deel 43

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Naar deze dag hadden ze beiden uitgekeken. Maar ze hadden er ook voor gevreesd. De dag dat ze opnieuw naar huis gingen. Opnieuw naar Maastricht. Opnieuw naar de Ponti. Terug naar de realiteit. Terug naar het graf van Fleur. Terug naar de stad waarin ze jarenlang hadden samengewerkt. De stad waarin ze allebei ooit dachten hun liefde voor elkaar eeuwig te kunnen verbergen. Te kunnen onderdrukken. En net daar waren ze nu zo bang voor. Stel je voor dat dit hen weer zou lukken. Ze overtuigden elkaar nogmaals dat alles nu anders was. Dat ze er klaar voor waren. En toen namen ze de motor en vertrokken.

Tikkend op zijn schouder probeerde Eva Wolfs aan te manen om te stoppen. Ze zaten al vier uur onophoudelijk op de motor en ze moest dringend naar het toilet. Wolfs knikte, maar zag niet meteen een mogelijkheid om een verzorgingsplaats te vinden. Een half uur later hadden ze meer geluk. Eva sprong meteen van de motor en liep als een gek naar de wachtrij aan de damestoiletten. Wolfs keek haar lachend na en zocht zelf al een plaatsje in het wegrestaurant. Eigenlijk had hij een afkeer tegen deze eetgelegenheden, maar aangezien ze in één keer naar huis wilden rijden konden ze geen tijd verspillen met het zoeken naar wat beters. Het weer was prima dus koos hij een tafeltje op het terras. Enkele tientallen meters verderop stond er een springkasteel voor de kinderen. Hij keek toe hoe overbezorgde moeders in heel wat verschillende talen hun kinderen aanmaanden niet te hoog te springen. Ze schreeuwden dat hun kinderen hun schoenen moesten uittrekken, moesten komen eten of zichzelf met zonnebrandolie moesten insmeren. De bijhorende vaders stonden rustig en met een ingehouden lach toe te kijken. Ze glommen van trots. Vooral als de kinderen uiteindelijk toch mokkend deden wat hun moeder hen vroeg. Ook hij moest glimlachen. Wat had ik dit graag meegemaakt. Met Fleur. Ik zou ook zo trots geweest zijn. Kon ik het nou maar gewoon overdoen.

'Oef, dat was op het nippertje!' riep Eva lachend terwijl ze naast haar vriend plofte. Bijna had ze in haar broek geplast, zo hoogdringend had ze gemoeten.
'Stel je voor!' riep Wolfs lachend 'dan had ik je moeten verschonen.' Hij knipoogde en keek terug naar de kinderen op het springkasteel.
'Wat moet jij hebben?' vroeg Eva terwijl ze zijn bizarre opmerking maar negeerde. Ze keek op de menukaart en kon voor zichzelf zeker wel een hamburger uitkiezen, maar bedacht zich meteen dat haar partner hier weinig naar zijn zin zou vinden.
'Wat vroeg je?' stamelde hij terwijl hij weer uit zijn gedachten ontwaakte.
'Ik vroeg wat je wou eten.' grijnsde Eva om zijn verwardheid.
'Oh... wat hebben ze?' vroeg Wolfs ongeïnteresseerd.
'Laat maar... ik kies wel wat voor jou.' zei ze met een knipoog. Meestal ging dit scenario andersom en dit vond ze dus stiekem wel leuk.
Met uitgestreken gezicht zat Wolfs van zijn salade te eten. De sla was wak, de radijzen niet meer krokanten de dressing... nou ja... het was dressing.
'Smaakt het niet?' vroeg Eva licht geamuseerd terwijl zijzelf gulzig haar hamburger naar binnen speelde.
'Oh jawel... héérlijk!' loog Wolfs terwijl hij zijn schouders ophaalde.
Eva grijnsde want ze wist dat hij loog. Ze legde haar hamburger neer, veegde met het serviet haar handen schoon en greep naar zijn hand.
'Hé, Floris, lieverd, wat is er nou?' klonk haar stem bezorgd.
'Waarom zou er iets zijn?' deed hij alsof hij niet wist waarop ze doelde.
'Omdat je normaal al lang zou zitten vloeken omdat die salade niet te etenis. Als alles goed was, zou je zeggen dat we net zo goed wat verder van deautoroute een heerlijk restaurantje had kunnen vinden. Dan zou je weigeren die salade op te eten enik zou helemaal wild worden van je koppigheid.'
Schuldbewust grinnikte Wolfs en een kleine, liefdevolle glimlach sierde zijn lippen. Hij keek haar aan en fluisterde:'Je kent mij te goed, Van Dongen.'
'Weet ik!' glimlachte ze terug 'Maar vertel me nou gewoon waar je mee zit.'
'Och het geeft niet echt.' zei hij uiteindelijk toch.
'Ik moet ook altijd alles zeggen...' zei ze streng.
Wolfs zuchtte en keek terug richting het springkasteel. Hij luisterde weer naar de gillen van alle bezorgde moeders en keek toe hoe een vader zijn huilende kind probeerde te troosten. Eva volgde zijn blik en liet de hare ook over alle gelukkige gezinstaferelen voor hen glijden.
'Oh, dat scheelt er.' zuchtte Eva zachtjes. Wolfs voelde hoe Eva opnieuw in zijn hand kneep. Onbewust draaide hij zijn hand om zodat zijn vingers als vanzelf met die van haar verstrengelden en hij keek haar aan.
'Weet je Eva, je kind verliezen is zo... zo...' Hij schudde zachtjes zijn hoofd, opzoek naar woorden.
'Ontzettend afschuwelijk.' vulde zij de zin aan terwijl hij knikte.
'Dat is het nu met Fleur. En dat was het toen eigenlijk ook.' Wolfs keek haar strak aan, niet verwachtend dat ze meteen zou begrijpen wat hij bedoelde. Maar dat deed ze wel. Natuurlijk deed ze dat wel.
'Maar het was niet eens jouw kind... .' stamelde ze 'Het was van Peer. Van de man die jou had gebruikt. Van de man die jou wou vermoorden.'
Hij schudde heftig met zijn hoofd, want dat was allesbehalve hoe hij het zag.
'Het was van jou, Eef!' siste hij scherp omdat hij opnieuw het onrecht voelde. Het onrecht wat hen toen was aangedaan.
'En ik... ik ging zijn of haar vader worden. Omdat ik het wou. Omdat jij het wou. Omdat het gewoon was hoe het moest zijn.'
Eva knikte twijfelend met haar hoofd. Ze probeerde zich niet te laten overspoelen door emoties, maar wist dat dit eigenlijk onvermijdelijk was. Hij liet zich wel overspoelen, dus moest zij er hoe dan ook aan geloven.
'Ik weet nog wat je zei... .' fluisterde ze uiteindelijk 'toen je mij gered had uit de handen van die dokter... die kanibaal. Toen ik uit het ziekenhuis mocht. Je zei dat je mij meenam. "Naar huis... naar ons huis" zei je.'
Wolfs keek haar aan en slikte een brok uit zijn keel.
'Je ging echt samen met mij dat kindje opvoeden, toch?' zei ze nog steeds even ongelovig als toen.
'Ja, Eef, dat ging ik doen.' Hij keek haar doordringend aan en knikte om zijn woorden kracht bij te zetten.
'Ik wou je toen nog vragen waarom...' zei ze zacht.
'Wil je het mij nu nog steeds vragen?' fluisterde hij terwijl zijn mondhoeken omhoog krulde.
'Nee. Ik weet nu waarom.' zei ze zacht en ook op haar lippen brak een kleine glimlach door.
Wolfs boog zich voorover en plaatste voorzichtig en teder zijn lippen op die van Eva. De kus was vederlicht en teder. Alsof ze elkaars lippen opnieuw voor de eerste keer mochten aanraken.
Zachtjes sloten ze de kus af en met gesloten ogen bleven ze met hun voorhoofden tegen elkaar steunen. Hun handen waren ondertussen in elkaar gevouwen en Eva zuchtte diep.
'Omdat ik van je hou.' fluisterde Wolfs dan toch.
'Ik ook van jou, Floris, ik hou ook van jou.' fluisterde ze terug 'Ik zou nooit een andere vader voor mijn kinderen willen dan jij.'
Wolfs trok zijn gezicht terug en keek haar opnieuw aan. Zijn ogen stonden vragend, maar Eva negeerde het. Ze deed net of ze niet wist wat hij haar vroeg. Maar net zolang dat zij het negeerde, bleef hij haar doordringend en met dezelfde brandende vraag in zijn ogen aankijken.
'Waarom antwoord je niet?' vroeg hij uiteindelijk zacht.
'Je hebt niets gevraagd.' mompelde ze wat, hopend dat hij het niet alsnog zou vragen.
Tevergeefs, natuurlijk.
'Wil jij nog een kindje met mij?' vroeg hij bang. Bang voor haar antwoord. Al wist hij zelf niet goed wat hij hoopte dat haar antwoord zou zijn.
Eva zuchtte en liet haar voorhoofd opnieuw tegen dat van hem aanvallen.
'Je hebt net je dochter verloren, Floris. Ze is niet snel even te vervangen, hoor.'
'Nee, maar daar gaat het niet om. Het gaat om jou. Om wat jij wil.'
'Ik weet het niet. Misschien wel, ja. Tenminste als jij dat ook echt wilt. Al begrijp ik het als dat niet zo zou zijn. Ik dacht altijd dat het moederschap niets voor mij was, maar ik heb nog zo vaak verdriet om het verlies van mijn kindje...'
'Ik ook Eef, ik ook. Het was natuurlijk op de eerste plaats vreselijk voor jou. Maar stiekem was ook ik er kapot van. Ik wou echt opnieuw vader worden. Ik wou echt de vader zijn van jouw kindje. En dat wil ik nog steeds. Nog niet nu meteen, maar ooit. Jij wordt een fantastische moeder, dat weet ik zeker.'
'Misschien. Weet je, als ik mezelf als een moeder voorstel, denk ik ook gewoon aan Marco. Ik had ook zo graag zijn moeder willen zijn. Of ja... pleegmoeder. Ik hoopte stiekem dat hij bij mij mocht blijven en dat jij het goed zou vinden. Dat we samen voor hem konden zorgen. Dat wij zijn pleegouders werden.  Dat wij samen met hem een gezin zouden vormen.'
Wolfs knikte begrijpend. Dat ze van Marco hield, was hem toen zeker niet ontgaan.
'Er zijn misschien nog andere kinderen, Eef. Andere kinderen die onze liefde nodig hebben. Andere kinderen die we een thuis kunnen geven. Pleegkinderen of onze eigen kinderen, het maakt me niet uit. Dat moeten we samen even rustig bekijken. Maar we zullen hen hoe dan ook een thuis geven, Eef. We zullen van hen houden zoals we van elkaar houden. Jij wordt hun mama, ik hun papa en alles komt goed.'
Eva tilde haar hoofd op om hem aan te kijken. Hij glimlachte zo lief en zo zacht naar haar en de kriebelende vlinders gierde door haar lijf. Duizelig van opluchting en geluk lachte ze terug.
Dát, dát wat hij net zei, was nou helemaal wat ze wou horen.    

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro