Hoofdstuk 7

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Zoals Sarah gehoopt had, was Charlie na Inyanga's tweede winst weer wat opgewekter. Sarah wou de twee jonge hengsten beginnen werken, in de hoop dat het allemaal nog zou meevallen met de jaarlingen en ze haar grootvader verder kon opbeuren. Al snel bleek de pikzwarte hengst werkelijk onmogelijk om mee te werken. Hij vocht iedere stap tegen. Van de weide naar de stal en terug was al training genoeg voor de opstandige jaarling.

Het grote rode veulen was wel heel makkelijk in omgang, maar het bleef ontzettend lui. Op de weide galoppeerde hij bijna nooit en dat leek Sarah geen al te best voorteken. In de weken die volgden werd Cornflake verkocht. Na een uitzonderlijk goede training had Charlie, voor het eerst in lange tijd, een degelijk bod gekregen.

Sarah opperde om Chex ook weer naar huis te halen. Inyanga liep nu regelmatig een wedstrijd en was perfect koel. Ze hoopte dat de ervaren merrie haar zou helpen met de jaarlingen. Charlie stemde er mee in en zo kon Tyler zich volledig op Inyanga focussen en dat werd nodig, want Inyanga begon toch op te vallen. Tyler hield van aandacht en was dus perfect om de journalisten, die opkomend talent roken, uit haar buurt te houden.

Sarah besloot op een morgen dat ze de zwarte hengst zou longeren. Hij had het zadel een paar keer opgehad, maar Joey had daarbij wel altijd zijn tanden van haar moeten weghouden. "Hij is wel héél knap!" zei Joey, zijn stem trilde licht in bewondering. Sarah snoof: "De nagel aan mijn doodskist is hij!" Joey grinnikte terwijl hij zijn ogen nu over Sarah liet glijden.

Haar blonde haren zaten in een slordig dotje geduwd. Haar jeans sloot perfect om haar smalle taille en het topje dat ze aanhad bedekte weinig van haar lichaam. Terwijl Joey hem bedacht dat de zomer toch zijn positieve kantjes had, sprong het hengstenveulen rond. Sarah had hem aangemoedigd om te draven en het veulen had met een woeste verontwaardiging gereageerd.

Hij spurtte vooruit en Sarah kon nog net zijn neus naar haar toe trekken, waardoor hij niet bij haar weg liep. Ze had haar zweep bij de hand omdat ze verwachte dat hij zou blijven staan en haar vragend zou aankijken. Dat ging zo bij ieder ander paard dat ze voor het eerst longeerde, maar deze jonge hengst was anders. Hij probeerde aan haar grip te ontsnappen door te blijven lopen.

Sarah loste de longe als hij onstpande en spande de longe op telkens wanneer hij een poging ondernam. Wetende dat het jonge dier haar zonet had uitgedaagd en ze maar beter niet kon verliezen. Ze hield zijn neus naar binnen terwijl hij probeerde weg te komen. De meeste jaarlingen zijn relatief makkelijk te hanteren. 'Omdat het nog veulens zijn!' had ze geprotesteerd toen haar grootvader haar dat verteld had.

Dit veulen was helemaal anders. Toen hij niet meteen een uitweg vond, draaide hij zich plots naar Sarah toe. Hij klauwde met zijn voorbenen in haar richting en Sarah sloeg hem instinctief met de zweep bij haar weg. Luid briesend stoof de jonge hengst weer weg en Sarah liet de zweep los om met haar beide handen een ruk aan de longe te kunnen geven.

Ze haalde hem even uit evenwicht, waardoor hij vertraagde en een paar passen netjes draafde, voor hij wederom uit haar grip probeerde te ontsnappen. Hij sprong omhoog en Sarah loste een stuk van de longe om niet omver getrokken te worden. Dan spande ze het koord snel weer op, want de jonge hengst wou meteen gebruik maken van de vierende longe.

Hij vocht zoals Sarah van geen enkel jong dier al gezien had. Hij was niet bang van het zadel of van de zweep, die al lang op de grond lag. Hij testte zijn tegenspeler, dat was alles.

"Rustig, jongen", probeerde Sarah. "We zijn klaar!" Het veulen sprong echter gewoon door en probeerde verwoed om zich los te krijgen. Na een half uur vechten aan de longe werd Sarah moe. Een fractie van een seconde was ze te traag. Het jonge paard had een paar indrukwekkende bokkesprongen gemaakt waarbij ze hem losser had moeten laten om niet uit evenwicht getrokken te worden.

Toen hij de laatste keer neer kwam, had ze net te traag weer aan de longe getrokken. Het veulen kon zijn neus van haar wegdraaien en één seconde was alles dat hij nodig had, hij spurtte er vandoor en de longe schuurde door Sarah's handen.

Sarah zakte  vloekend op een knie en Joey sprong over de omheining. Hij liep bezorgd naar haar toe, hij had aan haar vloeken gehoord dat ze zich bezeerd had.

"Gaat het?" vroeg hij bezorgd. Sarah beet op haar lip en liet Joey haar verbrande palmen zien. Het vel was van haar handen getrokken en er zat een diepe wonde in haar beide handpalmen.
Ze vloekte nogmaals en vervolgde dan: "We moeten hem vangen."

De jonge man staarde even naar de  hengst, die trapte naar het longeertouw, dat achter hem hing, terwijl zijn hoofd trots hoog in de lucht stak. "Nee dat moeten we niet", zei hij. "Misschien leert hij er iets van."

De afgunst die hij voor de jonge hengst had gevoeld was weg. Hij had het uiterlijk van het veulen bewonderd en zelf een beetje zijn koppigheid, maar het laatste half uur had Sarah's gelijk bewezen. Dit dier wou niet voor een mens lopen. "Eerst gaan we dit verzorgen!" vervolgde hij en hij sloeg zijn arm om haar heen om haar te ondersteunen, want ze was bleek geworden.

"Wat is er gebeurd?" vroeg Charlie toen Joey Sarah het huis binnen leidde.
"Die verdomde zwarte van Jim Sawyer", bromde Joey en hij draaide de keukenkraan open. Hij hield Sarah's trillende handen onder de kraan. Hij wist dat het veel pijn moest doen en daarom hield hij haar handen vast. Het vuil moest uit de wonden. Sarah gaf geen kik, maar de tranen rolden over haar wangen. "Wat is er gebeurd?" herhaalde Charlie en Sarah keek hem woedend aan.
"Je kan niet wachten om me te vertellen wat ik mis gedaan heb zeker?" snauwde ze. Charlie trok zijn wenkbrauwen op en antwoordde rustig.

"Ik kan er moeilijk van uit gaan dat je iets fout gedaan hebt als ik niet weet wat er gebeurd is." Hij probeerde over Joey's schouder een glimp van haar verschroeide handen op te vangen. "Jezus!" zei hij toen Joey de kraan toedraaide en met een handdoek haar handen droog depte.

"Kan je morgen wel rijden?" vroeg Charlie.
"Ik zal wel moeten", antwoordde Sarah. De dag nadien was de eerste race met een deftige geldprijs die Inyanga zou lopen. "Of we kunnen Tyler's loon niet betalen." Joey smeerde zalf op haar handen en zei: "Dan houd je mijn loon maar in deze maand."

Sarah schudde haar hoofd terwijl Joey een verband om haar handen deed.
"Ik rijd wel", zei ze vastberaden.  Haar stem trilde zacht terwijl ze haar pijn probeerde te onderdrukken. Joey keek haar bezorgd aan. "Bedankt", zei ze zacht toen hij klaar was met haar handen in te pakken.
"Waar is hij?" vroeg Charlie nu.
"Nog in de paddock", antwoordde Joey.

Charlie keek uit het raam waar de jonge hengst hem stond aan te staren. "Hij deed niks normaal, ik vroeg nog niks en hij heeft een half uur lang alleen maar proberen weg te komen. Geen enkele keer vragend gestopt. Hij probeerde de bedoeling niet te begrijpen, hij wou gewoon niet meewerken", vertelde Sarah.

"Ik heb wel vaker eens een koord door mijn handen gehad, maar dit heb ik nog nooit gezien", zei Charlie bedenkelijk en Sarah snoof luid.
"Ik was net te laat om hem weer op te nemen, dus ik trok op het moment dat hij vertrok. Die volledige longe is aan een rotvaart door mijn handen gegleden voor ik het besef had om los te laten", verdedigde ze zich.

Charlie zuchtte, Sarah was koppig en vastberaden. Hij was er zeker van dat ze alles in de strijd gegooid had. Haar verbrande handen waren het ultieme bewijs.

"Het lijkt er op dat onze jonge vriend weet dat hij een paard is", besloot Charlie. Sarah gromde, haar grootvader had haar al vaak verteld dat mensen alleen maar makkelijk met paarden kunnen werken omdat deze zelf niet weten dat ze sterker en groter zijn. "Ze weten niet dat ze paard zijn", had hij dan altijd gezegd.

"En hoe zorgen we ervoor dat hij vergeet dat hij een paard is?" vroeg Joey.
Charlie schudde neerslachtig het hoofd. "Dat kunnen we niet."

Een ijzige stilte gleed door de keuken terwijl ze uit het raam staarden. Naar de jonge hengst, wiens ogen uitdagend blonken. "Ik moet hem overtuigen dat ik ook paard ben", zei Sarah uiteindelijk en Joey schrok even van haar stem door de stilte. "Alleen heb ik net bewezen dat ik dat niet ben."

Charlie knikte: "Dat zelfde geldt voor iedereen die ooit met hem heeft proberen werken. Hij is jong en toch heel ervaren in het verslaan van mensen. We hebben hem onderschat, net als iedereen voor ons." Sarah zuchtte, haar handen begonnen harder te prikken en ze begon zich zorgen te maken om de dag nadien.

"Kom je morgen kijken?" vroeg ze haar grootvader, die knikte bij wijze van antwoord. "Gaan we hem nu dan vangen?" vroeg ze dan aan Joey, maar die schudde zijn hoofd.
"Ik jaag hem wel in de stal", zei hij. Sarah protesteerde niet. Ze wou alleen maar slapen. Het werd echter een lange slapeloze nacht voor een belangrijke dag.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro