven dat hij leidt. Als hij het had geweten had hij het anders gedaan. Hoeveel problemen dat hem ook zou opleveren. Hij had het anders gedaan.

Hij zou voor de relatie die Sophie en hij hadden hebben gevochten, hij zou haar verteld hebben hoeveel hij van haar hield en hij zou het wonder in Sophies buik meemaken. Hoe het zich heeft ontwikkeld tot iets prachtigs. Zijn dochter. Nu is dat slechts een gedachte dat nooit meer realiteit kan worden. Voor het verleden is het te laat. De toekomst ligt echter zijn handen. Hoe dit verder gaat lopen ligt aan hem.

Als hij met de lift naar de bovenste verdieping is gegaan loopt hij richting zijn kamer. Bij nummer 954 komt hij tot stilstand en haalt de hotelkaart door het zilveren kastje dat voor de deur staat. Het knipperende lampje wordt groen. Eenmaal binnen hangt hij het bordje met niet storen aan de deurklink en checkt vervolgens drie keer of hij de deur achter hem goed dicht heeft gedaan. De kamer is netjes maar niet heel speciaal. Een typisch plaatje van een hotelkamer. Een tweepersoonsbed met schone lakens, een nachtkastje met een lamp, een stoel in de hoek en een televisie aan de muur. Hij laat zich op het bed vallen en haalt wat onrustig zijn handen door zijn haar.

Voor een moment sluit hij zijn ogen om zo tot rust te komen. Het is stil en op zijn ademhaling na hoort hij niets. Hij krijgt sterk de behoefte om een sigaret op te roken en staat daarom weer op. Nadat hij het slot van de tweede deur heeft ontgrendeld stapt hij het balkon op. De frisse lucht voelt goed. Met een snelle klik van zijn aansteker heeft hij de sigaret tussen zijn lippen aangestoken. Verlangend naar de rook inhaleert hij het diep in. Het gezoem van zijn telefoon verbreekt de rust. Haastig blaast hij de rook uit en neemt vervolgens op.

'Mike Moore?'

Hij luistert naar de woorden die tegen hem gezegd worden. Het bericht is goed nieuws en toch voelt hij zich er niet goed bij.

'En je weet het zeker?' ...

'Vincent ik moet het zeker weten. Ja of nee?' ...

'Oké. Geef me een paar dagen.'

Hij beëindigt het gesprek. Zijn opdracht is simpel en toch lastig. Hij heeft nog geen tweede trek van zijn sigaret genomen of zijn mobiel vraagt alweer om zijn aandacht. Dit keer is het een bericht. Een bericht van Sophie. Geïnteresseerd leest hij haar woorden:

Mike ik begrijp dat je boos bent om wat ik heb gedaan. Ik wil dat je weet dat het me spijt, maar je moet ook weten dat je veel van mij vraagt. Je vraagt me het normaal te vinden dat je dingen verzwijgt. Dat is het niet. Wanneer twee mensen elkaar kennen komt daar een band van vertrouwen bij. Ik weet niet wat het is maar ooit moet je erover beginnen. Zolang heb ik er niks meegedaan en uiteindelijk is onze relatie eraan kapot gegaan. Nu ben je terug. Wat denk je dat er gaat gebeuren als we ons weer precies hetzelfde gaan gedragen als vroeger? Denk daar over na. En kom mij of Serena niet opzoeken vandaag. Alsjeblieft. – Sophie

Hij zucht. Hij snapt eerlijk waar dat het moeilijk voor haar is. Hij snapt dat het niet eerlijk tegenover haar is maar wat ze vraagt is onmogelijk. Hij kan het haar niet vertellen. Hij kan het niemand vertellen. Het is te ingewikkeld. Te moeilijk. Het is beter voor haar als ze er niet in betrokken raakt.

Waarom kan ze dat niet begrijpen?

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro