Hoofdstuk 20-uncles

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

-Peter

Mijn zwaard trekken heeft geen zin maar toch doe ik het. Ik trek Lucy tegen me aan en Edmund houdt zijn zaklantaarn gericht op de mannen voor ons. Nou ja mannen...het zijn meer monsterlijke sneeuwpoppen. Ik ben zo bezig met wat er voor me gebeurd dat ik niet door heb dat iemand me van achter besluipt. Ik voel een klap op mijn hoofd en val op de grond. Het laatste wat ik zie is dat Lucy en Edmund worden vastgegrepen en geblinddoekt. Lucy en Ed schreeuwen allebei en dan wordt alles zwart.

Koud. Ik open moeizaam mijn ogen en er wordt weer water over me heen gegooid. "Zou drie keer genoeg zijn?" bromt een stem. "Nee-Hij is wakker!" zegt een andere, iets hogere stem. Als dat van een dwerg. "Wat doen we met de anderen?"
"De meisjes naar de leeuw en de jongen dood. Wij eten vanavond" Ik hoor de grijns in zijn stem. Maar het andere klinkt ook tot me door. Meisjes! Susan! "Zo hoge koning" Ik knipper met mijn ogen en zie een sneeuwman staan, hij is van sneeuw maar lijkt toch ook mens. "Wat deden jullie bij de brug?" Ik kijk hem aan. "Dit is mijn rijk, ik kan beter aan jullie vragen wat jullie daar deden!"
"Luan heerst over Narnia!" Ik spuug voor de sneeuwman op de grond. "Dit is voor Luan!" En dan voel ik een brandde pijn op mijn wang. "Hou je kop!" Ik grijns. Naast de sneeuwman staat een dwerg met een zwarte baard. De zwarte dwergen, het geslacht dat Jadis hielp! "Vanavond eten we jouw broertje" zegt hij grijzend. Ik beweeg wild met mijn armen maar die zitten in zware kettingen aan de muur vast gemaakt. Ze lachen en gaan dan weg. De deur valt met een knal dicht. Er is maar één fakkel en die is naast de deur. Ik wen al snel aan het schemerdonker. Edmund ligt op zijn zij, zijn handen en voeten gebonden. Hij ligt doodstil. "Ed!" Sis ik. "Edmund!" zeg ik iets harder. Dan beweegt hij wild. "Ed! Ed! Rustig! Ik ben hier!" Roep ik hem toe. Zelfs in het donker kan ik zijn ogen zijn glimmen van angst. "Lucy?" zegt hij. Die is naar Luan gebracht en Suus ook" Het blijft stil. "Het komt wel goed" mompelt Ed. Ik knik maar besef dat hij dat niet ziet. "Ja, Caspian zal ons wel al zijn gaan zoeken. En Aslan, we moeten hem om hulp vragen"
"Ja" mompelt Ed. Dan vliegt de deur weer open en komt er een man binnen. Man? Hij is wit als sneeuw en hij heeft snijtanden in de hoeken van zijn mond en ogen die te groot zijn voor een normaal mens. "Hallo ooms" zegt hij.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro