{Opdracht 3: Bad dreams and Memories}

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

SieglindeVdb

•Genre: mysterie/thriller
•Woorden: ca. 2000
•Titel: bad dreams and memories

                                   ~Story~
Misschien is het makkelijk om te zeggen dat je ouders dood zijn gegaan door een ongeluk. Je bent een wees geworden en woont in een kindertehuis. Iedereen herinnert je eraan en vertellen over hoeveel medelijden ze met je hebben, maar alles wat jij wil doen is het vergeten. Maar dat is hier niet zo. Haar ouders zijn niet overleden door een ongeluk. Ze woont niet in een kindertehuis en niemand herinnert haar eraan, dat doet ze alleen zelf. Nee. Dit verhaal is anders. Een mysterie en een groot gat in het hart...

Met samengeknepen ogen staart Elaine naar de oude foto. Hij zat opgekruld in een doos en lijkt helemaal bruin door het oude papiertje. Voorzichtig had ze hem uit de kartonnen doos gehaald en bekeken. De situatie op het plaatje is totaal geen blijde gebeurtenis. Twee lichamen liggen op elkaar, met de vingers in elkaar verstrengelt, en zitten onder het oude bloed. Om hun heen zitten rode spetters op de kakelwitte muur en rechts naast ze ligt een lamp op de vloer. Elaine weet dat het haar ouders zijn. Ze weet dat dit de manier is hoe haar liefhebbende ouders om het leven zijn gekomen. Waarom weet ze niet. De vraag waarom dartelt door haar hoofd, als duizenden blaadjes die in de herfstwind door de lucht schieten. Ze waaien en bruisen dwars door haar gedachten en worden allemaal beantwoord met een antwoord: geen idee.
Tranen glinsteren in haar ooghoeken, terwijl ze naar de gruwelijke situatie kijkt. Zij was al geboren, maar waar ze was, wist niemand. Al sinds de dag dat ze een bewustzijn heeft, woont ze in afgedankt hutje. Het is niet veel, maar ondanks het feit dat ze zeventien is, is ze niet bereid het te verlaten. Het is een onderkomen voor haar geweest en dat zal voorlopig ook zo blijven. Met een diepe zucht laat ze het weer terugvallen in haar eigen bewaardoos. Met beide handen schuift ze het deksel erop en stopt het onder haar kleine bed.

     Na een paar uur wordt er op haar deur geklopt. Geschrokken staat Elaine op en staart naar het houten geval. Ze houdt haar adem in. Bezoek is ze niet gewend. "Wie is daar?" Vraagt ze zacht. Er klinkt helemaal niets. "Hallo?" Nog steeds geen antwoord. Of het handig is weet ze niet, maar haar nieuwsgierigheid weet van haar angst te overwinnen. Op haar tenen schuifelt ze naar de deurknop toe en legt haar vingers op de houten hendel. Met haar kiezen op elkaar gedrukt, trekt ze hem open. Een koude windvlaag klapt in haar gezicht en met knipperende ogen staart ze in het felle zonlicht. Met een hand houdt ze het allerergste licht tegen en kijkt naar buiten. Er staat niemand. "Hallo?" Zodra ze een beetje kan zien, merkt ze op dat er helemaal niemand staat. In de sneeuw op de grond staan voetstappen, die weglopen van de deur. Bij de toppen van haar voeten ligt een briefje. Door de wind wappert hij zachtjes en gehaast zakt Elaine door haar knieën om hem op te pakken. Met een hand veegt ze wat haarplukken achter haar oor en staart naar het kaartje.

Kensington Street 56, 20:00

Met gefronste wenkbrauwen staart ze naar de gekrulde tekst en bijt op haar lip. Natuurlijk, ze kan dit het beste niet doen, maar ze voelt zich zo vreselijk alleen. Zelfverzekerd stapt ze weer haar hut binnen en maakt het dappere besluit om naar buiten toe te gaan.

~     Met een muts op haar hoofd en haar handen in haar jaszakken, strompelt ze over de straatstenen richting Kensington Street. Auto's schieten voorbij en af en toe komt er een andere voetganger langs. Elaine houdt niet van die ongure sfeer. De lampen geven een vage gloed af, waardoor alles lijkt alsof ieder persoon je ieder moment kan aanvallen. Met kippenvel op haar armen, gaat ze verder de stoep over en krijgt dan een blik op een bord. Hij zit vastgepind in de muur en met afgekraste witte letters staat er: KENSINGTON STREET. Moedig neemt ze een teug lucht en waagt zich de straat in. Scannend met haar ogen over de nummers van de huizen voelt ze haar hart hard tekeer gaan. Ze kent niemand en niemand kent haar, dus waarom zou een willekeurig persoon in contact met haar willen komen. Een aantal onbeantwoorde vragen blijven vastzitten in haar gedachte, totdat ze het nummer 56 langs ziet komen. Bij de deur blijft ze stilstaan en kijkt naar het oude lelijke en gescheurde hout. Ze fronst haar wenkbrauwen en bedenkt dat het vreemd is dat de deur er zo slecht aan toe is, maar ze laat de gedachte terzijde. Ze bolt haar hand en strekt zich uit naar de deur. Zachtjes klopt ze en als ze dat doet gaat de deur piepend op een kier staan. Elaine houdt haar adem in en duwt de deur helemaal open, waarnaar ze een lange zwarte gang ziet. Met een paar stappen, gaat ze de drempel over en roept: "hallo?" Haar stem echoot niet, de ruimte lijkt eerder erg geïsoleerd. "Ik kom voor het briefje!" Alweer is er helemaal niemand te zien. Elaine besluit om nog wat naar voren te lopen, maar dat was een foute beslissing. De voordeur klapt direct dicht in het slot en als ze zich omdraait staat er een man. Zijn gezicht is verscholen, maar lang de tijd krijgt Elaine niet. Ze voelt een harde klap tegen haar achterhoofd aankomen en raakt draaierig. Sterretjes vormen zich voor haar beeld en als ze de grond tegen zich aanvoelt, wordt het donker.

     Een fel geel licht doet haar wakker schrikken. Haar hoofd voelt zwaar en haar nek doet zeer. Een zachte kreun van pijn komt uit haar hoofd en als ze haar hoofd omhoog probeert te doen, ziet ze weer die man voor haar neus staan. Ze knippert met haar ogen en probeert te praten, maar iets belemmerd haar daarvan. Langzaam maar zeker stroomt de realiteit bij haar binnen en merkt ze dat haar handen en voeten zijn vastgebonden. Ze zet grote ogen op als ze merkt dat ze geen kant meer op kan en begrijpt wat de situatie is. Ze begint te gillen en luidt te stribbelen, maar alles wordt gedempt en het touw gaat alleen maar strakker zitten. "Hou op. Je weet dat het nutteloos is." De zware stem van de man doet haar nekharen omhoog zetten van angst en met bange ogen staart ze naar hem. Hij staat in het donker en schijnt een lamp in haar gezicht. Als ze dan om zich heen kijkt ziet ze een kleine kamer. De muren zijn spierwit en verder is er niks anders dan de stoel waar zij op zit en de lamp. "Je weet vast niet wat hier het nut van is, of wel?" Een valse grinnik vult de kamer en Elaine's woede komt omhoog. "Ik kan je iets anders vertellen." Begint hij. De lamp zet hij neer en de schaduw van Elaine wordt lang, waarnaar hij in het licht stapt. Als ze goed kijkt lijkt hij rond de dertig. Verder niets bijzonders, maar zijn moordlustige blik vertelt weinig goeds. "Ik kan vertellen dat ik je vrijlaat." Elaine's hart lijkt gelijk te kalmeren en vragend staart ze hem aan. "Ja, dat heb je gehoord. Ik laat je weer vrij, hoor." Hij stapt met zware stappen op haar af en haalt een glimmend mes uit zijn broekzak. Het zweet breekt uit bij Elaine, terwijl hij dicht bij haar op zijn knieën gaat zitten en het mes tegen haar keel drukt. Speels schuurt hij het over haar nek, terwijl Elaine doodsangsten uitslaat. "Geen zorgen. Ik doe je niks." Maar in de ondertoon van zijn stem klinkt iets afschuwelijks. Met een grote haal snijdt hij de touwen van haar enkels door en pakt haar polsen vast om die vervolgens ook los te snijden. Elaine voelt haar vrijheid en trekt de prop in haar mond eruit, waarnaar ze opstaat en naar de deur rent. "Nog een ding." Terwijl hij dat zegt, opent Elaine de deur. "Wie heeft gezegd dat een ander dan niets doet." Bij deze woorden kijkt ze hem aan, niet wetend dat de deur openstaat. Achter haar staat een ander. In een paar seconden is het gedaan. Elaine geeft een schreeuw als ze het scherpe ijzer door zich heen voelt boren en voelt haar lijf samentrekken van de pijn. In haar kleding ontstaat een gapend gat en het wordt doordrenkt met haar bloed, als de man het mes ruw uit haar lijf trekt en nogmaals door haar buik steekt. Elaine sluit haar ogen en voelt haar adem stokken, als ze voelt hoe ze meerdere malen gestoken wordt. Haar lijf voelt zwaar, de pijn versuft haar en de geluiden om haar heen vervagen. Een hand houdt haar vast, waardoor ze niet kan vallen, maar het maakt niet uit. Ze ziet grote vlekken en scherpe flitsen. Het licht wat zo fel leek, geeft nu rust en Elaine voelt alsof ze zweeft. Haar zicht lijkt zich nu van boven te bevinden en als ze haar ogen even opent ziet ze een man op haar lijf neermaaien. Het is afschuwelijk. De spetters vliegen in het rond en de lamp die rechtovereind staat, valt om, doordat de beide mannen besluiten haar dode lichaam naar de andere kant van de kamer te gooien. Ze wil huilen, schreeuwen, krijsen, maar het is een dichte plek waar ze zich nu bevindt. Ze staart naar de gruwelijke moord. Moord. Spierwitte ruimte. Bloedspetters. Kapotte lamp. Ouders. Moord. Net zoals haar ouders. Net zoals op de foto. Ze voelt tranen, maar kan niet huilen.
     Een wit licht boven haar doet haar schrikken. Ze kijkt ernaar en sluit vervolgens weer haar ogen. Het witte licht neemt haar in zich op en een vage stem luidt:

Elaine...

Elaine...

Wordt wakker...

Kijk dan toch...

Ze wordt wakker...!

Mijn meisje!

     "Mijn meisje!" Een vrouwelijke stem klinkt door de kamer en de ogen van Elaine schieten open. Ze neemt een volle teug lucht en begint luidt te hoesten, waarnaar ze rechtovereind komt te zitten in het ziekenhuisbed. Er zitten allemaal draden aan haar verbonden en haar hartslag is te horen en zien op wat apparatuur. "O, Elaine!" Een vrouw geeft haar een dikke knuffel en begint opslag te huilen. Verbaasd staart Elaine door de kamer en ziet twee dokters, een man en een vrouw. Huilend van blijdschap drukt de vrouw een zoen op haar voorhoofd en gaat weer zitten, waarnaar ze een zakdoekje uit haar handtas haalt om de tranen weg te deppen. Elaine knijpt haar ogen wat dicht en neemt de man en vrouw in zich op. "M-m..." probeert ze te zeggen. Gelijk zegt de man: "probeer niet te praten, lieverd. Het is goed." Beide kijken haar aan met opgeluchte blikken, maar Elaine snapt er niks van. Verbaasd kijkt ze naar de dokters die dingen aan het opschrijven zijn. "Meisje van me." Begint de vrouw dan. Ze legt een hand op die van Elaine en wrijft er zachtjes overheen. "Ik begrijp dat je het niet snapt. Je hebt een harde val gemaakt en bent op je hoofd beland. Je werd niet wakker, dus hebben papa en ik 112 gebeld. Het zou kunnen dat je niet eens weet dat wij je ouders zijn, maar dat is tijdelijk." Vriendelijk glimlacht ze en laat Elaine's hand dan weer terug. "M-mam?" Zegt ze bibberend. "Ouders?" Haar woorden klinken vaag, maar duidelijk is het genoeg voor de man en de vrouw om allebei van blijdschap te gaan stralen. "Maar... moord." Stamelt ze verbaasd. Haar, blijkbaar, ouders staren haar vragend aan en houden elkaars hand vast. Dan nemen ze een blik op de dokters, waarvan eentje dan aan het woord gaat: "ze zal wel iets gedroomd hebben. Dat is een bijwerking. Misschien heeft ze iets gezien wat ooit indruk heeft gemaakt en wat tot uiting kwam in een illusie." Hij stopt even met praten en grist dan in zijn borstzak, om er vervolgens een foto uit te pakken. Hij laat hem aan haar zien en zegt: "misschien was het deze foto?" Elaine pakt het vast en kijkt op het kaartje. Er staat een krantenbericht op die jaren geleden was gepubliceerd.

Man en vrouw op gruwelijke wijze vermoord, kind een wees, maar spoorloos.

Klaar!

Misschien wat verwarrend, maar hopelijk is hij leuk!

babetko

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro