52. Oude vriendschap, nieuwe vriendschap

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Hand in hand lopen we door het park. De frisse lucht doet me goed. Er is verse zuurstof van de hoge bomen, felgekleurde bladeren liggen op de grond en koude wind doet iedereens haren wapperen. Rillend verberg ik me dieper in mijn jas. Ik ruik de muffe geur van regen. Hopend dat er geen nieuwe bui komt kijk ik naar boven. 

Het is niet de eerste keer dat Caleb en ik hier komen. Het park is een beetje ons ding geworden. Dat geldt voor nu maar ook voor vroeger. We kennen elkaar tenslotte al jaren. Door de tijd heen zijn we hier gekomen als we wilden lopen, praten, lachen of huilen. Het is allemaal goed. In het park kan het allemaal.

Samen lopen we en samen luisteren we muziek. Caleb draagt een oortje en ik draag een oortje. In stilte gaan we het pad af. We kijken naar de kinderen die enthousiast rondrennen, de ouderen die een wandeling maken en de gezinnen die hun hond een plezier doen. Terwijl iedereen om ons heen geniet van de herfstige vrijdagmiddag, kijk ik ze bewonderend na. Een deel van me is jaloers. Een veel groter deel is blij dat er nog mensen zijn die wel kunnen genieten van een normaal leven.

Het is inmiddels acht dagen geleden sinds het moment waarin Mike's geheim is ontdekt. Wonderbaarlijk genoeg gaat het best goed met me. Helemaal vrolijk ben ik niet en er zijn genoeg momenten waarin ik het liefst de hele wereld bij elkaar schreeuw. Enorm veel tranen zijn verspild. Ik ben verdrietig geweest maar vooral boos. De afgelopen week heb ik meerdere keren de neiging gehad om mijn kamer overhoop te halen, puur om van de woede af te komen. Ik zou mezelf helemaal kapot hebben gemaakt, als mijn vriendengroep er niet voor me was geweest.

Ze weten niet wat er tussen Mike en mij is gebeurd. Ik heb de woorden niet over mijn lippen kunnen krijgen. Het grote geheim heb ik tot vandaag voor mezelf gehouden. Acht dagen lang. Het is een zware last om iets te weten waarvan je snapt dat de politie ingelicht moet worden. Het feit dat ik weet dat Mike met criminele zaken bezig is en ik het verzwijg voor de politie, maakt mij officieel medeplichtig. Dit is dan ook de reden dat ik het aan niemand heb verteld.

Niemand op ikzelf na weet de oorzaak van mijn plotselinge verdriet. Maar als er iets is wat ik heb geleerd dan zijn het wel echte vrienden. Caleb, Lola, Lexi, Anouk en Josh hebben geen woorden nodig voor een verklaring. Ze hebben het gezien in mijn ogen. Ze hebben het herkend in mijn breekbare en stille houding op school. Ze begrepen dat er iets is gebeurd en ze zijn lief genoeg om er niet over te beginnen. Zolang ze me steunen door simpelweg een vriend te zijn, helpen ze me meer dan genoeg. Dit weten zij. 

Bij een parkbankje blijven we staan. Caleb zet een nieuwe afspeellijst van zijn iPhone aan. Bij het eerste liedje verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Na het horen van de eerste klanken kijken we elkaar verwachtingsvol aan. Tegelijkertijd rappen we het populaire nummer van dat moment mee. Na de eerste zin hoor ik mezelf lachen. Het is een echte, pure lach: de eerste na acht dagen.

Ik weet welke afspeellijst Caleb heeft opgezet. Het is een verzameling aan liedjes die we een lange tijd geleden samen hebben gemaakt. We kwamen op het super originele idee om dé beste liedjes in een lijst te zetten. We zouden het aan niemand anders laten horen. Alleen wij mochten het luisteren, dat moesten we aan elkaar beloven. Ik kan me de zelfbedachte naam van de muzieklijst nog herinneren: "de awesome songs van Calebster en Soof". Ik grinnik. Met een goed gevoel denk ik eraan terug. We waren 12 jaar oud.

Hij slaat een arm om me heen. Zonder schaamte rapt hij het nummer mee. Ik probeer mee te doen maar mijn schaterende lach stopt het al snel. Ik kan simpelweg niet serieus blijven als de super nette Caleb met een stoere stem over vrouwen, geld en drugs rapt. Al helemaal niet als we ook nog eens in een park vol kinderen, ouderen en honden zijn.

'Caleb stop,' zeg ik door mijn lach heen. 'Mensen staren je aan.'

Hij haalt zijn schouders op. 'Ze doen maar. Zolang jij weer weet hoe je moet lachen ben ik tevreden.'

Ik knik. Bedenkelijk kijk ik hem aan. 'Je weet dat ik je als mijn beste vriend zie. Toch? En niet alleen op dagen dat ik me rot voel. Maar altijd. Ik weet dat ik er soms moeite mee heb om het te laten zien maar je bent echt heel belangrijk voor me Caleb.'

Hij spreidt zijn armen. Zuchtend omhelst hij me. 'Tuurlijk weet ik dat,' klinkt zijn rustige stem. Opgelucht haal ik adem. Het voelt fijn om geknuffeld te worden door een jongen die geen bijbedoelingen heeft. Elke dag heeft Caleb me gesteund door gewoonweg bij me te zijn en leuke dingen te doen. Zijn grapjes leren me weer lachen en zijn sterke schouder helpt me uithuilen. Ik ben hem zo dankbaar.

En niet alleen Caleb is er voor me geweest. Ook de rest van de vriendengroep, maar ook Charissa en Emily spelen een belangrijke rol. Ik heb de afgelopen acht dagen volgehouden door mijn aandacht volledig te storten op school, huiswerk, het pannenkoekenrestaurant en natuurlijk Serena. 

Als het dan toch even misging waren er genoeg mensen om me heen voor steun. Iedereen helpt me op zijn of haar eigen manier. De ene knuffelt, de ander maakt grapjes en weer een ander biedt een luisterend oor. Het is allemaal prima. Zolang ik ergens mee bezig ben en daarmee geen tijd heb om goed na te denken is het goed.

De twee onderwerpen die me nog het meest hebben afgeleid gaan gek genoeg allebei over liefde. De een net iets serieuzer dan de ander...

Tijdens het werk, maar ook vele keren erbuiten, heeft Emily me meerdere malen verteld over haar nieuwe vriendje. Haar gebroken hart om Yoram leek compleet verdwenen. Haar typische vrolijke uitstraling was weer terug. Ze is zo druk bezig geweest met het vertellen over haar nieuwe vriendje dat ze niet eens heeft gevraagd waarom ik de vorige keer zo geschokt naar huis ging. Een hele opluchting voor mij natuurlijk. Zolang Emily lekker verliefd is, hoef ik niet uit te leggen dat er een stalker in het pannenkoekenrestaurant is geweest. 

Naast Emily's leven lijkt er ook nieuwe liefde in die van mij te komen. Wonder boven wonder heeft het alles met Isaac te maken. Het is een goed uitziende jongen die ondanks zijn mysterieuze trekjes lekker normaal is. Hij respecteert me zoals ik ben en hij verdedigt me tegenover eikels als John. Tijdens de schooldagen heeft hij de lessen net iets minder vervelend gemaakt. Als ik weer eens teveel aan Mike dacht en te weinig aan wiskunde, zorgde Isaac ervoor dat ik niet afging in het bijzijn van de hele klas.

Echte romantische liefde wil ik het nog niet noemen. Daar is de wond te diep voor. De band tussen Isaac en mij is meer een fase waarin we dichter naar elkaar toegroeien. Ik vind hem leuk en na de flirterige opmerkingen lijkt hij ook interesse in mij te hebben, maar veel meer dan een nieuwe vriendschap wil ik er niet van maken. Nog niet. Tenslotte is mijn hart nog steeds gebroken. Ik kan onmogelijk ontkennen dat ik nog lang niet klaar ben met Mike. 

Het is me overdag misschien gelukt om mijn leven op te pakken, maar dat zegt nog niks over de nacht. Dan kan ik er niet meer omheen draaien en schieten de pijnlijke beelden van Mike, de koffer en het pistool door mijn hoofd. Ik probeer het te verdringen maar het lukt niet. In de nacht heb ik geen controle.

'Soof? Ben je in slaapgevallen of negeer je me gewoon?'

Ik kijk Caleb aan. Zonder er erg in te hebben zitten we op het parkbankje. Ik blijk al minutenlang tegen hem aan te liggen. Het oortje is uitgevallen. Ik hoor de muziek zachtjes op de achtergrond. Nu Caleb me vragend aankijkt besef ik me dat hij al de hele tijd tegen me zit te praten.

Spijtig kijk ik hem aan. 'Sorry. Ik ben er niet helemaal bij.'

'Ja dat merk ik. En niet alleen vandaag Soof. Het is overduidelijk dat je ergens mee zit. Ik ken je goed genoeg om te weten dat je het moeilijk vindt om problemen te delen met andere. Maar Soof: dit gaat al een week zo. Als er iets is moet je het me zeggen. Daar heb je beste vrienden voor.'

Zenuwachtig draai ik een haarpluk om mijn vingers. Als ik loslaat valt de gekrulde bruine lok voor mijn ogen. Aarzelend begin ik te mompelen. 'Ik heb zo een afspraak. Ik moet ergens heen en ik ben er heel erg nerveus voor. Ik stel het al uren uit door hier met jou te zijn.'

Hij begrijpt me niet. 'Als je er zo tegenop zit dan ga je toch gewoon niet?'

Ik glimlach zwakjes. 'Was het maar zo makkelijk.'

Het is niet raar dat Caleb er zo overdenkt. Hij kan onmogelijk weten hoe ingewikkeld dit is. Hij kan niet snappen dat ik hierheen moet. Deze onofficiële afspraak met iemand die ik niet wil zien. Tegen mijn wil in ga ik het doen. Niet voor mij maar voor Charissa.

De stalker is nog steeds een gezichtloos monster zonder naam. Gek genoeg heb ik sinds de ontdekking van Mike's geheim geen nieuw bericht meer gehad. Ik heb het Charissa gevraagd en ook zij is niet bedreigd. Om een of andere vage reden lijkt het spel te zijn gestopt. Maar dat maakt geen verschil. Wat gebeurd is blijft erg. Er zijn nog steeds momenten waarin ik paniekaanvallen dreig te krijgen door alleen over straat te lopen of een verdacht persoon in de buurt te zien.

De politie om hulp vragen kan ik niet. Ik wil het niet en ik kan het niet. Bovendien: wat zou ik moeten zeggen? "Hallo, mijn ex-vriendje is waarschijnlijk een crimineel of maffia maar ik heb geen bewijs". Ze zien me al aankomen... Mike verraden is geen optie en hiermee kan ik ook niks zeggen over de stalker. Tenslotte heb ik alle berichten aan hem gegeven. Ik besef me nu pas hoe dom dat is geweest.

Ik heb ontdekt hoe erg Charissa ermee zit. Huilend heb ik haar gevonden, bang en alleen in haar slaapkamer. Ze is doodsbang voor de stalker die nog steeds niet is ontdekt. Of we nou bedreigd worden of niet: het blijft een feit dat het monster nog vrij rondloopt. Hij of zij wordt niet gezocht of gestraft. Dit maakt Charissa terecht bang. Soms is het zo erg dat ze niet alleen naar buiten durft te gaan. Dat hoeft ze me niet te vertellen. Ik heb het gezien. Het zijn genoeg redenen om deze afspraak na te komen.

Ik kijk Caleb aan. Mijn hand leg ik op zijn schouder. 'Bedankt voor dit. Bedankt voor alles, maar nu moet ik gaan.'

Ik sta op. Caleb doet hetzelfde. 'Vertel me op z'n minst waar je heengaat.'

Al lopend draai ik me naar hem om. De bezorgdheid in zijn ogen raken me. Ik schraap mijn keel. Mijn hart klopt onrustig heen en weer. 

'De tattooshop. Ik ga naar de tattooshop.'




Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro