2| Apen en Bavianen

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'If you're happy and you know it, clap your hands...' schalt er door mijn kamer. Pip springt lachend op mijn bed en ik draai zoveel rondjes op mijn bureaustoel dat ik bijna moet kotsen. De sfeer zit er bij ons beiden goed in.

'If you're happy and you know it then your face will surely show it, if you're happy and you know it clap your hands!' Krijst Pip de muziek mee. Ze heeft zo haar koppige dagen, maar ze kan ook echt gezellig zijn.

De muziek staat echter zo hard dat het geschreeuw van mijn ouders in eerste instantie niet te merken is. Pas als ik de muziek iets zachter zet is het pas te horen. Pip stopt met springen en luistert huiverend naar het geschreeuw en geroep.

'Je bent een druiloor Silvester!' Schreeuwt mam van beneden. 'Jij hebt in dit huis maar één simpele taak en dat is geld voor het gezin binnen halen. Nu heb je het voor elkaar gekregen om ontslagen te worden voor wat?!'

'Ik probeerde ons gezin te helpen Heleen.' Schreeuwt pap net zo hard terug. 'Ik had ons geld kunnen verdubbelen als ik goed had gegokt.'

'En daar ligt het probleem! Je bent helemaal verslaafd Silvester. Dit gaat zo echt niet langer. Je moet verdomme hulp zoeken! Hoe vaak moet ik dat nog zeggen?' Schreeuwt mam.

Pip slikt een brok in haar keel door en trekt aan mijn arm. De situatie is voor beide partijen niet erg aangenaam, dus bedenk ik snel een oplossing.

'Wij gaan even naar het centrum.' Stel ik vast en ik sta op. 'Dan drop ik jou bij Speeleiland en dan ga ik leren in de bibliotheek.'

Pip steekt haar beide duimen op. 'Dat lijkt me een prima plan.'

Zo gezegd zo gedaan. Binnen 10 minuten staan Pip en ik voor de ingang van het Speeleiland, een speelparadijs voor hyperkinderen, strijdlustige apen en brulbavianen. De perfecte plaats voor Pip en lekker te gaan  rauwdouwen.

Ik laat haar hand los en kijk haar aan. 'Ik kom je vanmiddag rond vier uur weer ophalen, oké?' Ik rits mijn portemonee open en geef haar een 5 euro briefje. 'En hiermee kan je jezelf voorzien van wat drinken en wat lekkers. Ga je gang.'

Ze pakt het briefje gretig uit mijn hand, geeft me een knuffel en rent dan naar de apenkooi toe. Precies waar ze thuishoort, denk ik als ze bij de touwen naar beneden kukelt. Ik schud grijnzend mijn hoofd en loop het gebouw uit.

De bibliotheek is gelukkig maar een straat verderop tegenover mijn favoriete bakkerij, waar ik regelmatig een puddingbroodje met warme vanillesaus en aardbeien koop. Het enige jammere is dat je niet mag eten in de bibliotheek. De laatste keer dat ik dat met Heidi deed werden we er meteen uitgestuurd, omdat we ons niet aan de regels van de bibliotheek hielden.

De automatische schuifdeur gaat open en ik loop op mijn dooie gemakje het grote bibliotheek gebouw binnen. Op het eerste gezicht lijkt er niemand te zijn, maar als ik langs de stoffige boekenkasten loop, zie ik toch wel een paar mensen die rustig aan de tafels zitten met een boek of een laptop.

Ik zoek een rustig plekje in het hoekje uit en stal daar al gelijk mijn spullen uit. Mijn achterwerk plant ik op de comfortabele zitzak die tegen het tafeltje aan staat en ik doe mijn laptop open.

Na de foto van gisteren heb ik geen enkel stukje bewijs meer kunnen vinden. Ik heb drie uren door allemaal nieuwssites, instagrampagina's en facebookberichten heen gescrollt, maar nergen was nog iets anders opmerkelijks te vinden. Die foto was dus puur beginnersgeluk. 

Waar ik dus nu mee bezig zal gaan? Ik heb geen idee. Ik wil allereerst een paar mensen ondervragen die Annabelle goed kennen. Daaruit heb ik een kleine selectie gemaakt: Nancy O'Connor en Micheal Warren, Annabelle's ouders, Louise Hartman, Annabelle's beste vriendin en een medewerkster van de bakkerij en Lotus Delisle, waarvan ik erachter ben gekomen dat zij goede vriendinnen met Annabelle is geweest. Volgens vele bronnen zijn de twee uit elkaar gegroeid en ieder hun eigen richting op gegaan na de basisschool.

Ik besluit om even een ommetje langs de boekenkasten te maken en een boek te zoeken over communicatie en socialisatie. Dat kan best handig zijn als ik überhaupt antwoorden los wil krijgen van iemand. Ik heb geen enkele ervaring met ondervragingen, dus er meer over te weten komen is nooit verkeerd.

Bij de letter S is helaas niks zinnigs te vinden. Alleen iets over socialisatie tussen pinguïns en bananenschillen op school, of zoiets. Ik rol met mijn ogen.

Bij de letter C heb ik gelukkig meer geluk. Daar ligt, zowel gelukkig als helaas, een boek met de titel 10 beïnvloedings vaardigheden net iets buiten mijn handbereik. Ik kan er met mijn 1,74 m net niet bij. Zelfs als ik op mijn tenen sta raken mijn vingers net de plank waar het ding op staat.

Ik blaas geïrriteerd een pluk haar uit mijn gezicht en denk na. Nergens om mij heen zie ik een krukje of een stoel die ik kan gebruiken. Alleen een stel zitzatten, maar ik kan het niet maken om daar op te gaan staan. En die zitzakken zakken ook door, dus veel groter ga ik er niet van worden. Ik kan naar de balie gaan om te vragen of iemand het boek voor me kan pakken, maar dat is gewoon een awkard voorbeeld van de 'te klein zijn-struggle'. Ik ben niet eens klein.

'Het lijkt erop dat je wat hulp nodig hebt.' Constateert een vriendelijke stem achter mij. Ik draai me rustig om en kijk recht in de vrolijkste ogen die ik ooit heb gezien. Ze zijn blauw met lichte tintel hazel merk ik op. Het is eigenlijk vrij erg dat ik altijd zo detail gericht ben. 

'Ja opzich wel.' Zeg ik uiteindelijk. Ik schaam me er niet voor dat ik hem net een minuutje aangestaard heb. 'Ik kan niet bij dat boek.'

Hij kijkt omhoog en volgt mijn vinger. '10 beïnvloedings vaardigheden?' vraagt hij voor de zekerheid. Ik knik.

Het is eigenlijk niet eerlijk dat hij er wel makkelijk bij kan en ik niet. Hij hoeft niet eens op zijn tenen te staan. Hij rekt gewoon zijn arm uit en trekt het boek van de kast. Ik pak het boek van hem over en klem het onder mijn arm.

'Dankjewel' Zeg ik beleefd. Ik leun op één been en zet mijn andere hand in mijn zij. 'Hoe heet je?'

'Ik ben Jaimy.' Stelt hij zichzelf netjes voor. Ik knik.

'Dankjewel dan Jaimy.' Glimlach ik en ik bekijk hem weer even. 

Hij heeft een warrig donkerbruin kapsel, wat hij bijzonder goed kan hebben. De sproeten op zijn neus benadrukken zijn vrolijke ogen en zijn verdere vrolijke expressie. Hij is ongetwijfeld ook een stuk groter dan ik, misschien net een kop. 

'Jij hebt hier echt geen problemen mee, of wel?' Zegt hij wat ongemakkelijk. Natuurlijk weet ik wat hij bedoelt. Ik schud langzaam mijn hoofd.

'Nee inderdaad. Ik ben nogal gedetailleerd ingesteld, sorry.' Verontschuldig ik mezelf en in mijn gedachten houd ik op met het tellen van de pluisjes op zijn coltrui. 'Ik ben Caro trouwens. Leuk je te ontmoeten en fijn dat je de moeite nam om dat boek voor me te pakken.'

'Graag gedaan. Ik kon je daar moeilijk zo radeloos laten staan.' Glimlacht hij. 

'Ik was niet radeloos.' Zeg ik. 'Ik had gewoon geen zin om naar de balie te lopen en uit te leggen dat ik te klein ben om een boek van een plank te pakken.'

'Over boeken gesproken' begint hij. 'Interessante keuze hoor. Aardsvijand verslaan?'

'Het is niet mijn schuld dat de politie lui is.' Beantwoord ik zijn vraag vaag. 

Ik kan hem over mijn plan vertellen, zeggen dat ik de dader van Annabelle's zaak op ga sporen, maar ik ken hem nog maar net iets van twee minuten. Dat hij een boek van een plank heeft gepakt voor mij en hij een betrouwbaar uiterlijk heeft, betekent niet direct dat hij ook betrouwbaar is. Zo werken spionnen in principe ook.

'Dat begrijp ik niet helemaal.' Hij trekt vragend een wenkbrouw op. Ik glimlach vaag en knik een keer naar hem.

'Heb een fijne dag verder.'

Ben erg trots op Jaimy om eerlijk te zijn :) Het is en wordt echt een sweetheart!

Fijne dag verder!

Liefs,

Pageotte

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro